Mijn zoontje is een grote Ketnet-fan, en gezien er in deze zomerdagen van onweer, wind en regen spijtig genoeg niet altijd veel anders voorhanden is, bevindt hij zich regelmatig voor het scherm. De tekenfilm Kika & Bob is één van zijn favorieten. En ik moet zeggen, het zijn leuk uitziende filmpjes, met een grappig verhaal over een klein maar dapper meisje en een stoere maar toch ook een beetje peperkoeken brandweerman die, tijdens een reddingsmanoeuvre voor Kikas poes Tijgertje, door een stormwind werden weggeblazen naar het Amazonewoud. Van daaruit ondernemen ze wanhopige pogingen om terug naar huis in Waterloo te geraken, waarbij ze de hele wereld doorkruisen en zo kennis maken met de plaatselijke bevolking en hun gebruiken. Op het eerste gezicht leek me dat wel positief: ontwikkelingseducatie voor kleuters, je kan nooit te vroeg beginnen met het leren over de wereld. En humor mag er natuurlijjk ook zijn, clichés zijn er ook om mee te lachen en onderuit te halen, en op één of andere manier had ik gedacht dat Kika en Bob op deze wijze tewerk gaan om hun kijkertjes vervolgens op educatieve wijze met de ware feiten te verblijden.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik de serie nooit echt aandachtig heb bekeken een mama heeft nu eenmaal altijd wel wat beters te doen. Deze keer werd mijn aandacht echter meer dan anders getrokken: het vrolijke duo was immers beland in een land met donkerhuidige en kroesharige mensen. In dat geval ben ik toch meer op mijn qui-vive. Sinds ik als kind in diverse tv-programmas donkerhuidige en kroesharige mensen in strooien rokjes, met een botje in hun neus, onverstaanbaar brabbelend rond borrelende kookpotten, gevuld met blanke ontdekkingsreizigers, zag dansen, heb ik een ferm wantrouwen ontwikkeld voor programmas waarin de westerling op ontdekking gaat. Op een of andere manier slaagt die westerling erin om te stoten op volkeren, stammen of hoe je ze ook wil noemen, die afgesloten lijken te zijn van de hele moderne wereld, geen enkele westerse taal machtig zijn, opgesloten zijn in hun irrationele bijgeloof in een heel spectrum aan almachtige goden, voor het oplossen van kleine en grote problemen steeds terecht kunnen bij de dorpstovenaar, en eetgewoonten hebben die de moderne mens met een mengeling van walging en fascinatie gadeslaat indien hij tegen dan zelf al niet in de kookpot beland is natuurlijk. Dit cliché van Afrika, ontelbare keren gereproduceerd in films, series, boeken en stripverhalen, blijft hardnekkig ronddolen in de westerse geest en elke beeld- en ideeënvorming rond Afrika en haar inwoners vormgeven. Afrika = dans, muziek, tamtam, kannibalisme, armoede, hutjes, bijgeloof en leeuwenjacht. En al wie het geluk of het ongeluk heeft om er Afrikaans uit te zien, wordt nog door al teveel mensen bekeken of soms in niet mis te verstane bewoordingen, betiteld als de som van al deze clichés (plus nog een tiental andere, de lijst is zeker nog niet uitgeput).
Terug naar Kika en Bob. In al mijn naïviteit dacht ik dat de westerse mens, die zich informeert, boeken leest, zelf op reis gaat, af en toe eens een babbeltje slaat met een donkerhuidige mens tijdens heuglijke evenementen als het Sfinx-festival, of er soms zelfs mee trouwt, toch wel een beetje geëvolueerd was in zijn denkpatroon. Ja, dit dacht ik zelfs nà het aanschouwen van topprogrammas als Stanleys Route, Toast Kannibaal, Allez Allez Zimbabwe en Plop en de zwarte kabouters. Ik dacht dat er met programmas als Kika en Bob een nieuwe generatie televisiemakers opgestaan was, die zich degelijk informeerde over andere landen en culturen, besefte dat moderniteit en verandering in een geglobaliseerde wereld er ons toe aanzet om voorzichtig te zijn met het voorschotelen van beelden, en clichés kan overstijgen om correcte informatie te geven en stereotypering en vooroordelen te vermijden.
Wel, dit is wat ik zag bij Kika en Bob:
-een zwarte jongen in een eetkraampje die, o wonder, geen brabbeltaaltje spreekt, maar Kika en Bob in een, laten we het veronderstellen, wereldtaal, weliswaar met accent, kan antwoorden: oef!
-Geen strooien rokjes, maar broeken en t-shirts, en hier en daar authentieke boubous: oef!
-De vermelding van een specifiek Afrikaans land, i.p.v. het containerbegrip Afrika: oef
Maar ook:
-Keverbrochetten, een typisch Senegalese specialiteit en onmisbare bron van proteïnen
-de stereotiepe hutjes, met op het dorpsplein weliswaar geen boom, maar een tv waar het hele dorp zich prompt heenspoedt om de voetbal te volgen
-een op een stok opgestelde voodoopop in de nationale driekleur, die het Senegalese team aan een overwinning moet helpen (Ja, leert Bob ons: voodoo of vodun komt immers oorspronkelijk uit West-Afrika)
Deze drie laatste zijn maar enkele flagrante onjuistheden, die ons weer terugvoeren naar de aloude Afrikaanse clichés en die elke Senegalees ten minste de wenkbrauwen zal doen fronsen.
Inderdaad, insecten leveren proteïnen en worden in een aantal streken, ook in Azië trouwens en zelf meer en meer in Europa, als lekkernij beschouwd. Maar niet in Senegal.
Hutjes zijn zeker terug te vinden op het Senegalese platteland, naast de stenen huizen, villas en appartementsgebouwen waar meer en meer mensen in wonen en die we vreemd genoeg nooit op tv zien.
En voodoo komt inderdaad oorspronkelijk uit West-Afrika, maar uit een heel andere regio (Benin, Togo, Ghana), mijlenver van Senegal verwijderd. Geloof en bijgeloof in Senegal manifesteren zich op heel andere manieren.
En dit weet ik omdat ik Senegal goed ken, dus begin ik me af te vragen wat Kika en Bob ons over andere landen wijsmaken.
Wat zouden ze tonen als Vlaanderen aan de beurt is: het gezin Van Paemel, mosselen etend en bier drinkend, rozenkransjes biddend voor een overwinning van de Rode Duivels?
Makers van Kika en Bob: als jullie nu echt Senegal willen laten zien, waarom dan niet wat meer opzoekingswerk? Waarom geen toetsing bij mensen die het kunnen weten, en die jullie met plezier zullen helpen om kinderen realistische beelden te tonen? Waarom maak ik me hier druk over? Omdat het hier niet enkel gaat over beeldvorming over verre landen,ver van ons bed. We leven in 2008, alle nationaliteiten die jullie portretteren zijn ook terug te vinden in ons eigen Vlaanderen: Chinezen, Cubanen, Brazilianen, Russen, Senegalezen, Polen en wat nog meer, gaan met onze kinderen naar school, bouwen hier een leven op, hopen hier aanvaard te worden, in wederzijds respect.
Verschillen tussen mensen zullen er altijd zijn, net als verbazing en misschien onbegrip voor gebruiken of gewoonten die je zelf niet kent. Maar ik ben ervan overtuigd dat je verschillen kan begrijpen en overstijgen als je met elkaar in dialoog treedt. En een dialoog tussen gelijkwaardige partners, begint met het verstrekken van correcte informatie. Ook en zeker als het over kinderen gaat.