Een heerlijk namiddag met mijn meisjes. Scholenveldloop. Iets totaal uit hun comfortzone, maar ze deden het super. De kleinste had de vijfde plaats. De grootste ergens in het midden. Maar zo dapper allebei. Ik ben terug rustiger. Minder opgejaagd en dat voelen de kindjes ook. Ze hebben me terug een beetje moed gegeven. Moed om door te zetten en te blijven strijden voor hun rechten. Het recht op een zorgzame opvoeding.
Ik zie je doodgraag engel. Maar meer en meer spookt de vraag door mijn hoofd of ik je nog wel wil. Of wij samen nog wel een goed iets zou zijn. Of het evenwicht tussen ons niet helemaal scheefgetrokken is. Of wij vanuit een gelijkwaardigheid een relatie zouden kunnen aangaan. Als die mogelijkheid er ooit zou komen. En toch weet ik zeker dat als jij en ik terug samen zouden zijn, het evenwicht weer helemaal daar is. Dat ik wel terug een plaatsje krijg en niet enkel gehoorzaam moet zijn. Ik haat die schommelingen in mijn hoofd. Ik was altijd overtuigd dat jij mijn ware liefde was. Maar je bent zo vreselijk streng voor me op een moment dat enkel mildheid mij uit dat diepe dal kon helpen. Nu vind ik het heel erg verwarrend dat ik soms gedachten heb waarbij ik me afvraag of ik niet beter af ben zonder jou...
|