Het is belangrijk om een dagelijkse controle uit te voeren of het paard gezond is, zo kan men de kleinste afwijkingen tijdig opsporen en adequaat reageren. Bij deze controle zijn er enkele punten die men moet observeren:
Het gedrag
Bekijk u paard wanneer het losloopt, een gezond paard is nieuwsgierig, reageert snel en is goed gezind. Het heeft een heldere blik en beweeglijke oren. Hij toont belangstelling voor zijn omgeving.
De huidplooitest
Deze test toont of het paard geen vocht te kort heeft. Het gaat als volgt: neem bij de schouder een stukje huid vast en trek dit omhoog. Kijk hoe lang het duurt voordat het weer op zijn plaats zit. Wanneer een paard voldoende vocht opgenomen heeft is de huid voldoende elastisch en neemt de huid onmiddellijk zijn plaats terug in. Wanneer dit echter twee tot drie seconden duurt komt het paard vocht tekort. Hoe langer de plooi blijft hoe ernstiger de uitdroging. Wanneer het paard niet voldoende drinkt kan dit aan de kwaliteit van het water liggen. Normaal moet een paard tot 50 liter water per dag drinken.
Algemene indruk
Het paard moet een glanzende vacht hebben en heldere ogen. Hij mag niet te dik zijn maar ook niet te mager. Wanneer een paard geen belangstelling heeft voor zijn eten moet dit ook alarmerend zijn voor u.
Belangrijke zones
De plek waar het zadel zit moet men onderzoeken op wondjes, zwellingen of vereeltingen, deze kunnen pijn veroorzaken bij het rijden. Ook het bit kan wondjes veroorzaken, controleer dus ook de mond en de mondomtrek. Na iedere rit moet de ruiter er een gewoonte van maken om met zijn hand langs de pezen van het paard te gaan. Zo kan men abnormale temperatuur, zwellingen of verhardingen tijdig vaststellen. Het is vanzelfsprekend dat de hoeven iedere dag minstens 1 keer moeten uitgekrabd worden en voor en na iedere rit. Ook moet men controleren of de hoeven dezelfde temperatuur hebben. Een warmere temperatuur kan wijzen op een infectie.
Uitscheiding
De uitwerpselen moeten een stevige vorm en een gezonde geur hebben. Wanneer een paard niet mest moet de ruiter op zijn goede zijn! Hetzelfde geldt voor de urine, kleurverandering in de urine of problemen bij het urineren zijn een reden om de dierenarts erbij te halen.
De temperatuur bij paarden
De temperatuur van een volwassen paard ligt tussen de 37.5 en de 38°C. Bij een veulen ligt dit iets hoger:38.5°C. Koorts begint dus bij 39°C.
De pols
Het ritme van de hartslag ken men op verschillende plaatsen vaststellen, gemakkelijk is onder de onderkaak. Bij een volwassen paard in rust ligt dit tussen de 32 en 44 slagen per minuut. (Bij een veulen is dit iets sneller, tussen de 50 en de 70 slagen per minuut.) Na een inspanning kan de hartslag oplopen tot 160 tot 250 slagen per minuut.
Het ademhalingsritme
Dit kunt u het best meten door u hand voor de neusgaten van u paard te houden en te kijken naar het op-en neergaan van de borstkas. In rust ademt een paard 7 tot 15 keer per minuut in en uit. Na een inspanning kan dit oplopen tot 45 keer.
De kleur van het tandvlees bij paarden
Wanneer het tandvlees abnormaal bleek is of gelig kan dit wijzen op bloedarmoede, ook een erg rode kleur is alarmerend. Gezond tandvlees is glad, en licht roze. Wanneer u op het tandvlees drukt moet dit onmiddellijk zijn roze kleur terug krijgen, wanneer dit langer dan 2 seconden duurt, is er iets aan de hand.
Het medicijnkastje
U moet altijd een medicijnkistje bij de hand hebben, zowel als u thuis bent bij u paard of als u op verplaatsing gaat rijden. Op deze manier moet je de eerste hulp kunnen toedienen aan u paard indien dit nodig is. Wat moet er allemaal in?
Een thermometer
Een schaartje zonder punt: om dood weefsel van een wond weg te knippen.
Een pincet: om vuil uit een wonde te halen.
Een tondeuse: om haar rond een wonde te kunnen wegscheren, of wanneer het paard een injectie moet krijgen. (op deze manier worden de aderen beter zichtbaar)
Een prang
Een muilkorf: om het paard te beletten te eten
Hoefsmidtoebehoren: u moet in staat zijn een hoefijzer te verwijderen wanneer een paard zich verwond heeft.
Desinfecterende middelen
Steriele kompressen: om tussen een wond en een verband te leggen.
Kaardgaren katoen: dit legt men onder de banden om de benen warm te houden en het tegen stof en schokken te beschermen.
Velpeau banden en zelfklevend elastisch verband: om een wond te beschermen.
Stalbandages!
Jodium en desinfecterende zeep: voor de verzorger of voor het verzorgend materiaal te reinigen
Waterstofperoxide: om diepe wonden te reinigen
Steriele zoutoplossing: om een door mest of modder vuile wond schoon te maken.
Tetanusserum: zie hoofdstuk inentingen.
Vette antiseptische zalf en vaseline: preventie en behandeling van kloofjes
Paraffineolie: om de doorvoer te vergemakkelijken wanneer een paard koliek heeft
Dit is een standaard medicijnkistje, bij deze producten kunnen nog meer individuele producten worden toegevoegd. Maar let op! Ga zelf niet voor doktertje spelen! Let ook op de vervaldatum van de producten en bewaar het kistje op een koele en donkere plaatst, en hou het materiaal schoon, zoniet steriel!
Ontwormen
Waarom?
Paarden worden constant blootgesteld aan de gevaren van wormen. Ze eten op weiden waar ze eerder hun uitwerpselen hebben achter gelaten, zo bestaat het gevaar dat ze eitjes via het grazen naar binnen krijgen. Ook op stal worden paarden aan wormen blootgesteld in het strobed, een perfecte hygiëne is dan ook aan te raden.
Wanneer?
Een paard dat op stal leeft moet slechts 2 keer per jaar ontwormd worden, zijn box moet ook 2 keer op een jaar gedesinfecteerd worden.Een paard dat geregeld los loopt in de paddock of wei moet minstens drie keer per jaar ontwormd worden. Paarden die in de wei leven en fokmerries moeten om de 3 maanden ontwormd worden. Veulens om de twee maanden vanaf dat ze vier tot zes weken oud zijn. Belangrijke periodes zijn het najaar en het voorjaar.
Voorkomen
1. Ontworm het paard 2 dagen voor hij op de wei gaat. 2. Zet niet teveel paarden samen op een weide.Het delen van een weide met runderen is wel gunstig. 3. Verdeel de weide in kavels zodat de paarden geregeld van kavel kunnen wisselen en de grond tot rust kan komen.
! Tip uit de praktijk! Het is aan te raden om paarden om de 3 maanden te ontworden, 4 maal in een jaar dus. Het is goed om 1 keer de dierenarts het paard te laten ontwormen door een spuit in het bloed. Daarnaast moet je de andere 3 keer zelf doen met een pasta, je kunt best nu en dan eens veranderen van pasta zodat de wormen niet immuun worden of zodat er geen parasieten aan ontsnappen.
Inentingen
Vaccins zijn er niet enkel om het paard te beschermen tegen allerlei ernstige of veel voorkomende ziekten maar ook om de mens te beschermen tegen overdraagbare ziektes van het paard. We kunnen de verschillende vaccins indelen in 2 groepen: De verplichte inentingen en de aanbevolen inentingen.
Verplichte inentingen:
Hondsdolheid
Een inenting tegen hondsdolheid is verplicht voor paarden die in een gebied leven of die door een gebied reizen waar hondsdolheid voorkomt. Het vaccin wordt over het algemeen goed verdragen en veroorzaakt geen conditievermindering. Een paard krijgt deze inenting de eerste maal wanneer het 6 maanden is, de ontwikkeling van de immuniteit neemt een maand in beslag. De prik moet dan jaarlijks herhaald worden. Deze inenting moet door de dierenarts vermeld worden op de papieren van het paard zodat het wettelijk kan reizen.
Griep
Deze inenting is verplicht voor alle paarden die aan officiële wedstrijden deelnemen, maar is zeker ook aan te raden voor alle paarden! (zeker ook manege paarden of paarden die in groep leven of aan evenementen deelnemen). Wanneer het paard de eerste prik heeft gehad moet deze binnen de 21 tot 92 dagen herhaald worden. Vanaf deze prik moet het paard jaarlijks opnieuw ingeënt worden. Deze inenting moet langer dan een week vooraf gaan aan een officiële wedstrijd. Sommigen opteren er ook voor om hun paard om het half jaar in te enten, dit zijn dan meestal paarden die veel op reis gaan. De inenting wordt vrij goed verdragen, de conditie kan tijdelijk iets achteruit gaan en er kan een zwelling ontstaan op de plaats van de inenting. Geef het paard een paar dagen rust na de prik. !Het paard mag deze prik niet in de borstspier krijgen!
Aanbevolen inentingen bij paarden:
Tetanus
Deze inenting is niet verplicht aangezien er geen besmettingsgevaar is, toch is het een dodelijke ziekte! Veel verzekeringsmaatschappijen eisen wel dat het paard deze prik krijgt. De ziekte ontstaat doordat het paard een wondje heeft die in aanraking komt met de tetanusbacil. Deze bacil leeft in stro, gras, uitwerpselen,... Belangrijk is dat de tetanusbacil zich makkelijker ontwikkeld naarmate de wond aan lucht wordt blootgesteld. Het paard krijgt 2 prikken met een tussenperiode van een maand, dan moet de inenting jaarlijks herhaald worden. Paarden die een wond oplopen en die niet ingeënt zijn kunnen een antitetanus serum toegediend krijgen die hen direct en de twee weken die daarop volgen beschermt. Nadeel is, dat het serum een allergische reactie kan veroorzaken, en mag niet frequent gebruikt worden.
Rinopneumonie
Rinopneumonie is een zeer besmettelijke ziekte en is in sommige stoeterijen verplicht. Het vaccin is aanbevolen bij jonge paarden, renpaarden en in de fokkerij. Helaas beschermt het vaccin maar een paar maanden, daarom raad men aan om de prik om de 2 à 6 maanden te herhalen bij paarden die aan besmetting worden blootgesteld.
Een spoedgeval
Het is belangrijk een spoedgeval te herkennen zodat u onmiddellijk kunt ingrijpen en de dierenarts ervan kunt overtuigen onmiddellijk te komen.
Hoefbevangenheid
U paard staat onbeweeglijk stil in een vreemde houding. Het lijkt alsof hij op zijn achterbenen zit, zijn voorbenen zijn ver naar voren gestrekt. Hij heeft waarschijnlijk te veel gras gegeten, of is bij de zak voer geraakt. Roep direct de dierenarts en maak de houden koud met fris water. Laat het paard staan. (kijk ook bij hoofdstuk ziektes onder hoefbevangenheid.)
Een beroerte
Het paard is niet vooruit te krijgen en is verkrampt in de rug, hij transpireert overvloedig en zijn urine is donker. Stijg af en ga terug naar de box, geef het paard fris water te drinken en dek zijn rug. Bel de dierenarts.
Een hitteberoerte
Het is een warme dag, u paard gedraagt zich vreemd en lijkt zwak, hij waggelt, hijgt en rilt, maar transpireert niet. Neem het paard zijn temperatuur, bij een hitteberoerte heeft het paard hoge koorts. Zet u paard in de schaduw en geef hem fris water. Spoor hem aan geregeld te drinken. Bel de dierenarts.
Afsluiting van de slokdarm
Nadat het paard gegeten heeft lijkt het alsof hij moet overgeven (dit kan een paard niet). Hij houd zijn hoofd omlaag en er komt voedsel en speeksel uit zijn neusgaten. Verhinder dat het paard nog meer eet en bel onmiddellijk de dierenarts. In afwachting houd u het hoofd van u paard zo laag mogelijk en masseert u de slokdarm (onderkant van de hals) zacht in de richting van de mond om te helpen de verstopping op te lossen.
Kolieken
Het paard lijkt pijn te hebben en kijkt ongerust naar zijn flanken, hij rolt heen en weer en krabt de bodem. Bel de dierenarts en geef de temperatuur en de pols van het dier door. Terwijl u op de dierenarts wacht verhinderd u het paard van nog te eten. Wanneer zijn pols niet te hoog is kunt u hem zachtjes aan de hand laten lopen, indien dit niet mogelijk is laat hem dan in de box en verhinder hem te veel over de grond te rollen.
In een spijker getrapt
Wanneer het paard opeens begint te strompelen en naar zijn voet kijkt, en u ontdekt een spijker of puntig voorwerp in de hoornschoen. Haal het voorwerp er niet uit maar bel onmiddellijk de dierenarts en zorg dat het voorwerp niet verder in de hoef kan dringen.
Blessures
U paard strompelt of blijkt ergens een wond te hebben. Wanneer het bloed er uit spuit is er een slagader geraakt, bedek de wond met een steriel koud verband, verbind de wond eventueel met een compressieverband, wanneer dit niet mogelijk is houdt u de wond dicht met u hand tot de dierenarts er is. Hoe dan ook, verplaats het dier niet. Wanneer het paard niet bloed, spoel de wond dan met koud water en wacht tot de dierenarts er is. (u kunt er eventueel wel een schoon verband op doen).
Denk eraan, wanneer u paard symptomen heeft die u niet kunt plaatsen of wanneer u bezorgt bent dat er iets mis is, maar u weet niet precies wat, belt u best de dierenarts.
De hoef kun je vergelijken met een nagel of een klauw. De voor en achterhoeven verschillen wel van vorm. Het gewicht wordt gedragen op de buitenste rand van de hoef. De flexibele straal (V-vormig) vangt de schokken op bij het neerzetten.
Het hoefhoorn = de buitenkant van de hoef bestaat uit een soort een soort eiwit dat keratine heet.
Het wordt gemaakt door de cellen van de kroonrand (hoefrand) in een soort buisjes die verticaal over de hoefwand naar beneden lopen. Een gezonde hoef heeft een glad oppervlak, zonder horizontale groeven of verticale barsten. Vandaar dat paarden ook altijd verticale (naar beneden lopende) strepen in hun hoeven hebben.
De onderkant van een hoef mag niet zacht zijn maar ook niet te hard dat deze gaat afbrokkelen.
Indien dit laatste het geval is dan zul je de hoeven moeten vetten. Zijn ze te zacht dan moet je teer gebruiken. De hoef moet een beetje hol zijn, maar niet té hol. Ongeveer 1 of 2 vingerdikten diep. Er wordt vaak gedacht dat de straal een gevoelig plekje van het paard is. Hier zit echter helemaal geen gevoel in, je ziet vaak dat de hoefsmid er stukjes vanaf snijdt. Het dient er alleen maar voor om schokken te absorberen wanneer het paard zijn voeten neerzet.
Bekappen van de hoef
Hoeven van paarden kun je vergelijken met de nagels van een mens. Deze groeien bij paarden ook door. Daarom is het zaak dat je de hoeven laat bekappen door de hoefsmid.
Hoeven beslaan
Beslaan van paarden betekent het aanbrengen van hoefijzers.
De leeftijd van een paard bepalen aan de hand van zijn gebit.
De leeftijd van een paard kunt u pas zeker zijn als het tijdstip van geboorte vermeld staat op het geboortebewijs of op andere stamboekpapieren. Maar aan de hand van het gebit van het paard kunt u een goed idee krijgen van zijn leeftijd. Bij een paard dat jonger dan 5 jaar is bepaald men de leeftijd aan de hand van de melktanden en kiezen die te voorschijn komen en daarna wisselen. Vanaf 6 jaar kijkt men meestal naar hoever de snijtanden in de onderkaak afgesleten zijn.
1: pasgeborenen. De punten van de voortanden zijn net te zien.
2: 6 maanden. De veulenhoektanden komen door.
3: 2 jaar. De veulenhoektanden zijn nu geheel gevormd.
4: 3 jaar.
5: 4 jaar.
6: 5 jaar. De blijvende hoektanden zijn nu in gebruik.
7: 6 jaar.
8: 7 jaar. Let op de verdikking aan de binnenkant van de voortanden.
9: 10 jaar. De tanden worden langer en steken verder naar voren.
De kleur van een paard wordt bepaald door de kleur van de dekharen. Op basis van deze haarkleur worden paarden onderverdeeld in eenkleurige en gemengdkleurige paarden.
De bouw van een paard is zeer belangrijk, zijn prestaties hangen er immers vanaf!
Wat belangrijk is in verband met de bouw?
Vierkant kunnen staan
Symmetrische benen hebben (alle gewrichten even groot e.d)
Hoeven hebben die niet naar binnen en niet naar buiten staan
Geen gezwollen gewrichten hebben
Verticale benen hebben, dat betekent benen die recht naar beneden wijzen, geen zo gezegde O-benen
Stevige benen hebben
Een diepe borst hebben. (Zodat er genoeg ruimte voor de longen en het hart is.)
Krachtige achterhand hebben
De grote van het hoofd moet in verhouding met de rest van het lichaam staan en moet steunen op een krachtige hals welke weer steunt op stevige schuine schouders
Anatomie van het paard
Het paard heeft maar een kleine maag, het paard verteert zijn voedsel in de dunne darm, onverteerbare vezels worden door de blinde en de dikke darm afgebroken.
Net als bij ons wordt er vocht van de resten in ons bloed opgenomen. Het restant wordt uitgemest.
Paarden hebben veel vezels nodig ( vezels zitten in ruwvoer ) , hiervoor zijn er in de blinde en dikke darm verschillende enzymen aanwezig om die af te breken. (Elke soort vezel heeft zijn eigen enzym).
Moeilijk verteerbaar voedsel kan in het spijsverteringsstelsel blijven hangen omdat deze 2 bochten van 180° moet maken. Wanneer dit zicht voordoet spreken we van koliek.
Het hart van het paard heeft 2 pompen (wij, 2 hartkamers) en pompt hiermee bloed door het lichaam.
Skelet van het paard
De ruggengraat moet sterk en stevig zijn, het moet een mens kunnen dragen.
Het gewicht van het paard zelf en van de persoon die op het paard zit wordt door de benen gedragen, deze moeten dus ook sterk zijn.
Wij zijn dus Sophie & Raïssa ! De beste vriendinnen ter wereld. Wij zouden zeggen: Welkom op onze blog ! Veel plezier en laat maar veel reaties achter !