And I wonder if
anyone is really happy. I hope they are. I really hope they are.[1]
Beste vriend,
Ik lig hier nu
al twee weken in het Thomas King Psychology centre. Ik slaap slecht, want ik
beleef het moment steeds over en over en over.
Het was op
kerstdag. De hele familie was net de deur uit. Plots kreeg ik het gevoel dat
tante Hellen me voor de deur stond op te wachten met een groot pak met een
grote rode strik. Ze zou zeggen: Zalige Kerst, Char. Ze hield er altijd van
om me Char te noemen. Ik barstte in tranen uit en besefte dat ik niet te recht
kon bij Susan. Ook niet bij jou, Michael. Ik kan het moment gewoon nooit
vergeten wanneer we telefoon kregen en hoorden dat jij jezelf had opgehangen.
Ik geloof nog steeds dat ik zelf ook schuld tref, omdat ze je niet op tijd
konden helpen en ik je niet op tijd kon helpen. Ik ben compleet in de war. Ik
hoorde de dokter tegen mijn ouders zeggen op de gang zeggen dat ik last heb van
een posttraumatische depressie.
Het spijt me
dat ik al lang niet meer geschreven heb. Hoe gaan de dingen bij jou? De laatste
dagen heb ik me niet meer zo depressief gevoeld. Het is net alsof er een ton
van mijn schouders is gevallen, al is dit misschien wel wat overdreven. Ik heb
zelfs sinds twee weken een vriendin. Het is best een excentriek meisje en haar
naam is Mary Eliazabeth. Ik weet dat het allemaal een beetje raar klinkt, maar ik heb het gevoel dat we samen passen op één of andere manier.
Vandaag namen
Sam en Patrick me mee naar The Big Boy. We aten er lekkere frietjes en aten
kippenboutjes. We kwamen Mary Elizabeth tegen en ze was razend omdat ik haar
die avond nog niet had opgebeld. Ze maakt een hele scène in het kleine
restaurantje. Vijf minuten later kwam ze terug van het toilet en deed ze alsof
er niets aan de hand was. Na afloop reden we terug naar huis in Patricks
pick-up en plots deed Sam iets raar. Plots sprongen alle straatlantarens in de
stad aan gevolgd door alle lichten in alle woonkamers in alle flatgebouwen. Sam
stond recht op en ging met haar bovenlichaam door het dakraampje en spreidde haar
armen als een vogel. De neonreclames schitterden en flikkerden net als de
sterren boven haar hoofd. Toen wist ik het zeker: ik had ware vrienden
gevonden. Patrick zei me dat ik me geen vragen moest stellen en gewoon moest
genieten van het moment. Dat deed ik. Ik genoot met volle teugen van sams
schoonheid. Op dat moment dacht ik eigenlijk helemaal niet aan Mary Elizabeth.
Is dat niet vreemd? Toch voelt het alsof ik thuishoor bij Mary. Maar hoe dan
ook, ik geniet nog steeds na van het moment toen we onder de tunnel doorreden.
En ik zweer op
dat moment voelden we ons oneindig!
Vandaag is de
al de tweede week van het schooljaar en ik heb nog altijd geen vrienden
gemaakt. Ik denk steeds vaker aan de goede oude tijden met ons drie. Susan
heeft nog steeds niet laten weten. Bovendien is vandaag de dag waarop tante
Hellen 2 jaar geleden stierf. Vaak denk ik nog terug aan die wondermooie tijden
wanneer mijn broer, zus en ik bij haar bleven logeren en ze ons liet kijken
naar Saturday Night Live. Ik koester nog steeds haar koffiemolen die ze me
nagelaten heeft. Ze had voor haar dood al een testament nagelaten met daarin wie al haar bezittingen zouden toebehoren na haar dood. Raar. Alsof ze wist
dat ze zou sterven. Mij liet ze een handgemaakte koffiemolen na uit Venetië.
Vandaag
gebeurde ook iets merkwaardig. Ik zat deze middag te lezen aan een tafeltje in
de stoffige bibliotheek op school terwijl ik mijn oortjes in had en neuriede mee
met Nirvana. Ik las de laatste paginas van How To Kill A Mockingbird. Ik
hoorde plots twee mensen giechelen aan de andere kant van de tafel. Ik keek om
en zag een jongen met ravenzwart haar en een meisje van ongekende schoonheid
met ogen zo groen als smaragd. Toen ik hen aankeek en vroeg wat het probleem
was, zei het meisje met de korte gouden lokken: Ben je soms ook ene grote fan
van Nirvana?. Daarop antwoordde ik: Valt dat zo hard op dan? Waarop de
jongen met de bakkebaarden dan weer zei: Natuurlijk, je zit al zon 20 minuten
mee te zingen met hun liedjes. En niet dat dat niet mag, maar je bent niet
bepaald concurrentie voor Kurt Cobain. Het meisje met de witte bloes gaf hem
een stomp en zei: Let maar niet op zijn manieren. Ik ben Sam en dat is
Patrick. Wie ben jij? Ik lachte en zei:
This moment
will just be another story someday.[1]
Beste vriend,
Deze ochtend
werd ik wakker met een licht gevoel in mijn hoofd. Op de display van de wekker
die ik voor mijn 12e verjaardag van tante Hellen had gekregen, stond
6:45. Ik daalde de trap af en groette mn zus die koffie aan het zetten was.
Ze strekte haar fijne armen, gaf me ook een dampende kop en zei: Goedemorgen,
Charlie! Goedemorgen, Candace, zei ik.
Terwijl ik naar
school liep met mijn loodzware boekentas, genoot ik van alle mooie huisjes en
tuintjes in onze straat.
Eenmaal ik op
school aankwam, zocht ik een weg naar de kluisjes, waarvan iedereen exact 4
dagen geleden via de post een kluisjesnummer bestaande uit 3 cijfers samen met een
code van 4 cijfers had gekregen. Met de boeken reeds in de handen, wurmde ik me
tussen een grote jongen en een muur waarvan de verf al los aan het komen was.
Op dat moment draaide de jongen met honkbaljas zich om een bulderde in mijn
richting: Wie denk jij wel niet dat je bent? Chhh Charlie Ke-kelmeckis..,
stotterde ik. Daarop zei de pestkop: Als je mij nog één keer lastigvalt dan .
Ik raapte al mijn (weinige) moed bijeen en zei: Tegen de kleintjes durf je
wel, hé? Toen sloofde hij zijn mouw op en ik voelde zijn vuist een weg zoeken
naar mijn maag. Ik voelde de koffie van deze ochtend een opwaartse beweging
maken. Toen spookte er slechts één iets door mijn hoofd: de
zelfverdedigingstechnieken die mijn broer me deze zomer had aangeleerd.
Fixeer! Leid af! En sla toe! Ik duwde mijn duimen in zijn ogen en plaatste
mijn hiel in zijn kuit. Hij viel op de grond en begon te janken als een klein
meisje. Zo slaagde ik er dus in om op dag 1 mezelf een weg te leiden naar het
bureau van de directeur.
Na een half uur
wachten op de houten met leer beklede stoel van de directeur, sprak het
schoolhoofd me aan: Wat bezielt je, jongeman, om op de eerste schooldag van het
nieuwe jaar de pestkop uit te hangen? Voorzichtig probeerde ik mezelf toe te
lichten: Die jongen viel me lastig en ik heb gewoon wat zelfverdediging
toegep.. Net op het moment dat ik mijn laatste woord op het puntje van mijn
tong lag, kwam een grote man met halflang bruin haar de kamer binnen en zei:
Laat dit lastige kereltje maar aan mij over! Toen nam hij me mee naar een
klein lokaaltje verder op de gang. Ik voelde de adrenaline pompen en het bloed
gieren door mijn aderen. Plots stopte hij een boek met de titel How To Kill A
Mockingbird in mijn handen en zei: Welkom op onze school, Charlie. Ik ben
voortaan je nieuwe leerkracht Engels.Toen ik hem vroeg waarom hij me had gered
uit de klauwen van het schoolhoofd en hij mijn naam kende, zei hij zacht: Ik
ben een goede kennis van je vader. Stel verder geen vragen.
Zo slaagde ik
er dus in om een leraar als enige vriend te hebben op mijn eerste schooldag.
"So, this is my life. And I want you to
know that I am both happy and sad and I'm still trying to figure out how that
could be."[1]
Beste vriend,
Ik bent het, Charlie. Charlie Kelmeckis.Ik besef dat het lang geleden is, maar
ik voelde de prangende nood om je weer eens te schrijven. Ik dacht dat je het
wel prettig zou vinden om nog eens van me te horen. Hoe is het weer op de
plaats waar je nu bent?
De
laatste week van de vakantie loopt al bijna ten einde en ik ben haast niet te
houden. Ik ben nieuwsgierig, bang en ongelooflijk zenuwachtig tegelijkertijd.
Mijn moeder vroeg me deze ochtend nog hoeveel tassen koffie ik op had. Maar ze
begrijpt niet waarom ik zo driftig ben. Jij moet begrijpen dat een eerste dag
op een nieuwe school geen pretje is, zeker wanneer niemand je naam weet,
niemand weet wie je bent, niemand je verhaal kent. Eigenlijk voelt het best vreemd om zonder je
twee beste vrienden aan een gloednieuw hoofdstuk in je leven te beginnen. Ik
heb deze vakantie nog vaak aan onze vriendin Susan gedacht. Aangezien ze niets
van zich laat horen, veronderstel ik dat onze plannen om samen een opwindende
tijd te beleven in het water gevallen zijn. Ze heeft het vast moeilijk met
zichzelf. En wat die andere vriend betreft, dat verhaal hoef ik je niet meer
vertellen.
Stiekem
hoop ik dat morgen al frisse onbekenden tegenkom die al even groen zijn als ik,
die hopelijk zullen evolueren naar bekenden. Dat is eigenlijk hetgeen waar ik
zo bang voor ben. Én nieuwsgierig, én opgewonden. Maar zoals tante Hellen
altijd tegen me zei: Ooit zal je omgeven zijn door mensen die je beminnen om
wie je bent! Nog liever dan nieuwe vrienden maken, zou ik haar een laatste
keer willen omhelzen. Dat is mijn allergrootste wens!