Ze draagt een dauwbroek vandaag. Wat een dauwbroek is, weet ik ook niet, maar ze past haar wel.
Waar heb jij zo lang gezeten? vraagt ze.
Ik dacht dat je dood was.
En dan? Je kon op zn minst s langsgelopen zijn, vroeger deed je dat toch ook. Ik heb tijd zat.
Ik niet, zeg ik zacht.
Maar een mens kan niet blíjven wachten. Ik dacht: als hij niet wil passeren, dan doe ik het wel. En toen heb ik mijn schoonste broek aangetrokken.
Is het koud buiten?
Ik kom helemaal niet van buiten.
Oh.
04-02-2008 om 01:54
geschreven door vitalski 
|