Het is misschien een
oude discussie die al lang gevoerd is, alhoewel ik vind dat ze praktisch niet gevoerd is. Ik ben nog altijd erg
ontgoocheld dat in een aantal grote Vlaamse steden de hoofddoek verboden is
voor stedelijke functies. Deze beslissing is volgens mij overhaast genomen
terwijl het hier gaat om een erg gevoelige kwestie. Hier moest een ernstig
debat over worden gevoerd. En dan bedoel ik geen debat over het feit dat een
openbare functie neutraliteit moet uitstralen en dat een hoofddoek dragen daar
niet in past. Neen, een debat over de angst die Vlamingen hebben tegenover
nieuwkomers in dit land, maar ook tegenover mensen die hier al voor de derde
generatie wonen. Een debat over de vervreemding van culturen in deze
multiculturele maatschappij. Een debat over integratie aan de ene kant en
verdraagzaamheid aan de andere kant.
De discussie die nu
gevoerd is, ging over neutraliteit, een principe overgewaaid uit Frankrijk.
Neutraliteit is daar een onderdeel van de drie fundamentele principes van de
republiek, met name Laïcité, égalité en franternité. We zien hier ook gelijkheid
en broederlijkheid bij deze principes. In Frankrijk getuigt hun invulling van
neutraliteit van weinig gelijkheid en broederlijkheid, volgens mij. Daarom vind
ik het onterecht dat deinvulling van secularisme van Frankrijk hier overgenomen
is. Volgens mij biedt het secularisme hier niet voldoende antwoord op de
multiculturele samenleving. Ik ben eerder voor een secularisme met behoud van
identiteit. Ik ben her er volledig mee eens dat een overheid neutraal hoort te
zijn (Stouthuysen), omdat de overheid aan het geheel van de samenleving
toebehoort. Maar net daarom, denk ik, dat levensbeschouwelijke symbolen
toegelaten moeten worden. Volgens mij worden zij onzichtbaar door ze toe te
laten (Parekh). Wij kunnen moeilijk de motivering voor het dragen van een
levensbeschouwelijk symbool achterhalen, vrije keuze of niet. Daarbij zijn
levensbeschouwelijke symbolen vaak een belangrijk deel van de identiteit. Volgens
mij moeten moslims want daar is het verbod duidelijk op gericht - ook niet
van bovenaf geïntegreerd worden. Om al deze redenen vind ik dus dat
levensbeschouwelijk symbolen, ostentatief of niet, toegelaten moetenworden in openbare functies wanneer dit
technisch mogelijk is, met andere woorden de taak praktisch niet verstoord. Een
verbod heft volgens mij geen enkel nut, het leidt eerder tot uitsluiting van
een bepaalde groep mensen dan tot een neutrale overheiddie aan het geheel van de samenleving zou
toebehoren op die manier.
Ook het verbod op levensbeschouwelijk
symbolen in de scholen, stoot mij tegen de borst. Inderdaad, een
onderwijsprogramma moet de jongeren in staat stellen een vrije keuze te maken.
Een verbod op levensbeschouwelijk symbolen geeft een verkeerd signaal volgens
mij, zowel oor leerkrachten als voor leerlingen. Zo zullen jongeren denken dat
het dragen van deze symbolen hen beperktere kansen geeft en dat hun autonome
keuze later eventueel op een verbod kan stuiten. Aangezien de school een eerste
contact is met de samenleving voor jongeren en ook een leerschool is voor het
latere echte leven, moeten jongeren ook daar al in contact komen met
diversiteit, niet alleen in het multiculturele onderwijsprogramma, maar ook op
de speelplaats. Enkel op die manier kan jongeren aangeleerd worden hoe om te
gaan met diversiteit.
Op die manier is er
nog steeds sprake van een seculiere staat, zij het dat er sprake is van een
zichtbare diversiteit in plaats van een onzichtbare. Gemeenschapsverschillen
worden hierdoor niet in stand gehouden, zij het dat de overheid hier op een
correcte manier mee omgaat, in het onderwijs, in de aanwervingsprocedures, in
het omgaan met discriminatie,
Na er lang over te hebben gedacht van eens een blog aan te maken, is het eindelijk zo ver. Vanaf nu geef ik hier ongezouten mijn mening over politieke en maatschappelijke zaken. Veel plezier bij het lezen en reageer gerust!