Laat mij als vlinder spontaan, al fladderend door ons hofke gaan. Het paadje loopt een beetje schuin, maar ik fladder recht door de tuin. In ons hofke heb ik heel veel fun, en land al fladderend op de sedum. Ook de kruiden ruiken heerlijk fijn, nog even snoepen van de marjolein. Een paar meter verder de vlinderstruik, waar ik ook met veel plezier op duik. En zeker mag ik de rozen niet vergeten, daar heb ik al vaak op gezeten. Dan heb ik nog een geheim plekje, dat wordt mijn onderduikstekje.
1. Schoon zijn is belangrijk, veeg je voeten altijd af aan het witte kleed als je uit de modder komt. Ben je er zeker van dat niemand kijkt, schuur dan je rug langs de bank, als je nat bent. 2. Zoek na het eten de dichtsbijzijnde broek of rok, dat zijn geweldige servetten. 3. Bewaak je tuin, ren dan goed door de struiken en de bloemen, zodat er voor vogels en aanverwanten geen twijfel bestaat dat jij de leiding hebt. 4. Begroet alle gasten uitbundig, spring op hun tenen, zoen ze uitgebreid, begeleidt hen naar het toilet, duw je neus in de koffie om je ervan te overtuigen dat deze niet te warm is en duw vervolgens je neus onder de rokken van de dames om het gesprek gaande te houden. Wees een gastheer. 5. Kijk het aanrecht na op overgebleven restjes, ze zijn aan bederf onderhevig en moeten opgeruimd worden. Denk erom: gehakt en kip zijn uit, zoek de biefstuk! 6. Zit je in de auto als het erg druk is op de weg, leg dan je kop op de schouder van de bestuurder, zoen hem in zijn oor, zodat hij weet dat je 100% vertrouwen in hem hebt. 7. Wees selectief met wat je eet, maar doe het netjes; zitten er bijvoorbeeld erwten en boontjes in, leg deze dan naast je bord of verstop ze onder het kleed. 8. Laat tijdens de sprong over de haag je apporteerblok vallen, maar zorg er wel voor dat het een mooie sprong is. 9. Als je moet blijven, laat de keurmeester dan duidelijk zien hoe knap je kan zitten, terwijl je baas op je wacht.