De Belgische pistekampioenschappen voor Elite zijn dit jaar verschoven naar het eerste WE van oktober. Vandaag dag 2 met op het programma: achtervolging en omnium. Bij de dames is het een kampioenschap in de formule “Dames open” waardoor junioren mogen deelnemen. Van onze ploeg maakt Esmée daar graag gebruik van, hoewel het voor haar wat dubbel is, volgens het Belgisch reglement is ze nog juniore, maar wanneer de kampioenschappen voor junioren er aan komen in december is ze reeds Elite, dus rijdt ze nu haar enige BK piste.
Zij mag als eerste van de 7 dames starten in de achtervolging over 3.000m. Zij komt aan 1 km door na 1m23,965s, halfweg noteert ze 2m03,853s om te finishen na 4m05,872s, dat is de beste tijd van de “junioren” en ze wordt daarmee zesde na de 5 dames van de nationale selectie.
Het omnium wordt aangevat door 9 rensters, de 5 dames elite van de nationale selectie, net terug van een tiendaagse stage in Bordeaux en dus goed op dreef, aangevuld met 4 “junioren” waaronder Esmée. Het is voor de start reeds duidelijk dat het een wedstrijd in de wedstrijd wordt voor de 4 youngsters terwijl er maar 1 uitslag is.
De scratch over 30 ronden is een kalme wedstrijd zonder verhaal die pas in de laatste ronden op gang komt. Esmée zit goed gepositioneerd, maar de achtervolging zit nog in haar benen waardoor de sprint niet echt messcherp te noemen is, zij komt zo pas als achtste van de negen over de streep. 
In de temporonden doet ze het een stuk beter. Daar waar de ander 3e “junioren” 2x worden gedubbeld door de nationale selectie weet Esmée zich handig te positioneren én door sterk te rijden wordt zij maar 1x gedubbeld, wat haar de zesde plaats oplevert en haar ook naar de zevende plaats in de tussenstand brengt.
In de afvalling valt er net voor de eerste afvalling een gat en Esmée krijgt dit net niet meer helemaal dicht en moet zo als eerste het strijdtoneel verlaten, wat wel even een opdoffer is, maar zij weet toch haar zevende plaats in de tussenstand te behouden.
In de afsluitende puntenkoers over 80 ronden, is het tussen de “junioren” een strijd voor de plaatsen 6 t.e.m. 9. In de eerste sprint wordt het ganse peloton verrast door Britt Verbeek die door die 5 punten over Esmée heen springt. Punten pakken in de sprints is nadien onmogelijk omdat bij de Elites de strijd op het scherp van de snee wordt gestreden en zo zijn er geen kruimels meer over voor de “junioren”. De beste mogelijkheid om dan nog te stijgen in de ranking is ervoor te zorgen dat de andere “junioren” een verliesronde meer aan de koersbroek gesmeerd krijgen, maar de eerste 50 tot 60 ronden valt het na elke sprint terug stil, Esmée is dan wel dadelijk mee met het peloton, maar haar opponente kan telkens terugkeren in de “kalme ronden”. Wanneer in de laatste 20 ronden de wedstrijd echt open breekt moet zij met de andere leeftijdsgenoten de kopgroep laten rijden waardoor zij allen nog op een ronde worden gereden en Esmée zo geen verschil meer kan maken, zij zet dan nog eens fel in op de eindsprint en kan daar nog 2 punten veroveren, maar dat blijkt in de eindafrekening net 1 punt te weinig om de zevende plaats te heroveren, Esmée blijft zo achtste.
Zij is wel een mooie en leerrijke ervaring rijker en kan nu net als onze andere rensters de fiets even aan de spreekwoordelijke wilgen hangen en rust nemen alvorens de draad terug op te nemen als Dame Elite.