Optische effecten in kleding
Er zijn 4 verschillende opties voor optische effecten in kleding namelijk:
- Gebruik van kleur en contrasten;
- Gebruik van belijningen;
- Gebruik van verhoudingen;
- Gebruik van prints op kleding.
Even een toelichting:
Gebruik van kleur en contrasten:
Grote contrasten verkleinen, lichte kleuren brengen naar voren en donkere kleuren brengen naar achter.
Wie kan grote contrasten aan:
- Iemand die groot is;
- Waar je smal bent.
Gebruik lichte kleuren waar je smal bent.
Gebruik donkere kleuren op plaatsen die je wil verdoezelen.
Ton-sûr-ton of één kleur:
- Als je klein bent;
- Als je zwaar bent.
Tip: Draag schoenen, kousen/panty's en rok in eenzelfde kleur, dit verlengt.
Let op: Grote kleurverschillen NIET op het BREEDSTE deel van je lichaam.
Gebruik van belijningen:
Verticale lijnen verlengen, versmallen en verslanken.
Dus gebruiken:
- Als je klein bent;
- Als je zwaar bent.
Horizontale lijnen verkorten, verbreden en verdikken.
Dus gebruiken:
- Als je groot bent;
- Als je zeer slank bent.
Voorbeelden van verticale lijnen:
- Ritssluiting;
- Knoopsluiting in het midden;
- Rechte rokken;
- Jasje en broek/rok in dezelfde kleur;
- Sjaal;
- Krijtstrepen;
- Ensembles;
- ...
Voorbeelden van horizontale lijnen:
- Laagjesmode,
- Verschillende zomen;
- Dubbele rij knopen;
- Einde van kleding;
- Ceintuur;
- Enkelbandjes;
- ...
Let op: NOOIT een horizontale lijn op het BREEDSTE deel van de heupen, zitvlak of kuiten.
Smalle V:
Naar elkaar toelopende lijnen versmallen.
Gebruik ze:
- Als je brede schouders hebt;
- Als je een brede korte hals hebt;
- Als je een vol gezicht hebt;
- Als je een zware boezem hebt;
- Als je zwaar bent.
Breede V:
Uiteenwijdende lijnen verbreden.
Gebruik ze:
- Als je smalle schouders hebt;
- Als je een lange hals hebt;
- Als je een lange gelaatsvorm hebt;
- Als je bovenaan zeer tenger bent.
Voorbeelden van naar elkaar toelopende lijnen:
- Diepe V-hals;
- Lange halsketting;
- Smalle revers;
- Bovenste knopje open laten;
- .....
Voorbeelden van uiteen wijkende lijnen:
- Brede halsuitsnijdingen;
- Brede kragen;
- Kortere halssnoeren;
- Sjaal over de schouders;
- ....
Diagonale lijnen kunnen versmallen of verbreden naargelang ze meer horizontaal of verticaal staan.
Gebruik van verhoudingen:
Door kortere of langere bovenstukken te dragen lijk je langer of kleiner.
Wanneer kortere bovenstukken:
- Als je klein bent;
- Als je korte benen hebt;
- Als je een lange romp hebt;
- Als je weinig buste hebt;
- ...
Wanneer langere bovenstukken:
- Als je groot bent;
- Als je lange benen hebt;
- Als je een korte romp hebt;
- Als je een zware buste hebt;
- ....
Let op: Jasje, blouse, trui, tuniek, NOOIT tot op het BREEDSTE deel van de heupen.
Gebruik van prints:
Bedrukkingen trekken meer aandacht dan effen stoffen.
Kleine bedrukkingen over het hele kledingstuk, verdoezelen contouren.
Zware, ruwe, stijve stoffen maken zwaarder.
Glanzende stoffen en pluizige materialen vergroten.
Vergeet nooit:
- Kleiner lijkt nog kleiner naast groot en
- Grooter lijkt nog groter naast klein.
Dit wil zeggen:
Gebruik kleine prints als:
- Je klein of fijn bent;
Gebruik grote prints als:
- Je groot of zwaar bent.
Pas dit ook toe in het dragen van:
- Juwelen;
- Handtassen;
- Bedrukkingen;
- Kledingdetails;
- Hakken;
- ...
02-04-2013, 00:00 geschreven door raffaela 
|