DAGELIJKS EVANGELIE
Heer, naar wie zouden we gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; Johannes 6,68
Zaterdag, 24 Oktober 2009
Zaterdag in week 29 door het jaar
Vandaag viert de kerk : H.Antonius Maria Claret, bisschop (gedachtenis), H. Maglorius van Dol (gedachtenis)
Lees het commentaar onderaan:
De Didache : "Kies voor de weg ten leven"
Lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Romeinen 8,1-11.
Voor hen, die Jesus Christus toebehoren, bestaat er dus thans geen verdoemenis meer. Want de wet van den Geest, -een wet van leven in Christus Jesus, -heeft u bevrijd van de wet van zonde en dood. Wat de Wet niet vermocht, machteloos als ze was door het vlees, dat heeft God gedaan: Door zijn eigen Zoon te zenden in de gedaante van het zondige vlees en terwille van de zonde, heeft Hij de zonde veroordeeld in het Vlees, opdat door ons de gerechtigheid der Wet zou worden vervuld; door ons, die leven niet naar het vlees, maar naar de geest. Immers, wie vleselijk zijn, streven naar vleselijke dingen; maar wie geestelijk zijn, naar geestelijke dingen. Welnu, het streven van het vlees is de dood; maar het streven van de geest is leven en vrede. Want het streven van het vlees staat vijandig tegen God; het onderwerpt zich niet aan Gods Wet, en zelfs kàn het dit niet; wie vleselijk zijn, kunnen God niet behagen. Welnu, gij zijt niet in het vlees, maar gij zijt in de geest, omdat de Geest van God in u woont; wie toch den Geest van Christus niet heeft, behoort Hem niet toe. Maar zo Christus in u is, dan is het lichaam wel dood door de zonde, doch de geest blijft in leven door de gerechtigheid. En zo in u woont de Geest van Hem, die Jesus uit de doden heeft opgewekt, dan zal Hij, die Christus Jesus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen ten leven verwekken door zijn Geest, die in u woont.
Psalmen 24(23),1-2.3-4.5-6.
Een psalm van David. Aan Jahweh behoort de aarde, met wat ze bevat, De wereld en die er op wonen; Want Hij heeft ze op de zeeën gegrond, En geplant op de stromen. Wie mag de berg van Jahweh bestijgen, Wie zijn heilige stede betreden? Die rein is van handen, en zuiver van hart; In wiens ziel geen bedrog is, en die geen valse eden zweert. Hij zal zegen van Jahweh ontvangen, En loon van den God van zijn heil: Die behoort tot hen, die Jahweh vereren, En het aangezicht zoeken van Jakobs God.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 13,1-9.
Bij deze gelegenheid waren er enigen tegenwoordig, die Hem van de Galileërs verhaalden, wier bloed Pilatus met dat hunner offerdieren vermengd had. Hij antwoordde hun: Meent gij, dat deze Galileërs groter zondaars waren dan alle andere Galileërs, omdat hun dit overkomen is? Neen, zeg Ik u: maar als gij u niet bekeert, zult gij allemaal even goed omkomen. Of meent gij, dat die achttien, die door het invallen van de toren van Siloë gedood zijn, schuldiger waren dan al de andere bewoners van Jerusalem? Neen, zeg Ik u; maar als gij u niet bekeert, zult gij allemaal even goed omkomen. En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand had een vijgeboom, die in zijn wijngaard geplant was; hij kwam er vruchten aan zoeken, maar vond er geen. Toen zei hij tot den wijngaardenier: Zie, al drie jaar kom ik aan die vijgeboom vruchten zoeken, en vind er geen. Houw hem om; waarom put hij de grond nog uit? Maar hij antwoordde hem: Heer, laat hem dit jaar nog staan, totdat ik eerst de grond om hem heen heb omgespit, en bemest. Misschien draagt hij het volgend jaar vrucht. Zo niet, houw hem dan om.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Overweging bij de lezing van vandaag:
De Didache (tussen 60- 120) judeo-christelijke catechese § 1-6
"Kies voor de weg ten leven"
Er zijn twee wegen : de een leidt naar het leven, de ander naar de dood ; maar er is een groot verschil tussen die twee wegen. De weg naar het leven ziet er als volgt uit: ten eerste, bemin God die je heeft geschapen; ten tweede, bemin je naaste zoals jezelf; en wat je niet wilt dat jou gebeurt, dat doe je ook een ander niet aan. En dit is het onderricht dat deze woorden onderstreept: Zegen hen die je vervloeken, bid voor je vijanden, vast voor hen die je vervolgen. Wat voor verdienste is het immers om van hen te houden die van jou houden? De heidenen doen dat toch ook? Wat jou betreft, bemin degenen die je haten, en je zult geen vijanden hebben. Doe afstand van vleselijke en lichamelijke verlangens...
Het tweede gebod van de leer: Je zult niet doden, geen overspel plegen, geen jongetjes verleiden, geen ontucht plegen, niet stelen, geen toverkunsten bedrijven, geen vergiftigingen, je zult geen kinderen doden, door abortus of na de geboorte; je zult het bezit van je naaste niet begeren. geen meineed plegen, geen valse getuigenis afleggen, geen kwaad spreken, je behoudt geen wrok. Je zult niet op twee manieren denken of met twee monden spreken: want de dubbelhartigheid is een valkuil van de dood. Je woord mag niet leugenachtig zijn; ook niet leeg, maar vervuld met kracht. Je zult niet gierig zijn, noch hebzuchtig, noch schijnheilig, noch trots; je zult geen kwade plannen tegen je naaste maken. Haat niemand; maar je moet hen weer opnemen en voor hen bidden, en anderen meer liefhebben dan je eigen leven.
Mijn kind, vlucht van alles wat slecht is en alles wat op het kwaad lijkt... Waak ervoor dat niemand je van die leer afbrengt, want deze persoon onderricht je buiten God om. Als je het juk van de Heer helemaal kunt dragen, dan zul je volmaakt zijn; zoniet doe dan tenminste wat binnen je krachten ligt.
(Bijbelse referenties: Mt 22,37v; 7,12; Tb 4,15; Mt 5,44v; 1P 2,11; Ex 20; Mt 24,4)
|