Liefste dagboek
Vorige week hoorde ik een gesprek tussen mama en papa. Ik was met mijn broertje, Michel, aan het spelen toen ik hen hoorde babbelen. Ik heb begrepen wat er gezegd werd maar ik weet niet precies waarover ze het hadden. Ze praatten namelijk in een andere taal, niet het Frans, maar onze moedertaal. Deze begrijp ik wel, maar mijn Frans is beter.
Dus dat gesprek... Ik heb niet alles begrepen. Ze praatten heel stil zodat Michel en ik het zeker niet zouden horen. Papa was nerveus, dat hoorde ik meteen. Mama leek bang. Dat was ik niet van haar gewoon. Papa zei dat het moeilijk ging worden voor ons. Wat ging er moeilijk worden? Hij gebruikte woorden die we nooit gebruikten als 'razzia', 'kampen'. Hij zei ook dat er arrestaties gingen volgen, maar dat vooral mannen gevaar liepen. Volgens hem waren vouwen en kinderen veilig. Hij zei ook nog dat hij zich vanaf nu in de kelder ging verstoppen. Waarom? Wat was er zo gevaarlijk?
Nu zien we papa enkel na het werk. We moeten bijzonder vroeg gaan slapen. Michel valt meteen in slaap, maar ik niet. Elke avond opnieuw hoor ik dat mijn vader troostende woorden toefluistert aan mijn moeder. Hij zegt dat ze niet bang hoeft te zijn, dat ze hem niet gaan vinden. Na deze woorden loopt papa altijd naar de kelder.
Ik heb al verschillende keren gevraagd aan papa wat er aan de hand is, maar telkens vertelt hij mij dat ik mij geen zorgen hoef te maken. Dan geeft hij mij altijd een knuffel. Ik doe wel alsof ik er niet aan denk maar toch begrijp ik het niet.
Wie mag papa niet vinden?
Liefs
Sarah
|