Sinds enkele weken lijkt onze tuin op een pretpark... voor beestjes.
Niet een, twee, maar drie eekhoorntjes fladderen tussen de coniferen en sjeezen door de afgevallen bladeren van de notenboom op zoek naar heerlijke, grote noten om die dan in onze tuin of die van de buren te gaan verstoppen om ze dan later nooit meer terug te vinden. Schoon om zien, is dat. Poeslief lag erbij, keek ernaar en droomde lekker verder van een of ander lekker tussendoortje of een stukje rosbief.
Ondertussen knabbelen meesjes en roodborstjes aan de vetbolletjes en de pindanootjes en kwetteren er duchtig op los terwijl papa merel komt baden in zijn privé-zwembadje in de voortuin van ons huis. Ook het kleine winterkoninkje pikt een paar graantjes mee, maar dat lijkt de eekhoorntjes niet te storen totdat de vrouw des huizes in rubberen laarzen en voorzien van schepje en tulpenbolletjes plots de synergie in het dierenpark voor eventjes lijkt te verstoren.
Wie zegt er dat er geen wonderen bestaan?
|