En hoe ik mijzelf verloor de avond dat ik haar zag doodgaan
Inhoud blog
Zoeken in blog
Beoordeel dit blog
19-01-2017
BLAUW
We stappen op de bus. Hoewel we maar met 18 in totaal zijn is het zo een grote met een beneden en bovenverdiep. Ik wil naar boven gaan maar Q en J vragen om even beneden te blijven.
Ik doe mijn rugzak af en zet mij even neer. Als we vertrokken zijn komen ze bij me. Ze vertellen dat ze wel zien dat ik het nog steeds moeilijk heb met alles wat er gebeurd is maar dat deze week heel belangrijk is. Of ik wil proberen om er even niet aan te denken. Ik hoor verder niet veel meer van wat ze zeggen,
Ze moesten eens weten hoe vaak ik probeer om er niet aan te moeten denken, hoe vaak ik wegvlucht van mijn eigen gedachten. Ze moesten eens weten hoe...
Ok? Hoor ik ineens? Euhm wat? Ja hoor.
Ik heb niet gehoord wat hij zei of vroeg.
Mag ik nu boven gaan zitten vraag ik? Straks zegt hij, we gaan zo even stoppen, daarna kan je bij de anderen gaan zitten.
Ik neem mijn rugzak en haal er mijn Ipod uit. Oortjes in. Na de stop onderweg ben ik boven bij B gaan zitten. Hoe ze het altijd voor elkaar kreeg weet ik niet, maar het lukte haar elke keer om mij te doen lachen. En elke keer ze dat deed voelde het alsof ik weer even mijzelf was, alsof ik ademde zonder het gevoel te hebben dat er niet genoeg lucht was. Ze gaf mij een vertrouwd gevoel.
Veel tijd om onze spullen uit te pakken op de kamer hadden we niet. Omkleden en naar de oefenruimte gaan was er gevraagd. Ik sta met mijn rug naar haar, Ik draai mij snel om maar ze heeft het al gezien. Ze zegt niks. Ik doe snel een topje en mijn trainingsvest aan. De broek had ik al aan om op de bus te zitten zoals de meesten. Tot straks zeg ik en ik vertrek al.
Iedereen begint op te warmen, ik voel hoe ze naar mij kijkt. Ze komt naast me zitten voor de stretch oefeningen die volgen.
Doet het pijn vraagt ze? Nee hoor zeg ik, gewoon ergens tegenaan gelopen. Ik begin te blozen, en kijk weg. Ik heb wel zalf mee tegen blauwe plekken antwoord ze, ik zal ze straks geven. Bedankt zeg ik. Ik sta op en zeg dat ik even naar toilet ga. Als ik terugkom staat B met J te praten terwijl de anderen nog steeds aan het stretchen zijn. Ik ga snel terug zitten, en wacht tot de energie rush overneemt.
Er waren altijd 3 solistes in de groep. A, E en ik. Nu was het vooral E. Omdat ik zelf had gevraagd om even geen soliste meer te hoeven zijn. Q was heel begripvol geweest en alle voorrondes had E de solos en paren gedanst.
Oefenen ging goed. Logisch.
En dan opeens krak... en muisstil in de ruimte. E en S (de mannelijke solist) allebei op de grond. E grijpt met haar handen naar haar voet en S houd zijn schouder vast.
Blijkbaar is hij bij de laatste lift zijn evenwicht verloren...
Het blijkt bij beiden vrij ernstig te zijn en dan beslissen Q en J om niet verder te trainen en met S en E naar een dokterspost te rijden.
J blijft bij de groep en Q vertrekt. We mogen ons gaan douchen en dan hebben we een paar uur vrij afhankelijk van hoelang Q wegblijft.
B gaat eerst. Ik ga eerst naar buiten. Ze is al klaar als ik terug kom. Ik neem mijn handdoek en ga ook. Als ik uit de badkamer kom zie ik dat ze de zalf waarover ze sprak uit haar tas haalt en op bed legt. Net wanneer ik die wil nemen pakt ze mijn hand vast. Zal ik het doen? Ik twijfel maar toch zeg ik ja. Ik doe mijn trui uit en rol mijn tshirt naar omhoog. Het doet pijn als ze de zalf smeert maar ik zeg niks.
Hoe kom je daar nu aan vraagt ze opnieuw. Gewoon, antwoord ik opnieuw, ergens tegenaan gelopen. Ik merk dat ze niet geloofd wat ik zeg, maar wat moet ik dan? Ik kan haar de waarheid niet vertellen.
Ik was bang geworden voor hem, voor P, 2 dagen voordien was ik daar geweest. Hij was naar beneden gegaan omdat er iemand aan de deur belde. Omdat ik al een tijdje vond dat hij zich soms heel vreemd gedroeg nam ik zijn telefoon. Op het moment dat ik het eerste bericht wil lezen komt hij binnen. Hij was razend, hij trok de telefoon uit mijn handen en duwt mij hard tegen de deur aan. Ik voel de deurklink keihard in mijn rug. En pijn, heel veel pijn.
Ik schrik op uit mijn gedachten en zeg tegen B dat ik even naar buiten ga terug.
Ze gaat mee.