Beste vrienden, Vorige week vrijdag was het te moeilijk voor mij om een berichtje achter te laten. Een paar druppels teveel ... en het was om zeep ... ik kon nog met moeite mijn tranen bedwingen ... het voortdurend uitproberen van de poetsdames en het tot de spits drijven van een aantal pietluttigheden werden me teveel. Ik ben 's middags naar ons mama gereden en ben daar wenend naar binnen gegaan. In de voormiddag had ik wel al mijn beklach gedaan bij de directiesecretaresse en namiddag moest ik voor een onderhoud komen bij mijn chef en bij de directeur. Nadat ik alle verhalen van de voorbije dagen had verteld, juist zoals ze waren gebeurd - werden ze er even stil van. Geen van beiden had waarschijnlijk gedacht dat de dames het mij zo moeilijk gingen maken en dat in de eerste week. De directeur rade me aan ten rade te gaan bij de preventieadviseur ... omdat hij zelf niet goed wist hoe de risicoanalyse ivm met het onderhoud en de kamerzorg in elkaar zat. Dat was groen licht ... ik heb toen ook dadelijk een afspraak gemaakt en ik mocht dadelijk de risicoanalyse komen halen. Zijn woorden waren mijn overwinning. Dames in het onderhoud en in de kamerzorg dragen gesloten schoeisel, vast aan de voet om irritatie en contact met chemische agentia te vermijden. Deze schoenen worden niet bekostigd door de Dienst. Dus ik kon VIVI echt wel vragen niet meer op haar strandsloefjes achter haar poetskar te staan. Vandaag heb ik haar de tekst laten zien. Ze heeft een afspraak gemaakt met de dokter van de medische dienst. Ze wilde laten vaststellen dat ze rugpijn had doordat ik haar op haar sportschoentjes had laten werken. Namiddag toen ik haar tegenkwam op de gang zag ik al dat ze van een kaal kermis was terug gekomen. Vertelt ze me zelf dat ze de dokter had gevraagd haar bloeddruk te nemen, omdat ik haar overstuur maakte, maar ook daar had hij geantwoord dat ze in prima conditie was. Morgen zal ze wel weer een ander plan hebben, maar sinds vanmiddag negeer ik haar, ik heb mijn standpunt duidelijk gemaakt, ze weet intussen dat ik er niet van af ga, en verder steek ik er geen energie meer in. Alle dagen dat ze op haar strandsloefen komt werken noteer ik en ook het diensthoofd van de keuken doet elke keer een mail naar de directie. Meer kunnen we blijkbaar niet doen. Dus het verschil van privé naar openbare sector mag ik nu al aan den lijve ondervinden.
Tot morgen, Linda.
|