MAANDAG We vertrokken we met de bus. We maakten een busstop, voor naar het kakelende kippen museum te gaan. Daar zagen we veel kippen, kuikentjes. We zagen ook een paar soorten eieren. Daar aten we ons middageten op en kregen we een gratis drankje. Toen vertrokken we terug, naar ons verblijf. Daar moesten we zelf ons bed maken en koffers uitpakken. Daarna aten we ons avondeten op dat zij hadden gemaakt. Toen was het al bedtijd.
Mijn broer moest vandaag over mijn papa zijn beroep vertellen. Hij heeft er veel huiswerk op de computer moeten maken daarvoor. En lang op de computer gezeten (eigenlijk ervoor.)
Toen ik thuis kwam rook ik iets lekkers. Het was de cake die mijn papa voor me had gemaakt, maar was nog niet af. De glazuur moest er nog op. Na het eten was hij (de cake) al af. Dus mocht ik er een stukje van eten.