Wandelend langs de paden, de ziel gaat met ons mee, op de achergrond hoor ik vele voetststappen van de wandelaars. In de vroege ochtendnevel is het stil, ik hoor alleen maar de voetstappen in de verte, het geluid van de vogels wat een mooi geluid is dat. hoor vele voetstappen en toch rustig en stil, je kan de natuur horen, prachtig toch die wandeling. Kijk acher me wat een steiging, zie het dal van Frahan
De schrijvertjes uit onze groep Toeperdefloep, toeperdefloep. De schrijvertjes uit onze groep Die maken toch een troep!
Ze feesten als beesten En zuipen als geesten Ze zijn erg bedreven Ze zwerven en zweven Ze dansen en sjansen als waren het Fransen Wat is het geval, waarom zo mal? De schrijvertjes vieren carnaval!
De schrijvertjes uit onze groep Toeperdefloep toeperdefloep De schrijvertjes uit onze groep Maken een leutige troep!
Carnaval is een vrolijke feestdag, het is een dag waarop je alles mag. Iedereen is mooi en soms eng verkleed, maar er zijn ook mensen die vonden dat je maar gek deed. Sommige vinden het leuk, de anderen vinden weer onzin, de ene viert dus feest, de andere heeft er geen zin in. Er worden ook altijd een prins en pinses gekozen, bij de ene plaats worden ze onthuld met doeken, bij de andere plaats springen ze uit dozen. Iedere stad heeft ook zijn eigen kleding erbij, de meeste mensen die als prinses en prins zijn uitgekozen zijn erg blij. Maar er gaan inplaats van carnaval vieren ook mensen op wintersport, sommige blijven lang, de andere weer kort.
Je ziet weer de bomen door het bos en dit licht is geen licht maar inzicht: er is niets nieuws zonder de zon.
En toch is ook de nacht niet uitzichtloos zolang er sneeuw ligt is het nooit volledig duister nee er is de klaarte van een soort geloof dat het nooit helemaal donker wordt.