Ik werd wakker van Sarah die de trap afliep. Ik was in slaap gevallen in de zetel. We dronken samen thee en ik hervatte mijn verhaal . Van dit deel van het verhaal wist Sarah niets. De mannen namen ons mee naar een plaats waar een omgekeerde boot lag, waar ze me in staken. De boot was zo goed als geluidsdicht maar alsnog hoorde ik mijn zus schreeuwen. Ze hadden haar verkracht, ze duwden haar tegen de boot. Zij schreeuwde om hulp, en smeekte om te sterven. Ik hoorde hoe de mannen één voor één haar botten braken en haar dan dropte in de zee. Ik durfde niet naar buiten te gaan en ben uren onder de boot blijven zitten, ik wist niet wat te doen. Ik was bang dat ze gingen terugkeren. Ik vluchtte, rende en rende. Ik keek geen enkele keer om, ik was zo bang dat mij hetzelfde lot te wachten stond als mijn zus. Ik kwam terug op het strand waar we elkaar voor het laatst zagen, daar vond ik Andrews portefeuille met jullie telefoonnummer en zijn rijbewijs in. De dag toen ik vrijgelaten werd belde ik hem met de vraag of ik naar hier mocht komen en nu ben ik dus bij Sarah.
|