Een van de opdrachten is om bij alle domeinen van het muzische documentatie te zoeken rond textuur en ze te verwerken in een kaartspel, zoals het spel dat we gebruikt hebben tijdens ons eerste contactuur.
dit is het verslag van de eerste vergadering voor de voorstelling. We kwamen tot een besluit rond het algemeen concept, maar dit is nog maar het begin.
aanwezig: Lien Paermentier, Sharon Slabbinck, Tess Desitter, Lies Vanhee en Thomas Baekelandt
verontschuldigd: niemand
Algemeen:
Textuur is bij een voorstelling aanwezig in:
- de kostuums
- het decor
- het karakter van de personages
- ...
concept van de voorstelling:
We zijn in
een school. Ieder is een ander personage met zijn eigen karakterkenmerken. Deze
worden uitvergroot. We komen aan
in de school en het decor wordt opgezet. Plots ontdekken we een grote doos.
Niemand weet waar hij vandaan komt, wat erin zit. We proberen de doos te
openen. Uiteindelijk lukt dit. In de doos zit vanalles (wat met textuur te
maken heeft.) Rond ieder voorwerp wordt iets gedaan. bv stukje poëzie, liedje, stukje muziek, ...
extra: Tijdens het stuk wordt een ritmisch stukje herhaald.
We beginnen met iets eenvoudigs. Dit wordt doorheen het stuk dan opgebouwd.
scènes:
Het stuk kan zich in vier grote delen afspelen:
- intro + opbouwen decor
- ontdekken van de doos
- openen en leegmaken van de doos
- slot
personages:
iedere student speelt een bepaald personage, het zijn alledaagse personages, maar met uitvergrote karaktertrekken.
Zo heeft ieder zijn eigen 'gekke trek' en daarin kan worden overdreven.
de koffer:
Er moeten enkele tevergeefse pogingen worden gedaan om de mysterieuze koffer te kunnen openen.
De manier waarop een personage poging doet om beweging in de koffer te krijgen, hangt af van zijn karaktereigenschappen.
Alle pogingen zijn tevergeefs en baten niet. Uiteindelijk gaat de koffer open per toeval, of uit zichzelf.
Als de koffer open is, zitten daar allemaal verschillende materialen in. Met die materialen wordt vanalles en nog wat gedaan. Hierbij proberen we zoveel mogelijk effecten te betrekken. bv. iemand valt in de koffer bij het uithalen van een voorwerp, zo komen we opnieuw in een andere situatie, een andere manier van doen, een andere sketch,...
Met al dat materiaal wordt uiteindelijk, bij wijze van toeval, een kunstwerk gemaakt. Dit kan achteraf in de school blijven staan, als herinnering.
De bedoeling is om vooral veel humor in de voorstelling te brengen. Er zal spanning in zitten, en het verhaal wordt opgebouwd naar een clue, een leuk einde.