Allen,
Gisteren werd er tijdens de training gesproken over coaching op het veld.
Hieronder en ook in bijlage staan een aantal woorden die standaard gebruikt worden.
Gelieve deze aan je zoon te bezorgen zodat hij dit aandachtig kan lezen.
Jimmy
Coachings woorden:
o Tijd: wanneer
de aangespeelde speler zodanig vrij stat dat hij zelf kan beslissen hoe hij
verder wil spelen, hij kan de bal in elk geval aannemen/meenemen
o Laat lopen: de
aangespeelde speler kan de bal laten lopen en daarna terug het spel hervatten
(of waardoor hij sneller om kan draaien en tempo maken)
o Los: roept de
keeper indien de spelers de bal niet hoeven aan te raken
o Geef/speel: de
speler die roept kan aangespeeld worden
o Rug:
tegenstrever in de rug
o Alleen: speler
die de bal ontvangt staat alleen en heeft tijd om iets met de bal te ondernemen.
o Terug: de speler in BB staat tegen een
overtal en moet terugdraaien en terugspelen.
o Duel: indien de speler kortst bij de bal het duel
moet aangaan.
o Kantel
/ verander : de speler in
BB moet de bal veranderen naar de andere kant .
o Druk: de speler het dichtst bij de BB loopt door
tot bij de tegenstander en dwingt deze terug of breed te spelen.
o Steunen: bij BB dient de speler een linie achter de BB zich aan te bieden ,
zodat de BB terug kan spelen.
o Kaats : de aangespeelde speler heeft geen mogelijkheden om de bal aan of mee te
nemen en moet de bal direct kaatsen.
o Sluiten/vooruit: als de bal vooruit gespeeld wordt en er snel
aan of bijgesloten moet worden.
o Sterk: de aangespeelde speler moet zich sterk maken
in duel of de bal afschermen omdat hij een tegenstander in de rug heeft.
o Knijpen: wanneer de aanval van de tegenpartij over de
andere zijde van het veld wordt opgezet, moeten de spelers aan de kant waar de
bal zich niet bevindt, schuin naar binnen bewegen, ze geven elkaar op die
manier rugdekking.
o Draai
open : de aangespeelde
speler moet de bal zo aan/meenemen dat hij een zo groot mogelijk gedeelte van
het veld overziet en ook de pass naar zo veel mogelijk richtingen kan geven.
o Doordekken: wanneer de tegenstander zich in tegenwaartse
richting beweegt, moet de speler die bij hem staat hem zo kort mogelijk blijven
volgen.
o Rust: de speler kiest voor een trage opbouw.
Bijlagen: Coachings termen.docx (16.7 KB)
06-01-2015, 07:32
Geschreven door Sabrina 
|