Het Schipdonkkanaal (officieel: Afleidingskanaal van de Leie) loopt over een lengte van 56 km vanaf Deinze in de provincie Oost-Vlaanderen tot in Heist in de provincie West-Vlaanderen, waar het uitmondt in de Noordzee.
Het graven van het Schipdonkkanaal was samen met het graven van het Leopoldkanaal een van de eerste grote infrastructuurwerken in het jonge Belgiƫ. Door de vlasindustrie rond Kortrijk, en dan vooral het roten van het vlas in de Leie, was deze rivier zwaar vervuild geraakt. Om dit vervuilde water niet door Gent te laten stromen werd er stroomopwaarts van Gent een verbinding gegraven tussen de Leie en de Noordzee. Zo kreeg men ook meer controle over het waterniveau van de Leie en kon men overstromingen in Gent vermijden. Ook de functie als bijkomende waterweg was handig meegenomen. Het graven en afwerken van het kanaal verliep tussen 1846 en 1860. Alleen al de bouw van de onderleider op de kruising van het kanaal met de Brugse vaart zou vier jaar in beslag nemen. Van iets stroomopwaarts van Deinze splitst het kanaal zich los van de Leie om in noordelijke richting, dwars door het centrum van Nevele, tot het kanaal Gent-Brugge te lopen. Dit kanaal is veel ouder dan het Schipdonkkanaal en omdat men het vuile water van het Schipdonkkanaal niet in het kanaal Gent-Brugge wou, werd er een keersluis en een sifon gebouwd zodat het water van het afleidingskanaal onder het andere door kon lopen. Het "Goed van Schipdonck" in de buurt van deze kruising zou het kanaal zijn naam geven. Vanaf het kanaal Gent-Oostende loopt het Schipdonkkanaal langs het centrum van Zomergem, net ten oosten van enkele zandruggen die voor iets hogere oevers zorgen, tot aan de Zomergemse wijk Stoktevijver. Vanaf hier ligt het kanaal in de bedding van de Lieve, een veel ouder kanaaltje, tot in Moerkerke, een deelgemeente van Damme. De laatste kilometers voor de monding in zee, lopen Schipdonkkanaal en Leopoldvaart net naast elkaar.
Bijnaam van het kanaal: "De Stinker", wegens de vervuiling en als contrast met "De Blinker", het Leopoldkanaal waar het de laatste kilometers parallel mee loopt.