De jachtluipaard, gepard of cheeta (Acinonyx jubatus) is een groot katachtigroofdier dat nog voorkomt in Afrika en Iran. Het is de enige nog levende soort uit het geslacht Acinonyx. De jachtluipaard staat bekend als het snelste landdier ter wereld.
De cheeta is aangepast aan jagen met een korte, zeer snelle sprint. Hij is slank, flexibel en gespierd gebouwd, als een hazewindhond, met een krachtige borst, een lange staart en voor een katachtige zeer lange poten, waarmee hij zich hard kan afzetten. De botten van een cheeta zijn licht en flexibel, en hij heeft een relatief groot hart en grote longen.
De jachtluipaard heeft een licht gele vacht, die bedekt is met kleine, ronde, zwarte vlekken. De onderzijde en borst zijn bijna geheel wit. De kop is vrij klein, met kleine oren en grote, oranje ogen. Het voorhoofd en de wangen hebben zeer kleine zwarte vlekken. Van de binnenste ooghoeken tot de mond loopt een zwarte streep, en ook de onderlippen zijn zwart. De achterzijde van oren heeft een zwarte en witte markering. De staart is gevlekt, maar heeft bij de top een reeks van zwarte ringen en eindigt in een zwarte staartpunt. De vorm van de ringen en de hoeveelheid verschilt per individu, vergelijkbaar met de vingerafdruk voor de mens. Over de ondernek en schouders loopt soms een maan van lang haar. Vooral bij jonge cheeta's is deze maan opvallend.
Kleurvariëteiten komen voor, zoals geheel zwarte dieren, ongevlekte dieren of witte jachtluipaarden met blauwige vlekken. De bekendste kleurvariëteit is de koningscheeta, waarbij de vlekken veel groter en grilliger zijn en met elkaar in verbinding staan. Ook loopt er over de rug een donkere, zwarte streep. Deze kleurvariëteit werd lange tijd beschouwd als een ondersoort (Acinonyx jubatus rex).
Een volwassen dier weegt tussen 35 en 65 kg, maar gemiddeld 50 kg. De kop-romplengte is 110 tot 150 cm, en de staart kan 65 tot 90 cm lang zijn.
Een groot deel van de mensheid verwart de jachtluipaard met andere dieren. De dieren waar hij het meest verward mee wordt zijn de jaguar en de panter (luipaard). Deze twee dieren lijken wel op elkaar, maar ze lijken niet op de jachtluipaard.
Eén van de grootste verschillen is de lichaamsbouw. De jaguar en luipaard zijn veel steviger gebouwd, en zijn daarom ook zwaarder. Het lichaam van de jachtluipaard is gebouwd om te kunnen rennen, dat houdt in dat hij dun, flexibel en sterk is.
Een ander verschil is het uiterlijk, oftewel het vachtpatroon. De jachtluipaard heeft over het algemeen een heel simpel patroon in zijn vacht, deze bestaat alleen maar uit een geelbruine onderkleur met zwarte stippen. Zo'n simpel patroon hebben de luipaard en jaguar niet, hun patroon is:
De jaguar: onderkleur: geelbruin; patroon: zwarte rondje met bruin in het midden en 1 of meer stippen er in;
De luipaard: onderkleur: geelbruin; patroon: zwarte rondjes met een bruin in het midden, er zitten af en toe zwarte stippen tussen.
Voor de rest zijn er nog een paar kleine dingen die de jaguar en luipaard niet hebben:
De jachtluipaard heeft van uit zijn ooghoeken langs zijn neus tot en met zijn mond 2 zwarte strepen. Deze worden ook wel traansporen genoemd.
De jachtluipaard is ook de enige katachtige die zijn nagels niet in kan trekken.
De jachtluipaard, gepard of cheeta (Acinonyx jubatus) is een groot katachtigroofdier dat nog voorkomt in Afrika en Iran. Het is de enige nog levende soort uit het geslacht Acinonyx. De jachtluipaard staat bekend als het snelste landdier ter wereld.
De cheeta is aangepast aan jagen met een korte, zeer snelle sprint. Hij is slank, flexibel en gespierd gebouwd, als een hazewindhond, met een krachtige borst, een lange staart en voor een katachtige zeer lange poten, waarmee hij zich hard kan afzetten. De botten van een cheeta zijn licht en flexibel, en hij heeft een relatief groot hart en grote longen.
De jachtluipaard heeft een licht gele vacht, die bedekt is met kleine, ronde, zwarte vlekken. De onderzijde en borst zijn bijna geheel wit. De kop is vrij klein, met kleine oren en grote, oranje ogen. Het voorhoofd en de wangen hebben zeer kleine zwarte vlekken. Van de binnenste ooghoeken tot de mond loopt een zwarte streep, en ook de onderlippen zijn zwart. De achterzijde van oren heeft een zwarte en witte markering. De staart is gevlekt, maar heeft bij de top een reeks van zwarte ringen en eindigt in een zwarte staartpunt. De vorm van de ringen en de hoeveelheid verschilt per individu, vergelijkbaar met de vingerafdruk voor de mens. Over de ondernek en schouders loopt soms een maan van lang haar. Vooral bij jonge cheeta's is deze maan opvallend.
Kleurvariëteiten komen voor, zoals geheel zwarte dieren, ongevlekte dieren of witte jachtluipaarden met blauwige vlekken. De bekendste kleurvariëteit is de koningscheeta, waarbij de vlekken veel groter en grilliger zijn en met elkaar in verbinding staan. Ook loopt er over de rug een donkere, zwarte streep. Deze kleurvariëteit werd lange tijd beschouwd als een ondersoort (Acinonyx jubatus rex).
Een volwassen dier weegt tussen 35 en 65 kg, maar gemiddeld 50 kg. De kop-romplengte is 110 tot 150 cm, en de staart kan 65 tot 90 cm lang zijn.
Een groot deel van de mensheid verwart de jachtluipaard met andere dieren. De dieren waar hij het meest verward mee wordt zijn de jaguar en de panter (luipaard). Deze twee dieren lijken wel op elkaar, maar ze lijken niet op de jachtluipaard.
Eén van de grootste verschillen is de lichaamsbouw. De jaguar en luipaard zijn veel steviger gebouwd, en zijn daarom ook zwaarder. Het lichaam van de jachtluipaard is gebouwd om te kunnen rennen, dat houdt in dat hij dun, flexibel en sterk is.
Een ander verschil is het uiterlijk, oftewel het vachtpatroon. De jachtluipaard heeft over het algemeen een heel simpel patroon in zijn vacht, deze bestaat alleen maar uit een geelbruine onderkleur met zwarte stippen. Zo'n simpel patroon hebben de luipaard en jaguar niet, hun patroon is:
De jaguar: onderkleur: geelbruin; patroon: zwarte rondje met bruin in het midden en 1 of meer stippen er in;
De luipaard: onderkleur: geelbruin; patroon: zwarte rondjes met een bruin in het midden, er zitten af en toe zwarte stippen tussen.
Voor de rest zijn er nog een paar kleine dingen die de jaguar en luipaard niet hebben:
De jachtluipaard heeft van uit zijn ooghoeken langs zijn neus tot en met zijn mond 2 zwarte strepen. Deze worden ook wel traansporen genoemd.
De jachtluipaard is ook de enige katachtige die zijn nagels niet in kan trekken.