Toen ik in de bib van het instituut aan het tekenen was, heb
ik een gave ontdekt. Ik kan dingen als het ware in een blad stoppen. Ik had
mijn kop koffie vast en zette deze op mijn boek, toen ik de kop wou terug
nemen,was deze getekend in mijn schrift. Ik weet nu waar de levensbeker is,
waar mijn moeder hem verscholen heeft. Mijn moeder heeft hem in de tarotkaarten
gestoken die ze geschilderd heeft voor de heks die beneden ons huis woont. Ik
ging meteen naar Jace toe om hem te zeggen dat ik het wist. Toen zijn we om de
beker gegaan, maar de heks bleek een demoon te zijn die ook achter de
levensbeker aan was. Gelukkig was Jace bij me en Alec en zijn zus. Alec is
gewond geraakt en moet nu dringend verzorgt worden in het Instituut.
Toen ik de levensbeker aan Hodge ging tonen, vroeg hij of
hij hem mocht vasthouden. Hij begon ineens dingen te zeggen , dat ik hem moest
vergeven voor wat hij ging doen. Hij opende het portaal en er kwam iemand uit
die meteen de beker uit Hodge zijn handen nam. Het was Valentijn, de persoon
die juist niet de beker in handen mocht krijgen. De persoon die mijn moeder had
meegenomen. Hij bleek ook mijn vader te zijn en hij zei ook de vader te zijn
van Jace, maar dat mag niet zo zijn! De persoon waar ik zo verliefd op ben, mag
mijn broer niet zijn. Samen met de hulp van de weerwolven en de schaduwjager
hebben we Valentijn kunnen verjagen en de levensbeker in ons bezit kunnen
houden, maar dit is nog niet het einde. We zullen nog van Valentijn horen en
mijn moeder zal moeten herstellen van het drankje dat ze heeft ingenomen.