Vandaag is er iets mega raars gebeurd. Narcissus, onze rijkssecretaris en vrijgelatene van onze keizer Claudius, vraagt om met mij te praten en dan nog wel op een plek waar weinig mensen ons kennen. Hier klopt iets niet. Paar jaar had hij nog bijna Sabinus vermoordt en nu heeft hij informatie over hem en nu wilt hij mijn hulp. Nu moet je wel weten, Narcissus is de vrijgelatene van Claudius maar hij is uit zijn gratie gevallen door onze goede vriend Pallas. Pallas is ook een vrijgelatene en is de schatkistbewaarder en de minnaar van de keizerin. Maar hij is nu samen met Agripinna, de keizerin, de enigste die invloed heeft op de keizer. Dus ik weet niet goed wat te doen want door naar Narcissus te gaan, verraad ik Pallas eigenlijk.
Ik zal jullie het wel laten weten wat mijn besluit is.
Zoals sommigen wel weten heb ik een oudere broer, Titus Flavius Sabinus. Voor zijn verleende diensten op het eiland Brittanniƫ, hij was de legatus van het legioen de vierde Scyntica, werd hij benoemd door keizer Claudius en de Senaat tot gouverneur van Thraciƫ. Maar natuurlijk moest hij weer het domste doen dat hij maar kon doen. Hij geloofde ten eerste een spion die hij nog nooit gezien had en ten tweede verknalt hij de missie die hij dan deed. Er waren volgens de spion Parthische gezanten naar het stadje Tyra gekomen bij de Donau. Hij wou met drie schepen de Parthen tegen houden maar hij trapte natuurlijk weer veel te gemakkelijk in een afleidingsmanoeuvre. En wat is het gevolg? De Parthen zijn ontsnapt en de koningin Agripinna dat hoort mag ik het weer gaan uitleggen hier in Rome. En ze haat mij nu al. Argh, waarom Sabinus? Waarom? Ach ja, misschien is het best om gewoon mijn kalmte te bewaren en al denken wat ik ga zeggen als ze mij komen halen.
Ik zal jullie zo snel mogelijk vertellen als er iets gebeurt.