Wij waren met zeven kinderen verkleed in spook. Wij stapten in de bus van Dorine. Het werd donker. We werden geschud en vlogen op elkaar.We werden afgezet op een plaats die we niet kennen. Iemand neep in Stien haar been. Ze gaf van schrik een schop terug. Estées mama gaf een grote gil. Iemand zat verstopt in de struiken. Wij denken dat het Lottes papa is. Sommige pijlen waren weg. Daardoor liepen wij in de verkeerde straat. De soep was zeer warm. Bij de kippenbilletjes had de juf ons eerst niet gezien. Het was een leuke tocht.