De bouw van een paard is zeer belangrijk, zijn prestaties hangen er immers vanaf!
Wat belangrijk is in verband met de bouw?
Vierkant kunnen staan
Symmetrische benen hebben (alle gewrichten even groot e.d)
Hoeven hebben die niet naar binnen en niet naar buiten staan
Geen gezwollen gewrichten hebben
Verticale benen hebben, dat betekent benen die recht naar beneden wijzen, geen zo gezegde O-benen
Stevige benen hebben
Een diepe borst hebben. (Zodat er genoeg ruimte voor de longen en het hart is.)
Krachtige achterhand hebben
De grote van het hoofd moet in verhouding met de rest van het lichaam staan en moet steunen op een krachtige hals welke weer steunt op stevige schuine schouders
Vachtkleur van het paard
De kleur van een paard wordt bepaald door de kleur van de dekharen. Op basis van deze haarkleur worden paarden onderverdeeld in eenkleurige en gemengdkleurige paarden.
15: Onregelmatige doorlopende bles, bovenlip en beide neusgaten inbegrepen, donkere vlek op de bovenlip
De leeftijd van een paard bepalen aan de hand van zijn gebit.
De leeftijd van een paard kunt u pas zeker zijn als het tijdstip van geboorte vermeld staat op het geboortebewijs of op andere stamboekpapieren. Maar aan de hand van het gebit van het paard kunt u een goed idee krijgen van zijn leeftijd. Bij een paard dat jonger dan 5 jaar is bepaald men de leeftijd aan de hand van de melktanden en kiezen die te voorschijn komen en daarna wisselen. Vanaf 6 jaar kijkt men meestal naar hoever de snijtanden in de onderkaak afgesleten zijn.
1: pasgeborenen. De punten van de voortanden zijn net te zien.
2: 6 maanden. De veulenhoektanden komen door.
3: 2 jaar. De veulenhoektanden zijn nu geheel gevormd.
4: 3 jaar.
5: 4 jaar.
6: 5 jaar. De blijvende hoektanden zijn nu in gebruik.
7: 6 jaar.
8: 7 jaar. Let op de verdikking aan de binnenkant van de voortanden.
9: 10 jaar. De tanden worden langer en steken verder naar voren.
10: Een paard van 14 jaar oud.
Het signalement bij paarden
Het signalement van het paard is een zo volledig mogelijke omschrijving van het exterieur van het paard. Voor inschrijving in het stamboek of bij aankoop en verkoop van een paard is het noodzakelijk dat u het signalement zo volledig mogelijk kunt omschrijven. Vaak echter wordt gevraagd dat dit door een bevoegd iemand wordt gedaan, bijvoorbeeld door een dierenarts.
Hieronder bespreken we een toepassing van het bovenstaande. Hier ziet u een signalement van een tobiano pinto.
Dit signalement kan gebruikt worden als geboorteaangifte maar kan ook dienen voor het vaccinatiecertificaat.
Bij dit signalement hoort ook een beschrijving. Die zullen we hier opbouwen.
Hoofd
Kolletje. Schuin streepvormige sneb uitmondend in rechter neusgat.
Hals
Symmetrische witte vlek aan basis hals en schoft.
LV (links voor)
Witbeen. Wit tot net boven voorknie, achter oplopend tot elleboog.
RV (rechts voor)
Witbeen. Wit tot handbreedte boven voorknie achter oplopend tot elleboog.
LA (links achter)
Witbeen. Wit tot handbreedte boven sprong, achter oplopend tot boven kruis.
RA (rechts achter)
Witbeen. Wit tot handbreedte boven sprong, achter oplopend tot boven kruis.
Lichaam
Wit vlekje links ter hoogte van het zadel.
Verworven kenmerken
Hoeven bij paarden
De hoef kun je vergelijken met een nagel of een klauw. De voor en achterhoeven verschillen wel van vorm. Het gewicht wordt gedragen op de buitenste rand van de hoef. De flexibele straal (V-vormig) vangt de schokken op bij het neerzetten.
Het hoefhoorn = de buitenkant van de hoef bestaat uit een soort een soort eiwit dat keratine heet.
Het wordt gemaakt door de cellen van de kroonrand (hoefrand) in een soort buisjes die verticaal over de hoefwand naar beneden lopen. Een gezonde hoef heeft een glad oppervlak, zonder horizontale groeven of verticale barsten. Vandaar dat paarden ook altijd verticale (naar beneden lopende) strepen in hun hoeven hebben.
De onderkant van een hoef mag niet zacht zijn maar ook niet te hard dat deze gaat afbrokkelen.
Indien dit laatste het geval is dan zul je de hoeven moeten vetten. Zijn ze te zacht dan moet je teer gebruiken. De hoef moet een beetje hol zijn, maar niet té hol. Ongeveer 1 of 2 vingerdikten diep. Er wordt vaak gedacht dat de straal een gevoelig plekje van het paard is. Hier zit echter helemaal geen gevoel in, je ziet vaak dat de hoefsmid er stukjes vanaf snijdt. Het dient er alleen maar voor om schokken te absorberen wanneer het paard zijn voeten neerzet.
Bekappen van de hoef
Hoeven van paarden kun je vergelijken met de nagels van een mens. Deze groeien bij paarden ook door. Daarom is het zaak dat je de hoeven laat bekappen door de hoefsmid.
1. Ivoor mag niet meer worden gebruikt. Het is inderdaad een mooi materiaal, maar daarvoor mogen geen olifanten meer worden gedood. Alleen een olifant heeft nog het recht om ivoor te hebben. In principe zouden we kunnen zeggen: het ivoor van olifanten die gewoon gestorven zijn, mogen we toch gebruiken, maar ook dat werkt niet. Hoe kan je nu aan een slagtand zien hoe en waar die olifant gestorven is ? Kunstvoorwerpjes uit andere materialen zijn ook mooi: zo is er bijvoorbeeld het ivoor van de ivoornoot en zijn er verscheidene soorten kunststof die sterk op ivoor lijken.
2. Veel mensen houden van olifanten en willen die dan ook in het wild gaan bewonderen. Als er veel toeristen naar Afrika en Azië gaan om op safari te trekken, beseffen de mensen uit die landen inderdaad dat levende olifanten veel meer geld kunnen opbrengen dan dode olifanten. Uiteraard zijn er gevaren verbonden aan het massatoerisme naar die gebieden. Zulke bezoeken aan natuurgebieden moeten steeds rustig verlopen en er mag geen rommel worden gemaakt.
3. Als er in een bepaald gebied olifanten te veel zijn, is het wellicht het verstandigste om ze te verplaatsen naar die gebieden waar de olifanten weg zijn. Uiteraard pak je een olifant niet zo maar op om hem ergens anders weer neer te zetten. Dat is een dure zaak. Maar als de mens de olifant echt wil behouden, zal het wel moeten. Bovendien is het mogelijk om in die overbevolkte gebieden, de olifantenwijfjes een injectie te geven, waardoor zij tijdelijk niet meer zwanger kunnen geraken. Ideaal is het allemaal niet, maar het is in ieder geval veel beter dan het doodschieten van olifanten.
4. In 2003 nam Thailand drastische maatregelen om de uitbuiting van olifanten te voorkomen. Alle olifanten en de mahouts moeten weg uit de straten van Bangkok. In een eerste fase worden ze ingezet in nationale parken, nadien kunnen ze eventueel in de vrije natuur worden teruggebracht. Hopelijk kunnen deze plannen op een goede manier worden uitgevoerd.
5. Er zijn een heleboel organisaties bezig met het geven van hulp aan de olifanten. Het is waar dat er ook vele mensen in nood verkeren in de wereld, maar dat mag niet betekenen dat we de natuur en de dieren geen hulp meer verlenen. Hopelijk slagen die natuurbeschermingsorganisaties er samen in om de olifant te redden.
Inleiding
Van alle wezens op de wereld is de olifant een van de dieren die vele mensen heel bijzonder vinden. Er is waarschijnlijk geen kind op de hele wereld dat niet weet wat een olifant is. Heel veel mensen noemen de olifant hun lievelingsdier en een hele reeks firma's en winkels hebben de olifant als hun beeldmerk genomen.
Hoe zou dat komen? Ten eerste is de olifant het grootste dier dat op het land leeft. (Het grootste dier op de hele aarde is de blauwe vinvis, een walvis -dus een zoogdier- dat 100.000 kilogram kan wegen) Een olifant kan 6.000 kilogram wegen en kan 3,5 tot zelfs 4 meter hoog worden.
Ten tweede heeft de olifant speciale kenmerken. Geen enkel dier heeft zo'n slurf. Er zijn wel enkele dieren met een kortere slurf (of een lange neus), zoals de tapir en de olifantspitsmuis, maar een echte slurf heeft alleen een olifant. Ook zijn grote oren en de slagtanden geven de olifant een heel eigen uiterlijk.
Ten derde is de olifant zo speciaal omdat hij een heel bijzonder karakter lijkt te hebben. Een olifant is sterk, maar ook rustig en zacht, meestal tenminste. Een olifant is een verstandig en gevoelig dier en dat zie je. Voor veel mensen, ook vroeger al, waren olifanten heel belangrijk. In India is er zelfs een god met een olifantenkop: Ganesja. Bij vele volkeren is de olifant het symbool van kracht, wijsheid, vriendelijkheid, geluk en lange levensduur.
Maar hoe leeft het dier zelf? Belangrijker nog: wat is er met het dier aan de hand, zullen er over enkele tientallen jaren nog wel olifanten
Vier soorten
Er zijn Afrikaanse en Aziatische olifanten. De Afrikaanse groep bestaat uit drie soorten, terwijl de Aziatische olifant maar uit één soort bestaat. Er zijn dus vier olifantsoorten:
De Afrikaanse savanneolifant (Latijnse naam: LOXODONTA AFRICANA) Met de woestijnolifant uit Namibië als ondersoort.
De Afrikaanse bosolifant (Latijnse naam: LOXODONTA CYCLOTIS).
De West-Afrikaanse olifant (nog geen Latijnse benaming).
De Aziatische olifant (Latijnse naam: ELEPHAS MAXIMUS) Ook wel ten onrechte Indische olifant genoemd.
De Indische of Zuidoost-Aziatische olifant is een ondersoort. De andere ondersoorten zijn de Sri Lankaanse olifant, de Sumatraanse olifant en de Borneo-olifant. Wat hier dient te worden benadrukt, is dat het eigenlijk echt vier verschillende diersoorten zijn. Biologisch is het niet altijd makkelijk aan te tonen wanneer wezens tot verschillende diersoorten behoren of wanneer ze tot verschillende ondersoorten behoren. De oude opmerking dat het onmogelijk is om verschillende diersoorten te kruisen, gaat niet op. Dat de Afrikaanse olifanten in drie echt verschillende soorten uiteenvallen, werd pas bewezen in 2001 en 2002 door vooraanstaande Amerikaanse onderzoekers. De olifantsoorten behoren wel tot dezelfde familie, die we de OLIFANTACHTIGEN noemen, of met een geleerd woord ELEPHANTIDAE, maar eigenlijk zijn het vier diersoorten. We kunnen dat zien aan hun Latijnse naam, want die is verschillend.
Algemeen kun je onthouden dat de Afrikaanse olifantsoorten de grootste zijn, maar er zijn nog meer verschillen.
De Afrikaanse olifant heeft grotere oren: ze bedekken ook zijn schouders, dat is niet het geval bij de Aziatische. De rug van de Afrikaanse olifant is eerder hol: de rug zakt een beetje door, terwijl de rug van de Aziatische olifant bol is: het hoogste punt ligt boven op het hoofd. Het voorhoofd van de Aziatische olifant heeft twee bulten, dat van de Afrikaanse welft gelijkmatig. Aan het topje van zijn slurf heeft de Aziatische olifant een vinger, de Afrikaanse heeft er twee. Vooraan heeft de Afrikaanse olifant vier of vijf tenen en achteraan heeft hij er drie tot 5, de Aziatische heeft er vooraan vijf en achteraan vier of vijf. De huid van de Afrikaanse olifant is losser en gerimpelder. Bij de Aziatische olifant hebben alleen de bullen slagtanden en dan nog niet allemaal, bij de Afrikaanse olifant hebben bullen en vrouwtjes slagtanden. De verschillen tussen de drie soorten Afrikaanse olifanten zijn minder bekend. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat de bosolifanten en de West-Afrikaanse olifanten schuchtere dieren zijn. De bosolifant verblijft in de wouden rond de evenaar in Centraal-Afrika, voornamelijk in de wouden van Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek. De West-Afrikaanse olifanten zijn erg gering in aantal. De savanne- of steppeolifanten leven in veel opener gebieden voornamelijk in Oost- en Zuidelijk-Afrika.
Een bosolifant is doorgaans iets kleiner dan de savanneolifant, een volwassen bosolifant is 2 à 3 meter hoog en weegt tussen de 2 en de 4,5 ton, terwijl de savanneolifant tussen de 3 en 4 meter hoog is en tussen 4 en 7 ton kan wegen. De huid van de bosolifant is doorgaans iets donkerder. De vorm van de schedel is ook anders. De belangrijkste verschillen zitten echter in de slagtanden en in de oren. De slagtanden van de savanneolifant staan eerder naar voor gebogen, ze zijn dikker en het ivoor is wit, terwijl die van de bosolifant rechter zijn en naar beneden wijzen en het ivoor is rozig-lichtbruin van kleur. De bosolifant heeft iets kleinere oren (ze steken niet onder de nek uit zoals bij de savanneolifant) en ze zijn ronder, terwijl die van de savanneolifant driehoekiger van vorm zijn. De vorm van de oren is terug te vinden in de naam cyclotis, want 'rond oor' betekent.
De West-Afrikaanse olifant heeft géén duidelijke eigen vormkenmerken, maar is eveneens genetisch duidelijk verschillend van de andere soorten.
De verschillen tussen de vier ondersoorten van de Aziatische olifanten zijn kleiner. De olifanten uit Sri Lanka zijn de grootste, die van Borneo de kleinste. Een olifant uit Sri Lanka is groter en krijgt sneller de wit-roze verkleuring op hoofd en slurf, terwijl dat bij de Sumatraanse en Borneo- olifanten nauwelijks voorkomt.
De andere slurfdieren en de mammoet
Ooit leefden er 350 soorten slurfdieren op de aarde. Nu zijn al die soorten uitgestorven, behalve de Afrikaanse en de Aziatische olifanten.
Niet alle van deze dieren hadden ook echt een slurf, maar de meeste wel. De moeritherium bijvoorbeeld, een van de oudste vormen van de slurfdieren, had er geen en was ook veel kleiner.
Slurfdieren zijn verwant aan zeekoeien, aardvarkens en klipdassen. Zeekoeien zijn zoogdieren die in zee leven, zoals de walvissen. Waarschijnlijk hebben de voorouders van de huidige olifanten ook getwijfeld of ze nu in zee of op het land zouden leven (een beetje zoals nijlpaarden). Je kan dat nog zien: olifanten hebben bijvoorbeeld ook bijna geen haar, zoals de zeezoogdieren. Bovendien zijn olifanten heel goede zwemmers en gebruiken ze hun slurf als een snorkel, waardoor ze erg lang onder water kunnen blijven.
Uiteindelijk kozen ze voor het land en dat is al wel meer dan 30 miljoen jaar geleden.
Ooit waren er dus heel veel slurfdieren, maar de meeste zijn geen olifantachtigen. Alleen de mammoet is een echte olifantachtige.
Vroeger waren er dus drie olifantsoorten: de Afrikaanse, de Aziatische en de mammoet: een diersoort die ook in Europa, bij ons dus, leefde. Een mammoet had grote kromme slagtanden en een aantal mammoetsoorten hadden veel haar, omdat ze het warm zouden hebben in de ijstijd. Geregeld wordt er, in Rusland bijvoorbeeld, nog een mammoet gevonden die bevroren zit in het ijs. In een aantal musea kan je trouwens volledige skeletten van mammoeten bekijken. Mammoeten zijn waarschijnlijk 10.000 jaar geleden uitgestorven. Het klimaat veranderde, waardoor de grasvlakten waar de mammoeten leefden, stilaan veranderden in bossen. Hierdoor vonden de dieren niet genoeg voedsel. Vele geleerden denken dat de mammoet ook is uitgestorven door inslag van een enorme meteoriet, waardoor er tijden lang geen zonlicht was.
De slurf
Klik op deze foto voor een vergroting
Alleen olifanten hebben een echte slurf. Het is een heel bijzonder lichaamsdeel. Een slurf bestaat uit tienduizenden spiertjes, waardoor hij erg beweeglijk en krachtig is. Een olifant kan er een boomstam mee oprapen, maar ook een muntstuk.
Wat is nu eigenlijk een slurf ? Eigenlijk is de slurf in de loop van de jaren ontwikkeld uit de neus en de bovenlip van de dieren. Binnenin de slurf zitten eigenlijk twee buizen, die overeenkomen met de neusgaten. Waarschijnlijk hadden de vroegere slurfdieren wel al slagtanden en daardoor konden ze moeilijker aan voedsel komen. De slagtanden hingen wat in de weg. De langere neus maakte het makkelijker.
Waarvoor gebruikt een olifant zijn slurf nu allemaal?
De slurf is ten eerste een grijparm om zowel grote en zware als kleine dingen op te heffen. De olifanten grijpen voedsel beet met hun slurf en steken het zo in hun mond. Zo hoeven zij niet te bukken om te eten. Ook het drinken gebeurt met de slurf. Een olifant zuigt zijn slurf vol water (de hoeveelheid van een emmer) en daarna tilt hij z'n hoofd op en laat het water in z'n mond lopen. Een olifant zuigt het water met de slurf dus niet direct binnen (als wij eens water in onze neus krijgen, dan begrijpen we waarom), maar een olifant kan wel zijn slurf vol water zuigen, terwijl zijn mond openstaat. Het uiteinde van de slurf is eigenlijk de hand van de olifant. De Aziatische heeft een en de Afrikaanse twee vingerachtige uitsteeksels. Het oude Indische woord voor olifant, hastin, betekent eigenlijk het dier met een hand.
Voor een olifant is de slurf ten tweede een douche. De olifant moet zijn huid geregeld met water en daarna met stof of zand besproeien en daarvoor is de slurf erg handig.
Ten derde is de slurf een middel om andere olifanten of andere dieren zacht of hard aan te raken. Een olifant kan behoorlijk harde meppen uitdelen met zijn slurf, maar ook aaien. Moeders gebruiken hun slurf vaak om kleine olifantjes weg te houden van dingen waar ze vanaf moeten blijven. Als olifanten met elkaar wat willen knuffelen, dan kronkelen hun slurven rond elkaar of ze steken hun slurf in de mond van de ander.
Ten vierde wordt de slurf gebruikt om geluid te maken. Een olifant kan vele geluiden maken, de meeste ervan kunnen wij zelfs niet horen, maar het echte trompetteren doet een olifant met zijn slurf.
Zoals je al kon lezen, is de olifant een goede zwemmer en dat doen zij ook erg graag. Ze gebruiken dan, ten vijfde, hun slurf als een snorkel. Dat lijkt een detail, maar ook dit maakt de olifant tot een uniek dier.
Tot slot: een slurf is ook gewoon een neus, een olifant kan erg goed ruiken. Soms steken de olifanten hun slurf in de lucht en draaien ze hem naar alle kanten om alle geuren op te snuiven. Het hangt af van welke kant de wind komt, maar normaal kunnen ze andere olifanten ruiken ook als die tot vijf kilometer ver weg staan.
Kleine olifantjes weten in het begin niet precies hoe ze met hun slurfje moeten omgaan. Dat ding hangt er maar wat te bengelen aan hun neus: ze drinken melk bij hun moeder met hun mond en als ze andere dingen gaan eten, bijten ze eerst zoals alle andere dieren. Soms trappen ze er zelfs per ongeluk op! Gaandeweg leren ze hoe ze hun slurf moeten gebruiken en ontdekken ze hoe handig (letterlijk) die wel is.
De slagtanden en kiezen
De meeste Afrikaanse olifanten, zowel bullen (mannetjes) als vrouwtjes en de meeste Aziatische bullen, hebben slagtanden. Die slagtanden zitten in de bovenkaak en zijn eigenlijk de snijtanden (niet de hoektanden, zoals bij walrussen en bepaalde varkenssoorten).
Net zoals de slurf, hebben ook de slagtanden veel functies.
Ten eerste gebruikt een olifant zijn slagtanden als wapen: daarvoor waren ze ook oorspronkelijk bedoeld. In de oertijd was de belangrijkste vijand de sabeltandtijger en daarom hadden de vroegere olifanten sterke wapens nodig. Jonge bullen vechten wel eens met elkaar en dan zijn de slagtanden gevaarlijke wapens.
Ten tweede zijn het werktuigen waarmee de olifant allerlei zwaar werk kan doen: graven, de schors van bomen afhalen, dingen wegduwen, enz.
Ten derde zijn de slagtanden iets waarop vooral een bul heel trots is: het is een teken van kracht.
De slagtanden van een olifant beginnen te groeien als hij 2 jaar oud is (in het begin wordt gesproken van stoottanden). Aziatische vrouwtjesolifanten hebben vaak korte slagtandjes, die je bijna niet kan zien, die noemen we tushes. Een volgroeide tand kan je maar voor ongeveer 2/3 zien zitten, de rest zit binnenin.
Net zoals mensen rechts- of linkshandig zijn, zijn olifanten vaak rechts- of linkstandig, dat wil zeggen dat ze een van hun beide tanden meer gebruiken dan de andere. Je kan dat merken als je ziet dat een van de beide tanden meer afgesleten is dan de andere omdat hij die meer gebruikt. Handig, zulke slagtanden, zal je denken. Maar de olifanten hebben er eigenlijk meer problemen mee dan voordelen. Eigenlijk is dat niet juist, het is door de mensen dat olifanten problemen hebben met hun slagtanden. Slagtanden zijn namelijk gemaakt van ivoor en dat is iets wat mensen altijd graag gehad hebben. Uit ivoor hebben mensen eeuwenlang allerlei kunstvoorwerpen gemaakt. Ivoor werd het witte goud genoemd. In plaats van het ivoor van dode olifanten op te rapen, hebben de mensen altijd olifanten met mooie, grote slagtanden gedood. Hierover zeggen we meer als we het hebben in deel 16 over de problemen rond olifanten, voornamelijk het mogelijke uitsterven.
Omdat in de tweede helft van de 20ste eeuw heel veel olifanten met grote slagtanden werden gedood, neemt het gemiddelde gewicht van slagtanden snel af. In 1970 woog een gewone slagtand makkelijk 12 kilo, in 1990 nog maar 3 kilo. De allergrootste slagtand die ooit gevonden werd, woog 102 kilo.
Olifanten hebben zowel in onder- als bovenkaak zes kiezen, maar die zitten niet naast elkaar, maar boven elkaar. De vier kiezen die bovenaan zitten, slijten steeds geleidelijk af, waarna de volgende set actief wordt. Als de laatste set kiezen afgesleten is - bij een olifant die een normale levensloop heeft gehad, is dat rond zijn zestigste - kan de olifant niet meer behoorlijk kauwen. Dat is het begin van een algehele verzwakking die leidt tot de dood. Dat systeem heeft zich ontwikkeld door het feit dat de onderkaak niet kon meegroeien in verhouding tot de rest van het lichaam, door de plaats die de slurf innam. Hierdoor kwam de kiezenrij onder elkaar te liggen.
Huid, oren, poten en beenderen
Olifanten worden ook wel dikhuiden genoemd. De huid van een olifant is tussen de 2 en de 4 centimeter dik, wat echt niet zo veel is, als je kijkt naar het enorme dier dat 'eronder' zit.
Sommige Aziatische olifanten hebben witte plekken, vooral op hun slurf en oren. Dat wordt meer bij het ouder worden, maar de olifant heeft er geen last van. Sommige olifanten zijn bij hun geboorte redelijk bleek, de zogenaamde witte olifanten. Maar echt wit zijn ze niet (het zijn geen albino's, zoals de witte konijntjes die je vaak ziet). In Thailand vinden de mensen die olifanten zo bijzonder, dat ze die echt vereren. Als ze worden gevangen, verblijven ze in speciale stallen in het koninklijk paleis, waar de olifanten een oersaai leven hebben...
Een olifant heeft geen zweet- of talgklieren en daarom moet hij vaak in bad. Daarna nemen olifanten een modder- of een stofbad, om hun huid soepel te houden. Als mensen en een aantal andere dieren het te warm hebben, zorgt het zweet ervoor dat er afkoeling is. Een olifant koelt zich af door zijn oren. In die oren zitten veel aders waar het bloed door stroomt. Als de olifant wappert met zijn oren, dan koelt het bloed af. De Afrikaanse olifant leeft in een warmer gebied dan de Aziatische: daarom heeft hij veel grotere oren. Waarom de mammoet zulke kleine oren had, is nu wel heel duidelijk. Het is vrij normaal dat olifanten erg stevige botten hebben om dat enorme lichaam te steunen. De schedel van de olifant is erg groot. Als die beenderen even zwaar zouden zijn als de andere, dan zouden de olifanten hun hoofd bijna niet kunnen optillen. Daarom zitten er holtes in, die gevuld zijn met lucht, hierdoor wordt het gewicht verminderd.
De poten van de olifanten zijn ronde zuilen, die onderaan plat zijn. Olifanten hebben wel teennagels. Inwendig hebben olifanten eigenlijk ook wel tenen. Je zou in feite kunnen zeggen dat een olifant op zijn tenen loopt, maar achter de tenen is alles opgevuld met zachte steunkussens zodat de voetzool een plat vlak wordt. Hierdoor wordt het enorme gewicht van de olifant verdeeld over een groter oppervlak.
De poten van een olifant zijn eigenlijk gemaakt om een groot gewicht te kunnen dragen, niet om snel vijanden te kunnen ontlopen. Dat hoeft ook niet, want een olifant heeft geen vijanden in de natuur (buiten de mens).
Vroeger werd gesteld dat olifanten niet konden rennen, omdat zij nooit zo bewogen dat alle ledematen even samen van de grond loskwamen. Dat zou een te zware belasting zijn voor hun lichaam. Onderzoekers stelden echter vast dat olifanten een snelheid van 25 km/u kunnen bereiken met steeds drie voeten op de grond. Vermits hun zwaartepunt wel op en neer beweegt, kan men dit wel rennen noemen. Het rennen van een olifant is daarbij uniek: hun achterpoten maken een typische ren-beweging, hun voorpoten echter niet.
Eten en drinken
Een olifant is een niet-herkauwende planteneter. Per dag eet een Afrikaanse olifant ongeveer 200 kilo voedsel, een Aziatische iets minder. Ze eten voornamelijk gras of bladeren, maar ook wortels, boomschors (ze zijn de enige dieren die hout eten), vruchten of ander groen. Olifanten in dierentuinen krijgen doorgaans meer groenten en fruit (wat voedzamer is) en daardoor eten ze iets minder.
Bij het eten valt nogmaals het nut op van de slurf. Een hoopje gras wordt ermee uitgetrokken, dan slaan de olifanten het gras, met de slurf, tegen hun poot om er het zand af te kloppen en dan steken ze alles in hun mond. Ongeveer de helft van wat de olifant eet, wordt onverteerd uitgescheiden. Dat betekent dat een olifant ongeveer 100 kilo mest per dag levert. Niet zo leuk als je daar rondloopt, zal je denken. Olifantenmest is echter heel nuttig: veel zaden die de olifant had opgegeten, worden zo over een groot gebied verspreid. Die zaden ontkiemen sneller als ze eerst door de olifant zijn gegaan en zo wordt de plantengroei door de olifant eigenlijk verbeterd.
Toch kunnen grote groepen olifanten op een te klein gebied de plantengroei uiteraard snel afbreken. Vroeger, toen het milieu nog normaal en evenwichtig was, kon dat geen kwaad: er was ruimte genoeg voor de olifanten en voor de andere dieren: de plantengroei herstelde zich snel. Nu zitten olifanten vaak in te kleine gebieden en dan wordt het wel een probleem als de olifanten een gebied hebben leeggegeten.
Een olifant drinkt tussen de 70 en 160 liter water per dag. Drinkplaatsen zijn erg belangrijk voor olifanten: het zijn ontmoetingsplaatsen, waar ze vaak ook gezellig samen in bad gaan.
Kuddes
Een olifant is een heel sociaal dier, dat wil zeggen dat ze graag bij hun soortgenoten zijn en eigenlijk niet alleen kunnen leven. Tenminste, de meeste vrouwelijke olifanten.
De kuddes waarin olifanten leven, bestaan eigenlijk alleen maar uit vrouwtjes en hun jongen. Vaak zijn er niet meer dan tien leden in een kudde. Het oudste en meest wijze vrouwtje is de leidster: de matriarch. De andere olifanten in haar kudde zijn zussen, dochters, nichten, kleindochters en kleinzoontjes van haar. De bullen leven ofwel alleen, ofwel in kleine bullengroepen. Dat betekent dat een bul op een bepaald moment uit de kudde moet. Als hij ongeveer 10 jaar oud is, gaat hij al eens geregeld alleen op stap. Als hij te lang bij de kudde blijft, wordt hij aan de kant gezet en moet hij de kudde verlaten: alleen de meisjes blijven!
Uiteraard komen er geregeld (andere) bullen naar de vrouwtjeskuddes, want anders zouden er geen nieuwe olifantjes meer komen. Olifantenkuddes zijn vaak erg goed bevriend met andere groepen. Wellicht zijn de matriarchen wel zussen of nichten, die ieder hun eigen weg zijn gegaan. Soms trekken ze dan een tijd samen op. Bij iedere ontmoeting is er telkens een heel uitgebreide begroeting.
De kudde doet meestal alles samen: als de matriarch rust, dan doen de andere dat ook; als de matriarch naar de drinkplaats gaat, volgt de rest. Belangrijk is dat de groep een goede bescherming vormt voor de kleintjes, want een kleine olifant kan wel door een leeuw worden gedood. Maar met alle grote olifanten om hem of haar heen is de kleine behoorlijk veilig!
Voortplanting en zorg voor de jongen
Een vrouwelijke olifant is vruchtbaar vanaf ongeveer 10 jaar oud, maar in normale omstandigheden raakt ze voor het eerst zwanger als ze 12 tot 14 is en gewoonlijk krijgt ze geen kleintjes meer na haar vijfenvijftigste.
Als een vrouwtje vruchtbaar is, dan komt er wel een bul op de kudde af en vaak wel meer dan een. Het vrouwtje kiest dan voor de sterkste bul, want ze wil dat haar nageslacht ook sterk is. Als je goed nadenkt, kan je ontdekken dat er dan problemen kunnen zijn: alle vrouwtjes willen dan wel paren met die ene sterkste bul. Dus alle olifantjes die in een bepaalde tijd geboren zijn, zijn dan halfbroers en -zussen van elkaar! De natuur heeft dat probleem opgelost. De bullen raken om de beurt in een speciale toestand, die men musth noemt. Als een bul in musth is, dan heeft hij tijdelijk meer mannelijke hormonen en is hij erg wild, stoer en sterk; de anderen gaan voor hem uit de weg. Een bul in musth is voor een olifantvrouwtje onweerstaanbaar. Omdat iedere bul om de beurt in musth is, worden ze ook om de beurt vader. Soms zijn er wel eens twee grote olifanten tegelijk in musth en als die dan hetzelfde vrouwtje willen, dan is het vechten ! Met hun grote slagtanden zijn die bullen echte levende tanks. Soms loopt zo'n gevecht slecht af voor de verliezer: als een stoot van een slagtand slecht terechtkomt bijvoorbeeld.
In goede omstandigheden krijgt een vrouwtje om de vier jaar een kleintje. Maar als er te weinig voedsel is, vermindert dat. In sommige gebieden zijn er te weinig bullen (als er vele door stropers voor hun ivoor zijn gedood) en dan vinden de vrouwtjes vaak geen partner.
De zwangerschap van een olifant duurt 22 maanden bij Afrikaanse olifanten en 21 maanden bij Aziatische. Meestal is er maar een kleintje per zwangerschap, maar een tweeling is mogelijk.
Als een olifantje geboren wordt, weegt hij vaak al meer dan 100 kilo. Dat lijkt veel, maar toch is het minder dan een dertigste van zijn volwassen gewicht. (Hoeveel weegt een mensenbaby in vergelijking met het gewicht van een volwassene?)
In zo'n olifantenkudde tussen moeder en tantes wordt er erg goed voor de kleine olifant gezorgd. Hoe meer tantes er zijn, hoe rustiger de moeder het heeft. Kleine olifantjes zijn vaak erg speels en moeten goed in de gaten worden gehouden.
In de eerst maanden drinkt een olifantje enkel moedermelk, na een viertal maanden eet hij ook wat gras en leert hij stilaan met zijn slurfje te drinken. Als olifantjes toch van hun kudde gescheiden worden en door mensen moeten worden grootgebracht - zoals gebeurt in het olifantjesweeshuis van Daphne Sheldrick in Kenia - mag men hen geen koeienmelk geven. Na jaren van proberen heeft Daphne de goede melkformule ontwikkeld, zodat de kleine wezen niet meer ziek worden van verkeerde melk. Een olifant kent een lange jeugd, net zoals de mensenkinderen. Zij moeten ook alles leren (ook hoe ze hun slurf moeten gebruiken), wat bij sommige dierensoorten anders is, omdat die alles al meekrijgen met hun instinct. Een olifantje moet opgevoed worden om echt olifant te worden: hoe moet je je gedragen, wat mag niet en wat wel, waar vind je het beste eten en drinken, In het weeshuis van Daphne worden de jonge olifantjes opgevoed door oudere olifanten en gaan ze uiteindelijk als echte olifanten terug in de natuur.
Verstand, geheugen en gevoelens
De olifant heeft het grootste stel hersenen van alle landdieren, en dat is normaal als je weet hoe groot de olifant is. Normaal gezien worden de olifanten bij de slimste dieren gerekend, samen met de dolfijnen en de mensapen. Nu is het erg moeilijk om vast te stellen hoe verstandig een olifant dan wel is, maar iedereen die met de dieren te maken heeft, weet dat een olifant een erg slim dier is. Misschien kunnen we eens kijken naar hoeveel de hersenen van een mensenbaby wegen als je dat vergelijkt met de hersenen van een volwassene en hoeveel een klein dier weegt in vergelijking met een volwassen dier. Hoe hoger dat gewicht is, hoe meer dat erop wijst dat het dier alles al heeft meegekregen met zijn instinct en hoe lager het is, hoe meer dat erop wijst dat het dier kan leren en dus verstandiger is: de antwoorden vind je in de tabel:
Dier
% hersengewicht van volwassene
Mensenbaby
28%
Koeienkalf
90%
Jonge chimpansee
54%
Olifantje
35%
Zoals we al zeiden, moet een jonge olifant, net als jonge mensen, dus nog veel leren: dat wijst dus op verstand en minder op instinct. Olifanten gebruiken takken als gereedschap of ze bouwen een dam in een riviertje zodat het waterpeil zou stijgen: zo kunnen ze makkelijker een bad nemen. Soms graven ze een gat aan de rand van een vuile waterpoel, om zuiverder water te krijgen. Werkolifanten in Azië krijgen vaak een bel om de nek, dan kunnen de mensen die met hen werken, horen waar ze zijn. Op een bepaalde plaats wilden die olifanten 's nachts bananen eten, maar ze werden steeds door die bel verraden. Daarom stopten de olifanten modder in deze bellen en het duurde wel even voor de mensen hadden ontdekt hoe die olifanten nu opeens in stilte bananen konden pakken.
Dat olifanten een goed geheugen hebben, weet iedereen. Olifanten herinneren zich waar er goed eten te vinden was en oude matriarchen weten waar er nog drinkplaatsen zijn, ook al zijn ze er in lange tijd niet geweest. Olifanten herinneren zich ook nog soortgenoten, ook al hebben ze die jarenlang niet meer gezien. Werkolifanten die ooit ergens samen zijn geweest en die nadien ergens anders geplaatst zijn, begroeten elkaar hartelijk als ze elkaar nog eens tegenkomen. Net zoals mensen doen, als ze oude schoolvrienden ontmoeten. Geleerden hebben ontdekt dat de delen van de hersenen die dienen voor het geheugen, werkelijk erg groot zijn bij olifanten.
Vroeger dachten vele mensen dat dieren geen gevoelens hadden en dat alleen mensen emoties konden hebben. Nu weten we dat dat niet waar is: ervaren onderzoekers (zoals Joyce Poole en Cynthia Moss, die al heel hun leven olifanten bestuderen) beweren dat olifanten elke emotie hebben die mensen ook kunnen hebben. Olifanten kunnen spelen, gek doen, boos zijn of zelfs verliefd worden. Olifanten helpen elkaar en trachten een lid van een groep te redden, ook al brengen ze zichzelf daarbij in gevaar. Olifanten zijn werkelijk blij als ze bevriende dieren tegenkomen en echt bedroefd als er een olifant sterft.
Olifanten blijven vaak erg lang bij dode familieleden, alsof ze echt geen afscheid willen of kunnen nemen. Soms leggen ze zelfs takken en bladeren op hen, alsof ze hun doden willen begraven. Als olifanten beenderen van dode soortgenoten tegenkomen, gaan ze die vaak erg lang besnuffelen en bekijken. Waarschijnlijk weten ze zelfs nog wie die dode olifant was en halen ze herinneringen op over dat dier. Mensen die in dierentuinen of circussen met olifanten werken, zeggen dat olifanten van verdriet kunnen huilen. Misschien beseffen mensen al heel lang dat olifanten gevoelens hebben en vinden velen daardoor de olifanten zulke bijzondere dieren.
Taal
Uiteraard hebben dieren geen taal zoals de mensen, maar toch kunnen ze met elkaar communiceren: dat wil zeggen dat ze erin slagen - op allerlei manieren - om dingen aan elkaar te vertellen.
Zeker de sociale, slimme en gevoelige olifanten kunnen met elkaar communiceren door aanrakingen, geursignalen of bewegingen, maar vooral door geluiden. Nu denkt iedereen dan dadelijk aan dat getrompetter van olifanten, maar de meeste geluiden die olifanten maken, komen uit hun keel en zijn zo laag dat onze oren ze niet kunnen horen. Hoe weten we dan dat ze bestaan, zal je zeggen. We kunnen ze wel registeren en dan vervormen, zodat we ze wel kunnen horen. Doordat die geluiden zo laag zijn, kunnen ze tot erg ver (ongeveer 5 kilometer) door andere olifanten gehoord worden. Olifanten die ver van elkaar verwijderd zijn, kunnen aan elkaar doorvertellen waar er gevaar dreigt of waar er water of goed voedsel te vinden is. Een vrouwtje kan zo een bul vinden of twee stieren in musth kunnen elkaar zo uit de weg gaan. Ze kunnen om hulp roepen of gewoon contact houden. Binnen de kudde worden er voortdurend boodschappen doorgegeven.
Een Amerikaanse geleerde Katy Payne bestudeert de olifantentaal al erg lang en ondertussen ontdekt zij wat olifanten tegen elkaar zeggen. Ze kan vaststellen welk geluid de babyolifant maakt als hij zijn melk wil, als olifanten verrast zijn, of elkaar willen geruststellen, als de matriarch de kudde bijeen wil roepen, of als ze bullen wil oproepen om voorzichtiger te lopen als ze de kudde bezoeken om niet per ongeluk een kleintje pijn te doen, enzovoort. Misschien praten olifanten wel met elkaar net zoals mensen dat doen. Katy Payne hoopt ooit de hele olifantentaal te ontcijferen en misschien kunnen mensen dan wel met olifanten praten.
Geleerden hebben ook ontdekt dat olifanten erg gevoelig zijn voor grondtrillingen. Het gedreun van een stampvoetende olifant of een wegrennende kudde kan gevoeld worden door olifanten die tientallen kilometers ver staan. Olifanten kunnen zo waarschijnlijk boodschappen aan elkaar doorgeven, terwijl ze zich op grote afstand van elkaar bevinden, of toch in ieder geval gewaarschuwd worden als ze voelen dat een kudde uit de buurt in paniek wegvlucht.
Levensduur en ziektes
In normale omstandigheden kan een olifant 50 tot 70 jaar oud worden (spijtig genoeg halen tegenwoordig niet veel olifanten die normale leeftijd meer). Na zijn 60ste krijgt een olifant geen nieuwe kiezen meer en dan kan hij veel voedsel niet meer kauwen, zodat hij verzwakt en uiteindelijk sterft. De oudste olifant zou de olifant Raja zijn geweest, die leefde als tempelolifant in Kandy op het eiland Sri Lanka. De mensen beweren dat hij 82 jaar oud is geworden, maar daaraan wordt sterk getwijfeld.
De belangrijkste natuurlijke doodsoorzaken van olifanten zijn ontstekingen, hart- en vaatziektes, besmettelijke ziektes of gewoon algemene verzwakking als de droogte te lang aanhoudt. Spijtig genoeg is vaak een belangrijke doodsoorzaak van olifanten de mens...
Waar leven nog olifanten en hoeveel?
Tot voor enkele tientallen jaren leefden er Afrikaanse olifanten in bijna alle landen ten zuiden van de grote Sahara-woestijn. Tegenwoordig zijn er niet zoveel olifanten meer over in het westen van Afrika. In het midden en het oostelijke deel van Afrika zijn er nog wel, maar hun aantallen zijn klein. Alleen in het zuidelijke deel van Afrika leven nog grotere aantallen olifanten in beschermde gebieden.
In Azië komt de olifant nog in het wild voor op het eiland Sri Lanka, ten zuiden van India, in bepaalde delen van India zelf, in Nepal, Bangla Desh, Thailand, Birma en Maleisië. En in kleine gebieden van Cambodja, China, Laos, Vietnam en Indonesië.
Het precieze aantal olifanten is niet bekend. Verscheidene pogingen om ze te tellen, en om dan een aantal te schatten, leveren cijfers op die nogal van elkaar verschillen. Wat wel duidelijk is, is dat het aantal olifanten erg afneemt. In 1930 waren er naar schatting nog 5 miljoen Afrikaanse olifanten, in 1990 nog slechts 600.000 en nu denkt men dat er ongeveer 200.000 tot 300.000 over zijn. In 1900 waren er waarschijnlijk nog 200.000 Aziatische olifanten, in 1991 waren er misschien nog 50.000 (waarvan 15.000 in gevangenschap) en nu denkt men dat er nog 25.000 tot 30.000 over zijn. In bepaalde landen waar olifanten altijd zijn voorgekomen, zoals Vietnam, zijn er nu nog maar een honderdtal over.
Het vangen en temmen van werkolifanten
In Azië is het al eeuwenlang een traditie om jonge olifanten te vangen en ze dan te temmen. Olifanten werden niet echt gekweekt en 'aangepast' aan de mens, zoals dat met runderen wel het geval is. Nadat ze getemd zijn, worden de olifanten gebruikt als lastdier of om zware vrachten (zoals boomstammen) te verplaatsen. Sommige olifanten werken ook als vervoermiddel voor hooggeplaatste personen (letterlijk !), in een processie bijvoorbeeld. Vroeger werden olifanten ook wel gebruikt in oorlogen. Op zijn rug kreeg hij dan een soort 'toren' van waaruit soldaten een goed zicht hadden op wat er gebeurde. Op zijn rug kan een olifant een gewicht dragen van ongeveer 500 kilo. Tegenwoordig worden de werkolifanten vaak gebruikt om toeristen rond te rijden want machines hebben vaak de vroegere taken van de werkolifanten overgenomen.
Een werkolifant krijgt normaal een vaste verzorger, een mahout, (spreek uit mahoet). Het voeden en wassen van zo'n dier vergt heel wat werk. De meeste mahouts houden veel van hun olifant en zorgen er goed voor, maar regelmatig wordt er een olifant mishandeld. Maar let op: een olifant vergeet zoiets niet.
Veel mensen denken dat een Afrikaanse olifant niet te temmen is, maar dat komt wel voor. Alleen bestaat er in Afrika geen traditie om olifanten te vangen en dan te temmen.
Circussen en dierentuinen
In de Romeinse tijd werden er al wilde olifanten opgevoerd in gevechten met andere dieren of met gladiatoren. Gelukkig konden de meeste toeschouwers dat bloedige schouwspel met olifanten niet waarderen. In de 19de eeuw verscheen de olifant in Amerikaanse en Europese circussen. Beroemde circussen zoals Barnum and Bailey, Krone en Bouglione hadden vele olifanten en gebruikten ze als publiekstrekker. In hun optredens moeten de olifanten vaak dingen doen die erg pijnlijk voor hen zijn: een olifantenlichaam is nu eenmaal niet voor kopstand gemaakt en als een olifant zijn gewicht op twee poten moet torsen, is dat zeer slecht voor zijn gewrichten.
Olifanten horen duidelijk niet in het circus thuis: ze krijgen altijd veel te weinig ruimte en vaak hebben de begeleiders niet genoeg ervaring en mogelijkheden om de juiste verzorging te geven. Zeker mannelijke olifanten kunnen niet in circussen gehouden worden als ze ouder zijn. Er zijn trouwens al heel wat dodelijke ongevallen gebeurd met circusolifanten. In dierentuinen is de situatie verschillend. In feite hoort een olifant alleen maar thuis in de vrije natuur, maar in een goede dierentuin heeft een olifant geen slecht leven. Wat is nu een goede dierentuin voor olifanten?
Ten eerst moeten er voldoende olifanten zijn: het zijn heel sociale dieren en als er ergens een olifant alleen zit, wordt hij veel te eenzaam.
Ten tweede moet er uiteraard voldoende ruimte voor hen zijn, zowel binnen als buiten. Als een olifant in een te kleine ruimte zit, gaat hij snel vervelingsgedrag vertonen en gaat hij bijvoorbeeld steeds met zijn kop wiebelen of altijd een stapje vooruit en dan weer een stapje achteruit zetten.
Ten derde moeten de verzorgers voldoende ervaring hebben om met de dieren te werken. Tot slot moeten er voor de olifanten genoeg activiteiten zijn, zodat ze zich niet geweldig gaan vervelen. Soms wordt het eten van de olifanten niet steeds op dezelfde plaats gelegd, zodat ze ernaar kunnen zoeken.
In sommige dierentuinen lukt het erg goed om met olifanten te fokken en dat is geen gemakkelijke zaak. Bullen zijn moeilijk in een dierentuin te houden. Bovendien sterven er veel jonge olifantjes in dierentuinen. Hopelijk krijgen dierentuinen genoeg ervaring om olifanten te fokken, want als het ooit in de vrije natuur erg slecht gaat met de olifanten, zijn de dierentuinen misschien de enige plaats waar ze nog zullen kunnen leven.
Problemen
Het gaat niet zo echt goed met de olifanten. Je kon al lezen dat hun aantal sterk verminderd is in de afgelopen jaren. De olifant loopt gevaar om, net als de mammoet, ooit uit te sterven. Hoe komt dat nu, waarom loopt dit dier, waarvan zo vele mensen houden, toch gevaar?
A. Vele olifanten dragen ivoor aan hun hoofd en steeds hebben mensen dat willen hebben. De primitieve mensen wilden niet alleen het vlees van de mammoet, zij wilden ook al het prachtige ivoor om allerlei mooie dingen van te maken: de oudste beeldhouwwerkjes ter wereld zijn ivoren beeldjes van 25.000 jaar oud. De Romeinen doodden duizenden olifanten voor hun ivoor en maakten er zelfs tafels en bedden uit. De olifanten in het noorden van Afrika werden door de Romeinen uitgeroeid. Zeker in de 19de eeuw werd de jacht op de olifant voor het ivoor weer erg: zowel in Azië als in Afrika. Vooral in Japan en China werden kunstvoorwerpen uit ivoor gemaakt. In de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw werd een nieuw hoogtepunt in de ivoorjacht bereikt. Alhoewel er internationale afspraken waren om maar beperkte aantallen olifanten voor hun ivoor te doden, werd er zonder beperkingen gemoord. In Azië, waar alleen de bullen slagtanden hebben, zorgde dat voor een groot onevenwicht tussen de geslachten. De meeste olifanten werden gedood door mensen die daar helemaal geen toestemming voor hadden, de zogenaamde stropers. In 1989 vonden gelukkig genoeg mensen dat het zo niet verder kon. Een internationale conferentie verbood het in- en uitvoeren van ivoor totaal. Dat wil zeggen, als je hier nog een ivoren voorwerpje hebt, mag je het wel verkopen, maar je mag het niet naar een ander land brengen. Onmiddellijk daalde het ivoor in waarde en de stroperijen namen af. De president van Kenia stak symbolisch een grote stapel slagtanden in brand: de wereld moest beseffen dat ivoor niet iets moois is: achter ieder stuk ivoor zit een vermoorde olifant. Waren nu de olifanten gered? Vele landen in het zuiden van Afrika hadden echter nog een hele voorraad ivoor liggen. Bovendien ging het met hun olifanten redelijk goed. Vooral in Japan willen veel mensen ivoor kopen. Japanners maken namelijk naamstempeltjes uit ivoor. In 1997 mochten enkele landen uit het zuiden van Afrika een beetje ivoor uitvoeren naar Japan. Maar, vele stropers dachten nu: de ivoorhandel mag weer en opnieuw werden olifanten vermoord. In het jaar 2000 mocht de handel in ivoor opnieuw volledig niet, maar een internationale conferentie zou het weer kunnen toelaten: de dreiging blijft dus boven de olifanten hangen. Wat moet je nu doen als je iets in huis hebt dat gemaakt is uit ivoor? Je kan het beter niet verkopen, want dan ben jij ook een ivoorhandelaar. Hou het dus, maar zet het niet daar waar iedereen het kan zien, zodat je niemand op het idee kan brengen ook ivoor te willen. Pas als niemand nog ivoor wil, is dit gevaar voor de olifanten weg.
B. Olifanten zijn grote dieren: ze hebben veel voedsel en ruimte nodig. Er zijn veel mensen, die grote groepen mensen hebben veel voedsel en ruimte nodig. In de landen waar de olifanten leven, zijn de mensen niet rijk: het zijn bijna allemaal ontwikkelingslanden. Zeker in Azië, dat nog dichter bevolkt is dan Afrika, gaat het daarom slecht met de olifant: de mens heeft gewoon veel te veel gebieden ingepalmd, zodat er geen plaats meer is voor de olifant. Het gebeurt dan ook wel eens dat olifanten een rijstveld van de mensen leegeten. In een nacht eten die olifanten het eten van een hele familie voor een heel jaar op. De boeren in Azië en Afrika proberen dan ook alles om de olifanten weg te jagen en zelfs om ze te doden. Meer en meer vinden we olifanten enkel in kleine, beschermde gebieden, zoals in zuidelijk Afrika. Zoals je reeds kon lezen, bestaat dan het gevaar dat er te veel olifanten in dat gebied komen. Het gebeurt soms dat de overheid dat probleem dan oplost door gewoon een aantal olifanten dood te schieten. Uiteraard vinden olifantenliefhebbers dat onaanvaardbaar. Bovendien worden de olifanten dan gevaarlijk en schuw.
C. Olifanten in gevangenschap vormen een apart en complex probleem. Over circussen en dierentuinen hebben we het al gehad. In Azië worden olifanten al lang gevangen en getemd - wat op zichzelf een zeer hard en onnatuurlijk gegeven is - om nadien te werken in bijvoorbeeld de bosbouw. Daar is nu voor olifanten veel minder werk, wat een extra bron van problemen is. Sommige worden verkocht aan eigenaars die niet het beste met de dieren voor hebben. Gelukkig ontstaan er projecten die deze olifanten willen terugbrengen in de natuur, alhoewel dat verre van makkelijk is.
De olifant in de godsdienst, de kunst en als symbool
Een bepaalde West-Afrikaanse stam gelooft dat de olifant de voorouder is van de mens en de pygmeeën van het Ituri-woud in Kongo geloven dat de olifant de ziel draagt van de overleden voorouders. In Azië wordt de olifant vereerd en in de Hindoeistische godsdienst is er een god met een olifantenkop: Ganesja, de god van de wijsheid en het geluk. Hij beschermt kooplui, leerkrachten en studenten. In Japan zegt het bijgeloof dat een olifantbeeldje naast je bed, de nachtmerries weg houdt.
Vaak wordt de olifant als symbool gebruikt: de hoogste eer die je in Denemarken kan krijgen is opgenomen worden in de Koninklijke Orde van de Olifant, de Amerikaanse Republikeinse partij (de partij van president George W. Bush) heeft de olifant als symbool en heel wat grote bedrijven dragen de olifant in hun logo, wie kent de chocolade met de olifant niet, of het speelgoed ...
Vrienden van de Olifant
Wat doen we? Om de hulp niet te versnipperen, heeft Vrienden van de Olifant gekozen voor steun aan concrete projecten en werken we samen met collega-organisaties in het buitenland.
We steunen enkele projecten om de olifanten in Azië te beschermen, ondergebracht in het "SOS Aziatische Olifant Fonds". Het Azië Fonds steunt Elephant Haven in Thailand. Binnenkort komen daar beschermingsprojecten in India, Maleisië, Sumatra en op Sri Lanka bij.
De Afrikaanse olifant wordt gesteund door hulp aan het Olifantjes Weeshuis in Kenia, samen met projecten in het Fonds Beschermingsprojecten Afrikaanse Olifanten. In het Afrika Fonds zijn projecten opgenomen voor de bescherming van de Bos-olifant, de Woestijn-olifant, de West-Afrikaanse olifant en de Savanne-olifant.
Jij kunt daarbij helpen. Bijvoorbeeld als peetouder van een weesolifantje. Ook als Olifantbeschermer bij het Azië Fonds of Askari in het Afrika Fonds kun je een steentje bijdragen. En wanneer je je als Vriend aanmeldt, stel je ons in staat om ons werk te doen. Zo steun je in feite alle activiteiten voor de olifant. Uiteraard kun je ook donateur worden.
Het dier heeft ruimte, verzorging en aandacht nodig. En daarvoor heb je tijd, geduld en natuurlijk ook geld nodig. In feite is het eten niet duur, maar je moet ook denken aan de dierenarts. Met een kat in huis zijn er ook vervelende taakjes te doen, zoals de kattenbak schoonmaken.
Waar haal je een kat vandaan?
Een kat koop je niet in een dierenwinkel zoals een cavia of een goudvis. Je moet iemand vinden die een nest met jonge katjes heeft en ze kwijt wil. Een katje moet minstens 6 weken bij zijn moeder blijven, maar het best 8 weken voordat hij naar een baasje gaat.
.
Iets over de kat zelf.
De kat behoort tot de katachtige familie net zoals de leeuw, de tijger, het jachtluipaard en de panter. Dit zijn allemaal wilde dieren en zelfs de kat heeft nog iets wilds in zich en een huiskat zal ook nooit het gevoel van jagen verliezen.
De snorharen van een kat dienen als voelsprieten om te voelen of ze ergens door heen kan.Evenals bij alle katten is het gehoor van de huiskat zeer scherp. Zelfs het kleinste geritsel van een muis wordt geregistreerd. Katten kunnen vooral in de schemering goed zien.
Een huiskat heeft een krabpaal nodig om zijn nagels te scherpen. Een wilde kat of een kat die veel buiten is, doet dat op de bomen. Een krabpaal kun je kopen maar ook zelf maken. Als je een krabpaal in huis hebt, voorkomt dat dat je kat de meubels beschadigt.
Hoe zit het met het eten en drinken van een kat?
Wat ongezond is voor een kat, zijn resten van hetmenselijk eten, schoteltjes melk en geweekt brood. Dus het is eigenlijk gewoon beter om ze blikvoer en brokjes voor katten te geven.
Qua drinken kan je gewoon water geven. Als een katje jong is heeft hij drie keer per dag eten nodig, maar als hij volwassen begint te worden (ongeveer negen maanden oud) dan hoeft hij maar twee keer per dag of zelfs maar een keer per dag eten te hebben.Als een kat oud is en niet meer alle tanden heeft, krijgt hij beter drie of vier porties.
Cyriel en Louise eten brokken en drinken water omdat de dierenarts zei dat dat het gezondst is.
De geboorte van een kat.
Als een kat geboren wordt, is dat met een heleboel andere katjes. Een katje heeft ook altijd een soort vlies om zich heen als hij uit de buik komt en dat moet de moeder er af halen, anders stikt het katje. Ook heeft het katje zijn ogen dicht in het begin en kan dus niks zien. Het jonge katje kan zijn nagels niet intrekken, dat komt later pas.
Cyriel en Louise kunnen geen kitten krijgen want Louise is gesteriliseerd en Cyriel is gecastreerd.
Wat vind een kat fijn en wat niet?
De meeste katten vinden het fijn om als een baby te worden gedragen. Als je een kat wilt oppakken, moet dat eigenlijk zo . . . Dus nooit in het nekvel! Sommige katten vinden in bad gaan fijn maar de meesten niet of alleen de pootjes, dat kan ook. Alle katten vinden het fijn om geaaid of geknuffeld te worden, maar het ligt er maar aan hoe je het doet. Er zijn katten die het eng vinden als je ze een kusje op het hoofd geeft door het geluid maar als je het van jongs af aan doet, dan wennen ze er wel aan.Alle katten vinden het ook fijn om in een papieren zak of een kartonnen doos te zitten, omdat ze graag in een klein knus plekje te zitten.
Cyriel en Louise worden graag gestreeld en Louise is erg speels. Beiden verstoppen ze zich graag achter de boekenkast.
Een aantal rassen.
Kattenrassen, daar zijn er wel tientallen van, maar ik ga er maar een paar opnoemen met de foto erbij.
De Siamees
De Colorpoint blue
De Margay (wilde kat)
De Snowshoe
De Munchkin
De Blauwe rus
Beet
Een kat heeft een speciale vangtechniek.Zijn poten zijn daar helemaal voor gemaakt.Bij het sluipen loopt hij op voetkussentjes.Muisstil kan hij zo zijn prooi verslinden.Een kat kan zijn nagels uitslaan om zijn prooi mee vast te houden.Met behulp van kleine spieren kunnen de nagels worden in- en uitgeklapt.
Vlijmscherpe tanden.
Zijn scherpe tanden gebruikt een kat om de nek van zijn prooi mee door te bijten.De afstand tussen de hoektanden is bij katachtigen even groot als de nek van hun prooi breed is.De hoektanden van de kat passen precies tussen de nekwervels van een muis of een klein vogeltje.Met een beet drukt een kat de nekwervels van een muis of een klein vogeltje uiteen. De nek van het diertje breekt en het is meteen dood.Een kat gebruikt zijn kiezen alleen om vlees mee los te scheuren.Hij kan er niet mee kauwen.Vleesbrokken slikt hij zo door.
Aangeleerd gedrag.
Het jaaggedrag van katten is aangeleerd.Jonge katten zien bij hun moeder hoe ze een muis of mus moeten vangen.Pas als ze het gezien hebben, kunnen ze het later zelf ook.Eerst is jagen een spel.Door veel oefenen en fouten maken leert een kat de kunst. Wanneer een kat het jagen niet als kitten heeft geleerd, zal hij later nooit muizen vangen, zelfs niet als hij geen eten krijgt.Katten die voldoende te eten krijgen, gaan soms toch op pad.Vervelend is, dat ze hun prooi niet vaak dood maken.Dat doen ze waarschijnlijk omdat ze het zo' n leuk spelletje vinden.
Een nest jonge poesjes.
Jonge katjes noem je kittens.Een mannetje is een kater. Een vrouwtje is een katin.Een moederpoes krijgt 3 tot 5 katjes per keer.Dat noemen we een worp.De poes is dan ongeveer 63 dagen drachtig geweest.Dat is maar 2 maanden.
Een prikje voor poes.
Toen jij klein was, kreeg je allerlei prikjes tegen ziektes.Dat zijn inentingen. Katjes ook, tegen de kattenziekte en de niesziekte.Dat zijn allebei besmettelijke ziektes. Ook wordt hij ontwormd.Katten hebben vaak last van wormen in hun buik.Dat komt omdat ze veel rauw vlees eten.En omdat ze altijd hun vuile pootjes schoonlikken.Ze krijgen de eitjes van wormen binnen, die dan in de kattenbuik uitkomen.Daarom moeten katten regelmatig ontwormd worden.De dierenarts geeft dan een voorschrift. Dan haal je dat bij de apotheker.
Cyriel en Louise hebben geen vlooienbandje, wel een middel dat direct in het bloed trekt.
Een gezonde kat.
Gelukkig zijn Cyriel en Louise gezond.Ze likken hun glimmende vacht.Hun neusje is nat en ze liggen gezellig te spinnen.Ze eten hun bakje helemaal leeg.
Een tong van schuurpapier.
De tong van de kat is erg ruw.Hij wast er zijn velletje mee.Dat doen alle katachtigen.
Vraagjes.
1. Waarom hebben wij onze katten Cyriel en Louise genoemd?(omdat de letter i er in voorkomt)
2. Wat bedoelen de Engelsen met: Het regent katten en honden?(het regent pijpestelen)
3. Hoe kan je zien dat een kat gezond is?(ze likken hun glimmende vacht, hun neusje is nat, ze liggen gezellig te spinnen en ze eten hun bakje helemaal leeg)
4. Welke van mijn twee katten belandde in de afwasmachine?(Louise)
5. Hoe krijgen katten wormen in hun buikje?(door rauw vlees te eten of door hun vuile pootjes af te likken)
6. Hoe komt het dat Cyriel en Louise geen kittens kunnen krijgen?(omdat ze gecastreerd of gesteriliseerd zijn)
7. Welke kat treedt op in Shrek 2?(de gelaarsde kat)
Zegjes over katten:
·Je bent poeslief.
·Je bent kattig.
·Het regent katten en honden (zeggen ze in Engeland). In het Nederlands is dat: het regent pijpestelen.
·Een hond heeft een baas, een kat heeft bediendes.
·Een kat heeft 7 levens.
katten rassen
Abessijn American Curl (langhaar en korthaar) American Shorthair American Wirehair Amerikaanse Bobtail ( korthaar en langhaar) Anatolische Kat/ Turks Korthaar Asian (langhaar en korthaar) Australian Mist Balinees Bengaal Bohemian Rex Bombay Brits Korthaar Brits Langhaar/Lowlander Burmees Burmilla Chartreux/Kartuizer Chausie Ceylon Cornisch Rex Cymric Devon Rex Don Sphynx Egyptische Mau Europees Korthaar Exotic German Rex Havana Brown Heilige Birmaan* Highland Fold Honey Bear Japanse Bobtail (langhaar en korthaar) Javanees/Oosters Langhaar/Mandarin Kartuizer/ Chartreux Korat Kurilian Bobtail (korthaar en langhaar) La Perm(korthaar en langhaar) Lowlander/Brits Langhaar Maine Coon* Mandarin/Javanees/Oosters Langhaar Manx Munchkin (langhaar en korthaar) Nebelung Neva Masquarade (variant van de Siberische kat) Noorse Boskat Ocicat Oosters Korthaar Oosters Langhaar/Mandarin/Javanees Perzisch Langhaar Peterbald Pixiebob Ragdoll Russisch Blauw (wit/zwart) Savannah Serengeti Scottish Fold Selkirk Rex (korthaar en langhaar) Siamees Siberische kat Singapura Snowshoe Sokoke Somali Sphynx Thai (Traditionele Siamees) Tibetaan Tiffany/Chantilly (langharige Burmees) Tiffany (langharige Asian/Burmilla) Tonkanees Turks Angora Turks Korthaar/Anatolische kat Turkse Van York Chocolate
Een orka is zwart wit van kleur, het is een zoogdier. Een orka is warmbloedig net als wij . Zijn huid voelt een beetje aan als rubber. Op zijn rug heeft de orka een driehoekige vin. Bij deze rugvin zit een grijze vlek, deze noemen we 'het zadel'. Een mannetje kan bijna 10 meter lang worden en weegt 10.000 kilo Vrouwtjes worden niet langer dan 8 meter en wegen ongeveer 3.000 kilo. De orka leeft vaak in koud water rond de noord- of zuidpool.
Hoe ademt de orka.
Een orka heeft longen, hij moet dus steeds boven water komen om adem te halen, dat doet hij met zijn neus, die bovenop zijn kop zit. Onder water gaat het blaasgat met sterke spieren dicht, zodat er geen water in zijn longen komt. Zo kan hij onder water eten zonder dat hij water in zijn longen krijgt.
Kunnen orkas praten.
Het geluid is onder water heel ver te horen. Dieren die onder water op 3 kilometer afstand van elkaar zijn kunnen op deze manier zelfs nog met elkaar praten! De taal van orka's heeft veel verschillende geluiden en klanken. De taal van de orka's wordt al lang onderzocht door wetenschappers.
Kunnen orkas horen en zien.
Orka's kunnen goed zien, of ze nou boven of onder water zijn, het maakt niks uit. De oren van orka's werken ook goed. Ze liggen verstopt in de huid. Ze werken zelfs zo goed dat wanneer de orka in een prooi bijt, een soortgenoot dit op grote afstand kan horen! Wat een orka minder goed kan is proeven en ruiken.
Hoe jaagt de orka en wat eten ze.
Orka' s jagen vaak in groepen ze werken samen als ze een prooi vangen. Zo' n groep bestaat uit: ~ mannetjes (ook wel bullen genoemd) ~ vrouwtjes (ook wel koeien genoemd) ~ jongen (ook wel kalfjes genoemd) Het oudste vrouwtje heeft de leiding over de groep. Ze eten dieren zoals; walvissen, robben, zeehonden en walrussen.
Hoe oud kan de orka worden
Een vrouwtje 70 jaar en mannetje 40 jaar.
Knappen beesten zeg die orkas.
Orka's zijn goede duikers, ze duiken met gemak 350 meter diep. Als ze duiken kunnen ze ook nog eens lang onder water blijven, namelijk wel 20 minuten, zonder dat ze naar boven moeten om adem te halen!
Orkas en mensen.
Ongeveer 30 jaar geleden waren mensen bang voor orka's. Dat kwam omdat we de orka nog niet goed kenden. Zeevaarders hadden namelijk gezien hoe een orka tekeer ging bij het vangen en doden van een prooi. Bovendien hebben ze zijn angstaanjagende tanden gezien, daarom dachten ze dat de orka een gevaarlijk roofdier was. Mensen zijn alleen nog nooit gedood. Een keer is een surfer door een orka aangevallen maar hij werd meteen weer losgelaten. In 1988 beukte een orka van speelsheid een Engels schip in stukken, de boot zonk en de engelse surfer sprong in een rubberboot en werd verder met rust gelaten. Na een paar uur werd hij door een vrachtschip gevonden.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!