Een streepje zonlicht
wurmt zich tussen de twee gordijntjes door en beschijnt de buitenkant van mijn
ooglid. Hoewel nog zeer slaperig, bedenk ik mij dat de dag toch al een eind
moet gevorderd zijn, daar het zonlicht mijn kamertje pas kan bereiken zo rond
de middaguren. Desondanks draai ik me
nog om en soezel verder.
Een tijdje
later neem ik toch het flinke besluit op te staan, want vandaag staan weer
grootse dingen te gebeuren. Mentaal
geprepareerd, zwier ik met enig enthousiasme mijn benen over de rand van het
ledikant, onderwijl een opwekkend deuntje fluitend. "Een productieve dag als deze begint
immer met een stevig ontbijt, dat is een waarheid!", zeg ik tegen mezelf
en kieper de nodige hoeveelheid water over mijn gezicht. Het bloed begint te stromen en ik ga op zoek
naar de nodige vitamientjes die mij door deze helse dag zullen helpen. Een helse dag, ja zeker, want vanaf vandaag
staat alles in teken van de komende examens.
Vandaag is dag 1, dwz plan- en organisatiedag. Het is immers een wetmatigheid dat het
studeren moet worden opgebouwd en men niet vanaf de eerste dag er al 100%
tegenaan kan gaan. In de kast vind ik een Snicker en een blikje Ice Tea,
waarmee ik mij naar de keuken begeef om aldaar dit gezond ontbijt te nuttigen. De kamer moet immers verlucht worden en enige
afstand van de plaats des onheils (de studeerplek) is niet ongewenst. In de keuken bemerk ik reeds enige
bedrijvigheid, wat mijn verbazing alleen maar doet toenemen. "Ahum, al die
jonge luitjes al zo bedrijvig op deze vroege morgen?" laat ik mij kwiek
ontvallen. Enig gegrinnik is mijn
deel. "Vroeg op de morgen,
he?", hoor ik hier en daar.
"Meneer mag gerust weten dat sommigen van ons er al een halve
studeerdag op hebben zitten." Ik
voel mij als de ervaren moederkloek en probeer ook nu weer mijn wijze raad door
te geven. "Het is zeer belangrijk
aan het begin van zulk een inspirerende periode uitgeslapen aan de slag te gaan
en vergeet niet, de basis van een gezonde dag is een gezond ontbijt!",
waarna ik tot ieders hilariteit mijn snicker van zijn verpakking ontdoe en mijn
blikje Ice Tea open. Enigszins beduusd
door de ietwat honende reacties, laat ik mij toch niet ontmoedigen en ga door
met de goede raad die ik meen met anderen te moeten delen. "Het is evenzo belangrijk een goede
planning op te stellen en deze te volgen gedurende de gehele
examenperiode. Daarom zal ik mij dan ook
deze namiddag naar de universiteit begeven om aldaar de planning van de examens
te bekomen".
Tevreden met deze
gegeven goede raad, verorber ik verder mijn, toegegeven, karig ontbijt. Met plezier stel ik vast dat de stemming
onder mijn mede kotgenoten opperbest is,
al kan ik de opmerking "hopelijk weet hij nog waar de universiteit zich
bevindt" niet helemaal in de juiste context plaatsen.
Na dit onbedoeld
vrolijk intermezzo begeef ik mij vol goede moed naar de campus, alwaar het mij
toch enige moeite kost de juiste lokalen terug te vinden (het is immers weer
een tijdje geleden dat ik mij nog in dit doolhof van stoffige leslokalen,
gigantische aula's en rondsloffende studenten heb gewaagd). Een medestudent, ik merk aan de literatuur
die hij onder zijn arm draagt welke richting hij volgt, moet mij uiteindelijk
een eindje op weg helpen. Omdat hij mij met een nogal wazige blik aankijkt,
precies niet goed wetend wat aan te vangen met deze rare snuiter voor hem, geef
ik hem nog de raad mee niet te vergeten elke dag met een stevig ontbijt te
beginnen.
Aangekomen bij de juiste
lokalen bemerk ik nog een aantal lotgenoten, klaar om deze verschrikkelijk
interessante periode aan te vatten. Ook
aan hen kan ik het niet nalaten te wijzen op een gezond begin van iedere
dag. Allen kijken mij verbaasd aan,
eentje vraagt zelfs schuchter of ik wel bij het juiste lokaal ben en de juiste
examen-indeling opschrijf. Zoveel
verwarring en ongeloof baart mij toch zorgen en ik probeer hen nog wat goede
raad mee te geven en zodoende toch het einde van de examens op een respectabele
manier te bereiken. Studenten helpen
studenten en ik wijs erop dat het niet aan te raden is nu al de volle honderd
procent te beginnen studeren, maar juist stelselmatig op te bouwen. Ook nu weer is enig hoongelach mijn deel, en
het argument dat over drie weken de examens reeds beginnen, doet mij toch wel
enigszins verschrikt opkijken.
"Planning is onontbeerlijk in deze moeilijke tijden en zal in mijn
geval zeer strikt moeten zijn", met deze wijze woorden verwijder ik mij
van het gniffelende groepje. "Oh
ja", ik draai me terug om en vraag:" kan iemand zo vriendelijk zijn
mij aan te wijzen alwaar ik de nodige cursussen kan vinden die mij zullen
helpen deze examens goed door te komen?".
Het groepje barst in lachen uit.
"Ongepast", murmel ik, "waarschijnlijk te wijten aan
stress nu al aanwezig". Toch geholpen door een vriendelijke jongen, begeef ik mij op weg met een wat
medelijdende blik op het trosje geamuseerde studenten. "Nu al zo gestresseerd, dit kan niet
goed aflopen", denk ik bij mezelf, "hopelijk onthouden ze de goede
raad die ze van mij hebben meegekregen".
Thuisgekomen plof ik
op bed neer om te bekomen van deze eerste dag op weg naar het
examen-einde. De cursussen kan ik over
twee dagen ophalen (ook de verkoopster aan de balie bekeek mij met verbaasde
blik, hoewel zij toch niet door de examendruk kan zijn aangetast), wat mij de
tijd geeft op een rustige en ordentelijke manier de planning op te stellen en
geleidelijk aan het juiste studeerritme op te pikken.
Moe maar voldaan van
de reeds geleverde inspanningen, dommel ik in.