Hij noemt Doeke. Ik heb er drie. Één is in frankrijk. Ik heb hem gekregen bij mijn geboorte. Hij is heel heel lief. Ik heb een speelgoed auto. Ik zet hem er in. Je ziet zijn ogen niet omdat hij zijn muts veel te laag trekt. Ik steek hem in mijn broek zak hij ziet er wit met blauw uit.
Hij noemt Doeke. Ik heb er drie. Één is in frankrijk. Ik heb hem gekregen bij mijn geboorte. Hij is heel heel lief. Ik heb een speelgoed auto. Ik zet hem er in. Je ziet zijn ogen niet omdat hij zijn muts veel te laag trekt. Ik steek hem in mijn broek zak hij ziet er wit met blauw uit.