Na een jaar hard labeur start vandaag officieel onze gedeelde vakantie: drie weekjes tijd voor elkaar, dagtripjes maken, terrasjes doen, vaak gezellig uit eten gaan zonder de stress van de gewone dagtaak in het kielzog, weekendje naar zee, onverwachts een midweek naar het Zuiden, ... Het zou weer een fantastische tijd kunnen zijn!
Helaas! Het lijkt wel of we permanent van wacht zijn... Vanmorgen bij het krieken van de dag beloofde het alvast een mooi begin van de vakantie te worden: mooi zomerweer, proper huisje, lonkend terrasje, koffietje, boekje en dan ... telefoongerinkel! Zoonlief sprong voor de zoveelste keer meteen in de bres om mijn zieke schoonmama bij te staan. Dat siert! Het is schoon om zien hoe hulpvaardig mijn ventje is, maar eerlijk, af en toe vloek ik in alle stilte, want ik ben het keer op keer die zit te wachten en te wachten en te wachten (als ik niet mee in de bres ben gesprongen...). Af en toe ben ook ik stand-bye. Om naar de chemo te rijden, om naar de apotheek te gaan, om even poolshoogte te nemen, om een beetje gezelschap te houden, ... en vooral om mijn man te steunen en bij te staan in deze zware periode.
Ik doe dit al een jaar zonder luidop te morren. Als ik het moeilijk heb, denk ik aan hem en vooral aan haar, maar mijn gedachten zijn meer dan eens egoïstisch getint met schaamrode wangen als gevolg.
Terwijl mijn lieve man de eerste dag van zijn vakantie op spoed doorbrengt, durf ik voorzichtig te dromen van wat qualite-time met ons tweetjes...
|