Kenmerken
Slurf
Een van de opvallendste kenmerken van een olifant is de lange slurf. Hiermee kan een olifant allerlei dingen vastpakken. Eigenlijk is de slurf een heel lange neus met een bovenlip er aan vast. Aan het eind van de slurf zitten de neusgaten. Daardoor kan een olifant ruiken waar eten te vinden is. Met een soort vingertje aan de slurf grijpt een olifant zijn voedsel. Een Afrikaanse savanne-olifant heeft zelfs twee van die vingertjes. De slurf wordt ook gebruikt om mee te drinken en te wassen; de olifant zuigt zijn slurf vol water en spuit dat in zijn bek of hij gebruikt zijn slurf als douche. Een olifant kan met zijn slurf een trompetterend geluid maken. Een andere functie van de slurf is om mee te vechten. Uit voorzorg kan een olifant ter bescherming zijn slurf oprollen.
Een slurf van een volwassen olifant weegt zo'n 150 kilo. Het is een bundel van bloedvaten, vet, lymfevaten, zenuwen, bindweefsels en spieren bedekt met een gerimpelde lichtbehaarde huid. Een wetenschapper uit de negentiende eeuw schatte dat de slurf ongeveer 40.000 spieren had. Een recenter onderzoek wees echter uit dat de slurf ruim 148.000 spieren bevat. Aan de buitenkant lopen in de lengterichting van de slurf vier lange spierbundels; één aan de voorkant van de slurf, één aan de achterkant en twee aan de zijkanten. Die zorgen voor het bewegen van de slurf. Verder zijn er van boven naar beneden tienduizenden kleine spiertjes die zorgen voor de fijnregeling.
Slagtanden
Slagtanden van de Aziatische olifant
De slagtanden van een olifant zijn de verlengde bovenste snijtanden.
Tanden
De tanden van de olifanten verschillen van die van de meeste andere zoogdieren. Gedurende hun leven hebben ze gewoonlijk 28 tanden. Deze zijn:
- De twee bovenste snijtanden, de slagtanden.
- De melktanden van de slagtanden.
- 12 premolaren, 3 aan elke kant van elke kaak.
- 12 kiezen, 3 aan elke kant van elke kaak.
23-01-2013, 00:00 geschreven door Matthias 
|