GROOTLO TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG
Dit jaar is
het 100 jaar geleden dat de eerste wereldoorlog begon. Een conflict dat het
uitzicht van onze wereld fel veranderde.
Uit gegevens
ons nagelaten door E.H. Vermeerbergen Frans (onze eerste pastoor) volgt hierna
het verloop van deze oorlog, in onze parochie.
Het jaar 1914 bracht ons de
gesel van de eerste wereldoorlog. Bij het begin van de vijandelijkheden, in
augustus 1914, werden de parochieregisters en de kostbare sierraden in
veiligheid gebracht. Gedurende de eerste weken van de oorlog had de bevolking
hier weinig problemen. De kerkelijke diensten werden druk bijgewoond en het
aantal communies vermeerderden aanzienlijk.
In de voormiddag van 19
augustus vertoonden zich op de Bollodijk en de Paalstraat de eerste vijandelijke
soldaten, nl een groep Uhlanen. Vandaar gingen zij op verkenning naar Lier.
Niemand van de bevolking werd lastig gevallen. Op 23 augustus werd deze kleine
bezetting teruggedreven door een afdeling Belgische ruiterij en cyclisten. In
Werchter en Haacht werd er tot 's anderdaags in de namiddag verwoed gevochten.
De Belgen werden teruggeslagen en tot in onze parochie achternagezeten door de
oprukkende Duitsers. Op 29 augustus blijven er slechts een kleine achterhoede
Duitsers over op de oever van de Demer en Dijle. dagelijks waren er nog
schermutselingen tussen Duitse en Belgische eenheden.
Op 3 september had er nog een
hevige botsing plaats nabij Grootlo, tussen een sterke Duitse groep en een
afdeling Belgische carabiniers. Op 5 september gaf de Belgische overheid het
bevel om al het rundvee binnen de fortgordel van Antwerpen te brengen. Dit was
een zeer ongelukkige maatregel, het vee kwijnde weg bij gebrek aan stalling en
eten, en het volk moest melk en boter derven. Van 9 september 's morgens tot 13
september 's avonds was de parochie terug bezet door Belgen, terwijl er verwoed
gevochten werd rond Leuven en Mechelen. Toen op 13 september 1914 de kerk van
Haacht en op 15 september de kerk van Werchter werden in brand gestoken,
verloor de bevolking haar kalmte en velen sloegen op de vlucht.
De diensten in onze
kerk hielden op tot 15 oktober. Onze parochie bleef tussen twee vijandelijke
linies tot 26 september, wanneer de Duitsers hun aanval op Antwerpen begonnen.
Die dag werd een vrouw van onze parochie, Petronella Goris, echtgenote van
Ferdinand De Bie, door een Duitse soldaat neergeschoten, terwijl zij gras sneed
langs een houtkant in de Langstraat. De pastorie werd leeggeplunderd en menig
stuk processiegerief geroofd of vernield.
Twee jongelingen werden door
de vijand aangehouden nabij het huis van Louis Meuris. Met opgeheven armen
werden zij voor de soldaten geplaatst en zouden neergeschoten worden. De
eerste, Henri Collaer uit Pellenberg, was op slag dood, de tweede, Karel Moris,
onderwijzer te Langdorp, werd niet getroffen en kon vluchten.
Een aanslag op een Duits
soldaat in Tremelo was de oorzaak van een zware repressie. Op 28 augustus werd
een groot gedeelte van Tremelo platgebrand, (te Tremelo werden van de 450 huizen er 250 afgebrand oorlogsboek
Davidsfonds 1914-1918 blz 214) ook een vijftal huizen van onze parochie
gingen in de vlammen op. Dank zij de pastoor werd er veel kwaad voorkomen, hij
deed de bevelvoerende kapitein inzien dat hij zich niet meer op het grondgebied
van Tremelo bevond.
Maar de schrik zat erin, een
groot gedeelte van de inwoners sloeg op de vlucht, vele mannen hebben dagen en
nachten doorgebracht in de bossen, die Grootlo toen nog rijk was, en in de
moerassen rond de moer.
Vele inwoners werden gevangen
genomen en moesten het Duitse leger volgen. Tegen de avond werden er een deel vrijgelaten, anderen
opgesloten in de kerk van Werchter, en enkelen zelfs meegevoerd naar Zaventem.
Inwoners van Grootlo die gevlucht waren naar Booischot en Heist op den berg
werden dezelfde dag gevangen genomen en opgesloten in de kerk van Aarschot,
sommigen werden later naar Duitsland gevoerd.
Gedurende de bezettingsjaren
verminderde het bijwonen van de
goddelijke diensten. Dit was vooral te wijten aan het vervroegen van het
officiële uur en vele inwoners hielden zicht bezig met smokkelhandel. De
plechtige communie had plaats zoals voor de oorlog, geen enkel kind ontbrak. (In 1914: 21, in 1915: 15, in 1916: 16, in
1917: 33 en in 1918: 21).
Werklieden werden gevorderd
en naar Duitsland gevoerd. Vier van de gemeente Tremelo en drie van de gemeente
Schriek. Allen zijn behouden teruggekomen. Zes andere die opgeëist waren;,
doken onder totdat de bezetter verklaarden, dat zij niet zouden vervolgd
worden. Toch werden zij veroordeeld tot een boete van 40 mark omdat hun een
identiteitskaart niet was afgestempeld. Lange tijd heeft de bezetter onderzocht
of deze jongelingen niet waren ondergedoken op aanraden van de pastoor.
In onze parochie werden 20 jongens onder de wapens
geroepen in 1914 en drie hebben vrijwillig dienst genomen in het leger.
Gesneuvelden
of overleden aan de gevolgen van mosterdgas
August Van Calsteren, zoon van Frans en van Antoinette Van den Broeck, is
gesneuveld te Haacht, op 12 september 1914.
Victor Janssens,
geboren in 1883, gehuwd in 1910 en vader van 3 kinderen. Kwam na zijn huwelijk
in Grootlo wonen. Tijdens zijn dienst aan het front werd hij in de
loopgraven getroffen door mosterdgas. Sterft op 24 juli 1922 en werd begraven
op het kerkhof te Grootlo,
Philibert Op De Beeck vluchtte bij het uitbreken van de oorlog, met zijn
familie maar Frankrijk. Tijdens zijn verblijf daar werd hij opgeroepen om zijn
militaire dienst te doen. Enkele maanden later vertrekt hij naar het front in
de omgeving van Diksmuide. Hij komt om in de dodengang van Stuivekenskerke, op
18 maart 1918 Hij ligt begraven op
het divisiekerkhof te Steenkerke (grafnummer 197). De aftocht van de Duitsers in november 1918 verliep vrij
rustig. Een verongelukte Duitse soldaat werd hier op het kerkhof begraven op 15
november 1918.
Om dat hoofdstukje af te sluiten volgen hier het aantal
geboorten en overlijdens tijdens de oorlogsjaren 1914-1918.
jaar geboortes
overlijdens
1914 39 20
1915 36 11
1916 24 13
1917 21 21
1918 24 13
|