Beste Robert,
Beste voorzitter,
Beste vriend van 10-tallen jaren,
Ik ken jou vanaf mijn geboorte. Jij woonde met je gezin immers recht tegenover mijn ouderlijk huis in de Guido Gezellestraat in Zwijndrecht.
Zon 25 jaar geleden werden wij ook echte vrienden.
Aanvankelijk zag ik je op de voetbal. Nadien bracht je mij bij WTC San Marco, een wielerclub die je zelf mee had opgericht in 1982 en waarvan je de laatste 10 jaar voorzitter was.
Toen ik in een late roeping begon te koersen, werd je één van mijn vaste en trouwe soigneurs, zoals ze dat in wielertermen zeggen.
Samen met andere vrienden reden we heel Vlaanderen rond. Als ik won, was je blijer en trotser dan ik zelf. Als ik niet won, zorgde je voor een opbeurende noot.
Winst of verlies
achteraf vieren was er hoe dan ook altijd bij. De wielerwedstrijden op zich mochten dan wel niet zoveel voorstellen, het was telkens voldoende om achteraf ruim na te kaarten in De Machuit, de San Marco of de Picco Bello.
De ontelbare legendarische momenten en anekdotes uit die mooie periode, zullen ons steeds bijblijven en gaan wij zeker koesteren.
Robert,
Jij was een bijzonder man. Je had iets speciaals. Wat juist is moeilijk te zeggen, maar ik zou het op charisma willen houden.
Zo was je, ondanks je soms stoute uitspraken, overal erg geliefd en je slaagde er als geen ander in om iedereen voor je kar te spannen.
Je was een kei in het gedaan krijgen van dingen, zonder zelf al te grote inspanningen te moeten doen. In het bestuur van de WTC San Marco kreeg je iedereen aan het werk. Zelf bleef je dan meestal buiten schot.
Ik herinner mij dat ik je daarop eens aansprak en je mij letterlijk antwoordde dat een voorzitter een overkoepelend orgaan is die het werk aan een ander moet overlaten.
Je kon je ook als geen ander van problemen afmaken met de éne of de andere kwinkslag. Alhoewel je daarin een echte meester was, heb ik toch vaak gemerkt dat problemen je veel meer bezig hielden en dat je veel meer bezorgd was om mensen dan je zelf wou toegeven.
Zo heb ik, als je overbuur, gezien hoe je jarenlang, elke dag opnieuw, zonder ook maar één keer over te slaan, je zwaar zieke echtgenote Nicole ging bezoeken in Hof Ter Schelde.
Als je vriend, heb ik vaak gemerkt hoe bezorgd je was, wanneer mensen die je dierbaar waren, gezondheidsproblemen kenden en zag ik hoe het overlijden van je broer François je diep heeft getroffen.
Robert,
Je was ook een heel fier man.
In de eerste plaats fier op jezelf.
Je vond het belangrijk steeds goed voor de dag te komen: verzorgd en mooi gekleed, netjes gekapt.
Fier op de WTC San Marco, als mede-oprichter en als trotse voorzitter.
Fier op alle andere verenigingen die een belangrijke plaats in je leven innamen, zoals de seniorenclub van de Q8, de KBVB en de VACLA (de Vereniging van Antwerpse Clubs uit de Lagere Afdeling) in het bijzonder.
Maar zeker ook bijzonder fier op je dochter, je schoonzoon en je kleinkinderen en oogappels Gaëtan en Quenell.
Dat Gaëtan en Quenell beiden op weg zijn naar een mooie carrière bij de politie, maakte je niet alleen apetrots maar ook erg gelukkig.
Ik denk, ik vrees, Robert, dat ook je fierheid een rol heeft gespeeld in je ziekteproces.
Ook al zei je mij dit nooit toen ik je opzocht in het ziekenhuis of in De Regenboog, toch had ik telkens de indruk dat je het zeer moeilijk had met je ziekte en de afhankelijkheid die deze met zich meebracht.
Je bleef jezelf voortdurend luidop afvragen hoe een mens zo ver kon geraken.
Een 5-tal jaar geleden stelden wij de eerste - nog heel beperkte - gevolgen van je ziekte vast. Aanvankelijk hebben we daar zelfs nog grapjes over gemaakt. Pas nadien hebben we beseft dat het reeds de eerste symptomen van een jammerlijk en onomkeerbaar ziekteproces waren.
De laatste jaren hebben we helaas met lede ogen moeten aanzien, dat je meer en meer afgleed van de man en de persoonlijkheid die je ooit bent geweest.
Tot slot wil ik nog één ding kwijt.
Tijdens je maandenlang verblijf in Spanje eind 2012 - begin 2013, nam ik geregeld met jou telefonisch contact op. Wij maakten dan een praatje over het weer en over koetjes en kalfjes. Maar bij elk contact herhaalde je telkens weer opnieuw hoe tevreden en hoe dankbaar je wel was over de wijze waarop je dochter, je schoonzoon en je kleinkinderen je opvingen en voor jou zorgden. Ook bij mijn bezoeken aan jou in het ziekenhuis of in De Regenboog heb je die woorden nog vaak herhaald.
Linda, Ali, Gaëtan en Quenell, namens mijzelf, namens de WTC San Marco, maar zeker ook namens alle familieleden, vrienden en kennissen, bedankt voor alles wat jullie voor onze vriend Robert hebben gedaan.
Beste Robert,
We hebben samen heel veel leuke momenten beleefd. Leuke momenten waaraan ook vele mensen, hier vandaag aanwezig, deelnamen.
We gaan je zeker missen.
Maar de ontelbare leuke momenten met jou staan voor altijd in ons geheugen gegrift.
Wij gaan je herinneren zoals je echt was: spontaan, goedlachs, positief, niet voor een grap meer of minder verlegen, maar vooral een heel toffe vriend.
Robert, veel dank voor alles wat je ons gegeven hebt en het allerbeste op je laatste reis.
Zwijndrecht, 22 augustus 2013,
Leo Mares voor WTC San Marco
|