Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Over mijzelf
Ik ben christine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam kiki.
Ik ben een vrouw en woon in Vorselaar (Belgie) en mijn beroep is arbeidster.
Ik ben geboren op 01/01/1970 en ben nu dus 54 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: gaan vissen , ik hou veel van indianen,dieren,en mijn 2 kinderen Tamara en Robin.
Zeelt Herkenning: De iris van het oog is oranje gekleurd. De vinnen zijn bolrond. Er zijn 2 korte bekdraden aanwezig. Onder de dikke slijmhuid bevinden zich op de zijlijn 95-120 kleine schubben. Verspreiding: Algemeen. Komt voor in wateren met veel plantengroei en een zachte bodem. Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, wormen en slakjes. Lengte afgebeelde vis: 40cm Lengte to circa: 60cm
Spiegelkarper Herkenning: De spiegelkarper is van de andere karpertypen te onderscheiden doordat over het gehele lichaam een aantal onregematig geplaatste schubben van verschillende grootte voorkomen. Verspreiding: Ingeburgerd, algemeen. Komt door uitzettingen in veel wateren voor. Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, weekdieren en wormpjes. Lengte afgebeelde vis: 40cm Lengte to circa: 120cm
(Schub)Karper herkenning: In de Nederlandse wateren komen van de karper 4 verschillende beschubbingstypen voor. Deze typen worden aangeduid als schubkarper, spiegelkarper, rijenkarper en naaktkarper. Er zijn 4 bekdraden aanwezig, waarvan 2 in de hoeken van de bek en 2 kortere op de bovenlip. De rand van de rugvin is hol ingesneden. De voorste vinstraal van de rugvin is stevig en getand. De rijenkarper is van de andere karpertypen to onderscheiden door het voorkomen van een enkele rij grote schubben op de zijlijn. De naaktkarper is van de andere karpertypen te onderscheiden doordat geen of slechts enkele schubben aanwezig zijn. Verspreiding: Ingeburgerd, algemeen. Komt door uitzettingen in veel wateren voor. Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, weekdieren en wormpjes. Lengte afgebeelde vis: 60cm Lengte to circa: 120cm
Kroeskarper Herkenning: Op de zijlijn liggen 33-36 schubben. De rugvin is bolrond. De 5e of de 6e vinstraal is het langst. Bekdraden ontbreken. Verspreiding: Vrij zeldzaam. Komt voor in stilstaande wateren met veel plantengroei en een zachte bodem. Voedsel: Voornamelijk insectenlarven, plantendelen, dierlijk plankton en slakjes. Lengte afgebeelde vis: 30cm Lengte to circa: 50cm
Grootkopkarper Herkenning: De grootkopkarper lijkt sterk op spiegelkarper. De grootkopkarper heeft een kortere kiel onder de buik. Verspreiding: Uitheems. Deze van oorsprong uit China afkomstige karper kan in ons land worden aangetroffen. Via de grote rivieren komt een enkele maal een uitgezet exemplaar van dit soort ons land binnen. Voedsel: Voornamelijk algen. Lengte to circa: 100cm
Graskarper Herkenning: Kan verward worden met de kopvoorn. Onder de zijlijn liggen 5 rijen schubben. Onderscheid zich van de karper door het ontbreken van bekdraden aan de stevige onderstaande bek en door de korte rugvin. Verspreiding: Uitheems, vrij zeldzaam. Oorspronkelijk afkomstig uit China. Naar Nederland gehaald ten behoeve van waterplantenbeheer. Plant zich in ons land niet voort. Voedsel: Bij voorkeur (zachte) waterplanten. Lengte afgebeelde vis: 70cm Lengte to circa: 120cm
Giebel Herkenning: Op de zijlijn van de giebel of wilde goudvis komen 28-31 schubben voor. De eerste vinstraal is tamelijk hard en getand. De rand van de rugvin is hol ingesneden. De gekweekte goudvis is een kleurvariëteit van de giebel. Verspreiding: Ingeburgerd, vrij zeldzaam. De giebel wordt in ons land plaatselijk aangetroffen in allerlei wateren. Voedsel: Voornamelijk kleine diertjes en plantaardig materiaal. Lengte afgebeelde vis: 20cm Lengte to circa: 45cm
het getal vier speelt een grote rol, er zijn vier windstreken west, oost, noord en zuid. Er zijn vier gezichten, het gezicht van een kind, dat van een jongeling dat van een volwassenen en dat van een oude man. Er zijn vier jaargetijden, vier mensenrassen rood, geel, zwart en wit, Er zijn vier dingen die ademen, de wezens die kruipen, de wezens die vliegen, de wezens die op 2 benen lopen en de wezens die op vier poten lopen. De tijd wordt in vier stukken verdeeld, de dag, de nacht, de maand en het jaar. Alle planten groeien in vier gedeelten uit de aarde , de wortels, de stengel of stam, de bladeren en de vruchten. Alsof dat niet genoeg is zijn er vier elementen het vuur, het water, de aarde en de lucht. Er zijn vier soorten goden, de grote goden, de bondgenoten van de grote goden, de goden die onder hen staan en de geesten. En ten slotte heeft het menselijk hart vier kamers, heeft elke hand vier vingers en elke voet vier tenen, En bij elkaar opgeteld leveren de duimen en de grote tenen ook het getal vier op.
Voor dag en dauw kwam de indianenpolitie aan bij de kleine nederzetting aan de Grand River, in South Dakota, om een arrestatiebevel ten uitvoer te brengen.
De geuniformeerde mannen drongen de twee aanelkaar grenzende blokhutten binnen waarin Sitting Bull met zijn twee laatste vrouwen woonde.
Ze maakten hem wakker, hij was niet bijzonder verrast en bood geen weerstand.
Zijn vrouw moest alleen wat kleren uit de andere hut halen zei hij, ze maakte van deze gelegenheid gebruik om het hele kamp te wekken waarin de trouwste navolgelingen en naaste verwanten van het opperhoofd woonden.
Sitting Bull verscheen geflankeerd door luitenant Bull Head en politieagent Shave Head in de deuropening, zijn vrienden hadden zich al verzameld voor zijn huis om hem ondanks het politiegeweld op te eisen.
Zijn veertienjarige zoon zou hem hebben beschimd als laffaard, Catch the Bear, de lijfwacht van Sitting Bull, opende plotseling het vuur op zijn oude vijand Bull Head.
In zijn val wist Bull Head niet alleen zijn gevangene dodelijk te treffen maar ook agent Red Tomahawk die achter Sitting Bull stond.
Het vuurgevecht duurde een uur en kostte Sitting Bull, zeven volgelingen en vijf politieagenten het leven.
De rest van de volgelingen had zich in een nabijgelegen stuk bos teruggetrokken, het gevecht werd beeindigd door ingrijpen van het leger.
Men vond het belangrijk dat Sitting Bull werd gearresteerd door zijn eigen volk en niet door blanken, men wilde van hem geen martelaar maken.
Voor degene die in de indianenpolitie slechts de beulsknechten van de overheid zagen, werd hij toch een martelaar.
Met de dood van Sitting Bull op 15 december 1890 kwam een einde aan een ongewoon leven.
Hij was als enige zoon van een invloedrijk Hunkpapa gezin in 1831 niet ver van de plaats van zijn dood geboren.
Door zijn bedachtzame karakter werd hij door iedereen Hunkesni (langzaam) genoemd, toch was hij de snelste loper van zijn leeftijdsklasse en doodde al op tienjarige leeftijd zijn eerste bizonkalf.
Toen hij veertien was, verrichtte hij zijn eerste krijgsdaad door midden in het strijdgewoel een coup uit te delen aan een Crow.
Ook had hij een nauwe relatie met de bovennatuurlijke wereld, die hem visioenenziener en “heilige man”(wicasa wakan) maakte.
De blanken hadden Sitting Bull altijd gewantrouwd, terwijl andere opperhoofden verdragen met hen tekenden, bestreed hij hen fel en noemden zijn vrienden onder de blanken hem al “Opperhoofd van alle Sioux”.
Dit was een functie die in de traditie van de Sioux onbekend was.
Zijn vooraanstaande positie had hij te danken aan de onverdiende reputatie dat hij in de Slag aan de Little Big Horn (1876), de grootste overwinning ‘van de indianen’op het leger van de blanken behaald had.
In 1877 leidde hij zijn mensen in vrijwillige ballingschap naar Canada, de onderdanen van de Engelse koninging zagen de politieke vluchteling echter niet graag en beperkten zijn bewegingsvrijheid zonder dat zij hem en zijn stam voedselrantsoenen gaven.
Nadat zij al hun bezittingen hadden verkocht en hun paarden bijna hadden opgegeten, gaven Sitting Bull en zijn laatste volgelingen zich in 1881 over aan de Amerikanen in Fort Randall, North Dakota.
Na het opheffen van het grote Sioux-reservaat in 1889 en kortingen op de toch al krap bemeten voedselrantsoenen in een tijd van hopeloosheid en vertwijfeling, geloofden veel Lakota in 1890 graag wat de profeet van de Ghost Dance had aangekondigd: de terukeer van de bizons, de vereniging met de voorouders en het verdwijnen van de blanken.
Het leger was bang voor een opstand van de Sioux en vermoedde ten onrechte dat Sitting Bull achter een samenzwering stak en zette hem bovenaan de ‘zwarte lijst’.
De karper is een stevige vis met forse schubben en grote vinnen. Als je de karper goed bekijkt, zie je dat hij vier korte bekdraden heeft. Met die bekdraden kan de karper voelen en proeven of er geschikte voedseldiertjes in de bodem zitten. Hij heeft een uitstulpbare bek, waarmee hij diep in de bodem kan wroeten. Verder heeft de karper een lange, holle rugvin. De voorste stekel van deze rugvin is hard en getand als een zaag.
Hoe leeft een Karper?
De Karper is een alleseter. Al enkele weken nadat hij uit het ei is gekomen zie je duidelijk dat de Karper is aangepast aan het voedselzoeken op en in de bodem. Al bij een lengte van 2 centimeter beginnen jonge Karpertjes van de bodem te eten. Het dieet van volwassen Karpers bestaat bijna helemaal uit bodemvoedsel, zoals insectenlarven, wormen en kreeftachtigen. Daarnaast eten Karpers ook wel plantaardig materiaal, zoals waterplanten en zaden.
Waar komt de Karper voor?
Van nature komt de Karper niet in Nederland voor. Zo’n tweeduizend jaar geleden is de Karper al door de Romeinen naar Italië gehaald en op verschillende plaatsen in Europa uitgezet. Oorspronkelijk kwam de Karper voor in Centraal- en Klein-Azië (dat is in en rond Roemenië, Oekraïne en Zuid-Rusland). In de eeuwen daarna zorgden monniken voor een grotere verspreiding van de Karper over Europa. Vanaf de middeleeuwen (de 14e eeuw) kwam de Karper, als teelt- en consumptievis, in kloostervijvers voor. Sinds die tijd zijn er allerlei verschillende variëteiten van de Karper ontwikkeld. Het oorspronkelijk in de middeleeuwen geïntroduceerde en daarna verwilderde type wordt wilde of boerenkarper genoemd. Hiernaast komen allerlei gekweekte variëteiten voor, zoals schubkarper, spiegelkarper, rijenkarper en naaktkarper. Deze vissen zijn speciaal gekweekt om op te eten en een stuk zwaarder dan de wilde Karper. Ook hebben ze vaak minder schubben en dat is handig bij het schoonmaken van de vis.
Wat kunnen we voor de Karper doen?
De Karper heeft veel waterplanten en ondiep water nodig om zijn eitjes in af te zetten. Omdat de Karper oorspronkelijk uit een warmer klimaat dan het onze komt, zijn ondiepe wateren, die snel opwarmen in combinatie met lange, warme zomers belangrijk voor zijn voortplanting. Is het Â’s zomers te koud, dan zijn de jonge karpertjes niet groot en sterk genoeg om hun eerste winter te overleven. De waterplanten hebben de jonge karpertjes nodig om te schuilen voor de Snoek. Het zijn namelijk niet zulke snelle zwemmers en dus een makkelijke prooi voor roofvissen. Voor de Karper kunnen we dus zorgen voor voldoende ondiepe, plantenrijke stukken in onze wateren. Denk maar eens aan de ondiepe boerensloten in polders. Als je die goed schoon houdt van bagger en je laat de waterplanten er staan, dan vindt de Karper er wel een plekje om zich voort te planten. Is een Karper eenmaal ongeveer 15 centimeter groot, dan redt hij zich prima en is hij niet erg kwetsbaar meer. Grotere, uitgezette Karpers overleven dan ook in bijna elk water.
De Brasem valt op door zijn hoge lichaamsbouw. Daardoor ziet hij er plat uit. Meestal is de Brasem zilverachtig-bruin van kleur. In veengebieden, waar het water vaak donkerbruin is, zijn de Brasems zeer donker van kleur. De Brasem heeft grijs-zwarte vinnen. De Brasem kan zijn bek ver uitstulpen. Hiermee zoekt hij in de bodem naar wormpjes en insectenlarven.
Hoe leeft een Brasem?
De Brasem kan goed leven in water zonder waterplanten. In troebele water, waar geen waterplanten groeien, vind je dan ook meestal veel meer Brasems dan andere vissoorten. Die Brasems eten daar bijna al het bodemvoedsel op en ook nog eens bijna alle watervlooien. Zelf grote Brasems kunnen die kleine watervlooien nog goed eten. Ze vangen de watervlooien door grote hoeveelheden water te filteren met behulp van hun kieuwzeef. Sommige walvissen hebben een vergelijkbare manier van voedsel zoeken. In troebel water zit vaak veel, slecht groeiende Brasem. Je vindt de Brasem ook in heldere wateren met veel waterplanten. In dat soort wateren vind je ook heel veel andere vissoorten, waaronder roofvissen als de Snoek en de Baars. Doordat in plantenrijk water meer Brasems worden opgegeten door deze roofvissen, blijven er minder exemplaren van over om al het voedsel op te eten. De Brasem groeit in heldere wateren dan ook meestal veel beter dan in troebel water.
Waar komt de Brasem voor?
De Brasem kom je in heel veel wateren tegen. Je vindt ze in rivieren, meren, plassen, kanalen, sloten, vijvers en zelfs brakke kreken en stromende beken. De Brasem voelt zich het meest thuis in stilstaande of langzaam stromende wateren waar waterplanten groeien, maar waar ook diepere, open plekken te vinden zijn. In het open water zoekt de Brasem in scholen naar voedsel en in de ondiepe, begroeide oeverzones zal de Brasem in het voorjaar zijn eitjes leggen.
Wat kunnen we voor de Brasem doen?
Omdat de Brasem geen waterplanten nodig heeft, kan hij in de meeste wateren goed overleven. Voor Brasem is het belangrijk dat er voldoende zuurstof in het water zit. In veel troebele stadswateren komt nog regelmatig rioolwater terecht. Hier zijn de grote Brasems vaak het eerst de pineut: ze gaan dan massaal dood door verstikking. Een goed onderhoud van het water en het stoppen van rioolwaterlozingen in onze sloten en vijvers zal de Brasem flink helpen het hoofd boven water te houden.
Weetjes over Brasem
Onder zeer goede omstandigheden kan de Brasem een lengte bereiken van 80 cm. Zo'n kanjer weegt ongeveer 7 kilo. Brasems kunnen wel 15 jaar oud worden.
visclubs zonder site viske bijt 015/25.17.05 boomse vissers 0478/68.40.17 de rode pen 03/457.45.85 sportieve netevissers 014/51.24.52 hullebrug-itegem 014/26.04.13 of 0495/92.12.24 de witvis 0477/66.56.80 of 014/51.32.15 vermaak na arbeid ramsel 016/69.92.22 ieder zijn recht kessel 03/480.22.96 general motors 03/411.03.92 pluys 03/481.86.10