Jawel kwam spelen bij Baneen. Baneen had een mooie gele go-cart staan, je weet wel, met vier gele wielen, een stuur en een mooie gele zit voor één persoon. Mag ik met je go-cart rijden, Jawel? vroeg Baneen. Baneen, zei Baneen, ik heb er zelf al zolang niet meer opgereden. Maar mama zei : Jawel, Baneen, laat Jawel er nu maar vijf minuutjes mee rijden. Straks mag jij weer. En Jawel ging rijden in de tuin. Baneen vond het na twee minuutjes meer dan genoeg en ging naar Jawel. Nu is 't aan mij weer,Jawel ! riep Baneen, Baneen, morde Jawel, ik zit er nog maar net op ! Baneen, riep Baneen, al meer dan vijf minuten ! Baneen ! Jawel ! Baneen ! Jawel ! Baneen en Jawel begonnen te duwen en te trekken aan elkaar en aan de go-cart en riepen Jawel en Baneen en Jawel en Baneen. Auw,zei Jawel, Baneen je duwt ! Baneen ! Jawel ! Mama kwam tussenbeide en ze was niet blij. Jawel en Baneen. Nu is het genoeg, hoor. Als jullie nu niet ophouden gaat er geen van jullie beiden meer mee rijden. Jawel en Baneen stonden sip te kijken. En geen van de twee zei nog een woord.