Maandag 11 februari: ik moet voor mijn eerste jaarlijkse check-up na mijn harttransplantatie naar Gasthuisberg (Leuven). Het wordt een een verblijf van drie dagen, beginnend met de klassieke bloedafname, elektrocardiogram, echografie, uitgebreid plaatjes schieten op de Röntgenafdeling en 24-uur bloeddruk- en hartritmemeting (holter).
Mijn buurman op de kamer is niet veel van zeg, hij ziet er niet al te best uit en lijdt blijkbaar aan dezelfde ziekte als ik voor mijn transplantatie. Hij verblijft al sinds december in het ziekenhuis. Ik wil niet indiscreet zijn maar in de loop van de dag deelt een dokter hem mede dat hij ook op de transplantatielijst is beland. Ik duim voor hem dat het allemaal goed afloopt. Om 10 uur s avonds komt een dokter hem melden dat er vermoedelijk een ruilhart voor hem beschikbaar komt. Ik feliciteer hem. Door de schok van de melding moet ik hem even helpen om telefonisch zijn familie op de hoogte te stellen.
Het is een drukte van jewelste op de kamer, van slapen komt er niet veel meer in huis. Even na middernacht wordt mijn buurman weggevoerd naar het operatiekwartier. Ik duim voor hem dat het allemaal goed moge verlopen. Ondertussen is het al 12 februari geworden: net één jaar geleden werd ik ook getransplanteerd, wat een toeval...
Dinsdagochtend is vrij rustig en na de botscan is het wachten op de biopsie en de catheterisatie. Pas om 12 uur is het mijn beurt. De klassieke voorbereidingen waarbij de eosineborstel rijkelijk mijn liesstreek besproeit. Je moet toch kunnen zien dat er wat gebeurd is!
De biopsie en catheterisatie verlopen niet vlekkeloos. Mijn verdomd noestige aders maken het de biopsiearts niet gemakkelijk. Eerst de rechterlies: driemaal prikken zonder resultaat, dan maar weer de linkerlies proberen. Door de zestien voorafgaande biopsieën zijn de aders daar ook al niet meer zoals ze zouden moeten zijn. Maar het lukt dokter Droogne dan toch om tot mijn hart door te dringen, eerst voor de druk- en debietmetingen en de biopsie, daarna voor de catherisatie van de kroonslagaders. Dit laatste verloopt niet zonder problemen: ik voel me plotseling - en dat voor de eerste keer - onwel, maar na een paar minuten gaat het weer beter tot het plotseling weer erger wordt en ik dreig van mijn stokje te gaan. De dokter en de verpleegsters merken het op en doen er alles aan om me weer bij mijn positieven te brengen. Blijkbaar moet mijn hart een paar keer op hol geslagen zijn.
Maar die ongemakken en pijntjes zijn vlug vergeten wanneer de dokter zegt dat het er allemaal goed uitziet. Alleen moet ik nog tot 8 uur vanavond plat te bed liggen om een bloeding te voorkomen. Dat stilletjes blijven liggen is nog het ergste van allemaal, maar eindelijk wijst de klok 8 uur aan en kan ik weer eens - voorzichtig - rondwandelen.
De volgende ochtend heb ik alleen nog een spirometrisch onderzoek om de longcapaciteit vast te stellen.
Rond de middag komt professor Vanhaecke me mededelen dat alle tests positief zijn. Goedgekeurd voor de dienst! Nu nog wachten op de papieren en ik kan naar huis. Voorlopig geen biopsieën meer, het drukke eerste jaar na transplantatie is afgesloten.
Nu is het verder werken aan mijn fysieke conditie: veel wandelen en fietsen. Doelstelling:
30 km. wandelen en 100 km. fietsen. Voorlopig ben ik nog maar aan de helft maar als het zo blijft verder evolueren zie ik mijn doel snel bereikbaar.
Ik hoop dat mijn ervaringen wat leerrijk kunnen zijn voor anderen die wachten op een ruilhart of er kortelings een kregen.
Veel hartelijks van
Roland Van Vaerenberg