Vaarwel Baltimore (Maryland), het was leuk je gezien te hebben en de kennismaking was ok, maar toch zal ik je nu al reeds vertellen dat je waarschijnlijk mijn eerste en tevens ook laatste bezoekje hebt gehad. Je stad kon me namelijk niet bekoren zoals de voorbije plaatsen dat to nu toe wel konden. Ik zeg je dus geen tot ziens, maar vaarwel
Na het afscheid stappen we opnieuw op een Greyhoundbus, dit keer voor een rit van meer dan tien uur, die ons uiteindelijk via Pittsburg (Pennsylvania) naar Cleveland (Ohio) en zo naar Detroit (Michigan) zal brengen. Deze busrit gaat niet zoals de vorige langs drukke snelwegen van grote stad naar grote stad, maar deze heeft iets speciaals. We rijden in de bergen die er nog steeds besneeuwd bijliggen en komen voorbij enkele schilderij landschappen waar je hier en daar een huisje in het groen opmerkt. Komende van niets anders dan grote drukke steden waar het s nachts even licht is als overdag is dit het andere Amerika. Die ik tot nu toe nog niet had gezien, buiten misschien de eekhoorntjes in Central Park (NYC).
Als ik goed naar buiten kijk, niet eenvoudig want de zon begint de dalen en zwarte lucht neemt zijn plaats in, denk ik iets te zien wat op een hert lijkt. Met mijn biologie kennis kan het ook een eland of ree geweest zijn maar in ieder geval, iets in de richting. Iets waar we in België voor naar de kinderboerderij moeten
Vaak krijg ik de opmerking dat ik nogal regelmatig commentaar heb over het gedrag van mijn medemensen her en der in het straatbeeld. Het klopt dat ik dikwijls een beetje grappend uithaal naar mensen waar volgens mijn bescheiden mening een serieuze vijs aan los zit, of zoals u wil, een hoek van af is.
Nu moet ik toegeven dat ik misschien enkele keren te voorbarig ben geweest met het beoordelen van de mensenmassa in ons Belgenlandje. Openlijk neuspeuteren terwijl je aan het wachten bent aan de Delhaize kassa of een beetje scheef lopen alsof je in je broek gekakt hebt behoren waarschijnlijk niet direct tot de symptomen van een krankzinnige gek, zoals ik ze wel eens durf noemen. Daar scheelt iets aan, of amai, kosten genoeg aan de die, u zegt het maar ik heb alles waarschijnlijk al wel eens gehad in mijn verwijzingen naar rare gevallen.
In Amerika liggen de teerlingen een beetje anders moet ik nu wel bekennen. Ik vraag me soms af of er mensen rondlopen die alle hoeken nog wel bezitten en waar vijzen wel tot de standaard opties behoren in een mensenlichaam. Een (korte) bloemlezing van de voorbije dagen;
Je komt nietsvermoedend uit de terminal van Grand Central, New York City, wanneer je in de verte een hoop spandoeken en plakkaten opmerkt met een nest mooi ogende, jonge jongens en meisjes ergens tussen de 18 en 25 jaar; een of andere betoging tegen bontjassen ofzo denk je dan, en je gaat het van nader inspecteren. Mijn handtekening voor een petitie krijgen ze zeker. Tegen madammen met een bontjas zeg ook neen. Ik kom dichterbij de opschriften en constateer dat ik met een bende pastoors en pausen te maken heb. If you want to know more about Jesus, please ask. We love to tell you more. Daar is het Vlaamse neuspeuteren niks tegen.
In die zelfde stations terminal wacht ik meer dan een uur op een vriend van mij de volgende dag. Ik nestel me neer ergens in een hoekje op mijn kont en aanschouw de mensenmassa. Na enkele minuten merk ik een wel zeer raar schepsel op dat welgeteld om de anderhalve minuut voorbij komt gejogged in een roze trainingsbroek en dito roze I-LOVE-NY-shirt. Deze blanke vrouw van midden dertig zal me in die 70 minuten welgeteld 46 keer voorbij komen gespurt doorheen de statige vertekhal. Ze heeft een grote hoofdtelefoon op hare kop staan die aangesloten is op een al even roze mp3 speler die ze zwiert van de ene naar de andere hand. Leukste aan dit verhaal is dat we te maken hebben met een echte zangeres. Een geval dat je zo in de categorie top 10 - bloopers van American Idol kan duwen. Haar mp3 is er eentje van het oude model denk ik, want, spijtig voor de ondertussen tientallen pendelaars die de vrouw hebben opgemerkt speelt er maar één nummertje door haar oortjes. De nachtegaal moet een immense bewondering voor Michael Jackson hebben. Meer dan twintig keer horen we Heal the World. Loeihard en kattig vals. Daar komt mijn vriend, weg ben ik. Drie dagen later neem ik opnieuw de trein, en ja inderdaad, de dame heeft blijkbaar ook een abonnement.
In de plaatselijk K-Markt, een grootwarenhuis in Philadelphia ben ik op zoek naar enkele versnaperingen. Mijn zoektocht eindigt abrupt wanneer ik word aangesproken door een zwarte man van rond de zestig die kreupel is en met een wandelstok zichzelf voortsleept. Als hij merkt dat Spaans niet mijn ding is, en ik van de Duitse taal ook al geen kaas heb gegeten gooit hij het over een andere boeg en kraamt hij zijn onzin dan maar in het Engels uit. Gesprekonderwerp van de avond is, hoe kan het ook anders Barack Obama, sinds enkele dagen officieel de 44ste Amerikaanse president, en de politiek van zijn land. Na een lofspreek voor Mister Obama, waar ik vriendelijk en aandachtig naar luister stelt hij me voor om een kleine kwis te spelen. Na lang aandringen zijnentwege hap ik dan maar toe. Ik moet drie willekeurige presidenten opnoemen en hij moet erin slagen het jaar van in- en aftreden op te noemen. Ik noem Jimmy Carter, George Washington en Abraham Lincoln, natuurlijk zelf niet wetende welke jaartallen de correcte zijn. De man proest het uit dat voorbijgangers er van schrikken. Are you kiddin me? Can you make it more easier than this? Hij weet ze vlot af te rammelen en de hele wereld mag het weten, incluis de in K-markt shoppende medemens plus kassiersters en securityman aan de ingang. Die laatste maakt er dan ook een einde aan door de stakker buiten te zetten op een toch vriendelijke manier. Ik check het later op het internet en de man bleek er helemaal op te zitten.
Dit gezegde zijnde zal ik eenmaal terug in België oppassen met het mensen in hokjes steken, wetende dat we van de ergste gevallen voorlopig nog veraf zijn. Maar denk eraan, onweert het in the States dan druppelt het meestal toch al een beetje bij ons.