1.Wie
is de protagonist, wat weet je over hem/haar?
2.Wie
is de antagonist?
3.Met
welke personages voel je een zekere verwantschap, in wie kun je stukjes van
jezelf of je leven herkennen?
4.Aan
welke themas kun je het boek linken? Verwijs zeer concreet naar bepaalde
dingen in het boek en leg nader uit.
5.Wat
is het kantelmoment in het verhaal, waarbij alles op dreef komt?
6.Hoe
is de protagonist bij dit conflict betrokken?Leg dit uit in enkele zinnen.
7.Zoek
enkele passages die je raken en geef wat uitleg.
8.Ben
je tevreden met de afloop?
C.Specifieke
opdracht
1.Zoek
drie krantenartikels die nauw aansluiten bij de thematiek van het boek.
2.Verwoord
in een paar zinnen wat de inhoud van je artikel is, verwijs zeker naar één
passage in het boek dat hierbij aansluit en leg even uit hoe artikel en
fragment samengaan. Wijs eventueel op verschillen of sterke gelijkenissen.
3.Geef
je bedenkingen bij het thema, doe dit in een gestructureerd stukje tekst.