Sky liet al vrij snel in de etappe een reusachtige groep van 38 renners wegrijden. De Belgen hadden de slag gemist, al viel er voor het leeuwendeel van de leiders weinig eer te behalen. De uitdunning begon al op de Aubisque en zette zich voort op de Tourmalet.

De sluwe Voeckler gaf aanvankelijk geen goeie indruk, maar hij bleek uiteindelijk de sterkste vooraan. Enkel Feillu kon zijn landgenoot volgen. Voeckler sprokkelde onderweg heel wat bergpunten.

Voeckler kwam op alle Pyreneeënreuzen van de dag als eerste boven, wat hem de bolletjestrui opleverde. Op de Peyresourde had hij het bord van Feillu al helemaal leeggegeten en hij reed onbedreigd naar de zege.

De favorieten hadden ook in deze bergrit weinig interesse in de dagzege. De Liquigas-jongens kietelden de concurrentie op de Aspin, wat voor de ontmaskering van Evans zorgde. De titelverdediger kwam weer aansluiten aan de voet van de Peyresourde, maar wat later moest hij er toch onherroepelijk af. Net als Pinot en Rolland.

Op de Peyresourde viel Nibali aan. Froome haalde de kastanjes uit het vuur voor Wiggins, de anderen pasten, ook Van den Broeck. In het zicht van de top viel de Italiaan van Liquigas nog een keer aan, Wiggins reed het gat nu zelf toe.

Van den Broeck gaf een minuut prijs. Klein bier in vergelijking met Evans, die bijna vijf minuten verloor op Wiggins.

De korte etappe vlak voor de rustdag nodigde uit voor een lange vlucht. Het eerste uur viel het peloton niet stil, tot afgrijzen van de renners van Sky. Maar niemand wilde luisteren naar Boasson Hagen of Eisel.

Na veel vijven en zessen kon dan toch de juiste mix wegrijden: Devenyns kreeg met Voeckler, Dumoulin, Vande Velde en Fédrigo enkele stevige kleppers mee.

Nicki Sørensen wou er in zijn eentje naartoe rijden. De Deen spartelde lang op 40 seconden, tot zijn team Saxo Bank druk zette in het peloton. De vijf begrepen de boodschap: Sørensen mocht erbij. Van de zes vooraan wonnen enkel onze landgenoot en Vande Velde nog geen Tour-rit.

Het verschil steeg snel tot zes minuten. Het sein voor enkele Lotto-Belisol-renners om zich met de achtervolging te gaan moeien. De voorsprong begon te dalen, maar de bergzone dwarsboomde de plannen van het Belgische team. Greipel zou geen vierde zege kunnen vieren op zijn 30e verjaardag.

Het blok ging er weer op in het peloton en zo klom de bonus van de zes vluchters naar bijna 12 minuten. Ze waren poeslief voor elkaar tot 10 km van het einde. Wat speldenprikken van Sørensen werden gevolgd door een forse steek van Fédrigo. Enkel Vande Velde sprong mee.

Achter de twee werd veel geloerd, maar weinig gekoerst. De vogels waren gaan vliegen. Fédrigo begon de sprint vanaf de kop en hield stand. Devenyns dwarrelde op 21 seconden binnen.

Gejaagd door de wind legde het peloton in het eerste uur 46 kilometer af, en daar zat een col van tweede categorie bij. Op die Col du Portel brak het peloton in tweeën.

Onder meer Vanendert, Klöden en Schleck raakten bijna twee minuten achterop. Maar de groep met gele trui Wiggins hield in en liet alles weer samenkomen.

Zo kreeg de erg bedrijvige Sagan met Kruijswijk en Paulinho vrij baan in de afdaling. Acht renners maakten nog de sprong: Gilbert, Casar, Izagirre, Martin Velits, Gautier, Sanchez, Minard en Vorganov.

Het was snel duidelijk dat de winnaar vooraan zat. De elf kregen een vrijgeleide van het peloton en de voorsprong liep snel op tot meer dan 10 minuten. In de finale werd het zelfs meer dan 15 minuten.

Sagan pikte aan de Supersprint de 20 punten mee, maar wie dacht dat de Slovaak daarmee verzadigd was, kwam bedrogen uit.

Op de steile en smalle Mur de Péguère ging Sanchez als eerste, Gilbert, Casar en Izagirre volgden. Een verbazende Sagan boog even, maar brak niet. Met zijn vijven gingen ze de finale in. Sanchez was uiteindelijk de sluwste, de eerste aanval was meteen de goeie. Gilbert eindigde als vierde.

Op de Franse nationale feestdag was de eerste vlucht weer de goeie: met Bouet, Dumoulin, Ladagnous, Engoulvent en Pineau waren er 5 Fransen bij. Mørkøv, Urtasun en Curvers zorgden voor acht koplopers.

Ze kregen 9 minuten, maar het peloton, gemend door Orica-GreenEdge (Goss) begon al snel aan de achtervolging. Urtasun mocht de supersprint winnen, in het peloton was Sagan de beste aan de supersprint voor Greipel en Goss.

Op 64 km van de streep ging Mørkøv solo. De sterke Deen reed meteen een minuut weg van zijn zeven medevluchters. Met de zee in zicht begon BMC aan het spel van de wind. Hincapie en Gilbert trokken een waaier, het peloton spatte uit elkaar. Alle favorieten waren mee.

Op de steile Mont Saint-Clair zwalpte Mørkøv. Van den Broeck en Evans aten de zeven en de Deen op, met Wiggins in het wiel. Van den Broeck kwam als eerste boven, ook Sagan was vlot mee. Cavendish moest snel lossen, Greipel kwam aansluiten.

Vinokoerov en Albasini muisden ervan onder. De Lotto-Belisol-trein pakte de twee op drie km van het einde terug. Wiggins zelf haalde nog Sanchez en Sprick terug in de slotkilometer. In de sprint haalde Greipel het met een half wiel ondanks een late jump van Sagan.

Vanaf de eerste meters woedde er een strijd om een vlucht op te zetten. Een groep van ruim 25 renners raakte weg en begon aan de klim van de Madeleine. Het peloton, gemend door Boasson Hagen van Sky, hield het verschil rond 3 minuten.

De col buiten categorie deed zijn werk en zorgde zowel in de kopgroep als het peloton voor verbrokkeling. Vacansoleil zag met Westra, Ruijgh en Larsson zelfs drie renners afstappen op de Madeleine.

Op de volgende col, ook buiten categorie, probeerde Evans met ploegmaat Van Garderen weg te rijden van de groep met de gele trui. Maar Sky onderhield een strak tempo en rekende Evans (foto) weer in.

Mannen als Monfort, Mensjov, Zubeldia, Klöden en Schleck werden overboord gekieperd, maar de laatste drie sloten voor de top van de Croix de Fer weer aan.

Aan de voet van de slotklim naar La Toussuire reden Rolland, Kisirlovski, Kirijenka en Sørensen nog meer dan drie minuten voor de favorietengroep uit.

De slotklim bracht spektakel. Van den Broeck viel aan met Pinot en Brajkovic, Nibali sloot aan. Froome maakte tempo voor Wiggins, Evans en Schleck losten.

Froome en Wiggins reden de kloof op Van den Broeck en Nibali dicht. Froome versnelde zelfs, maar moest inhouden, toen hij zag dat zijn kopman niet kon volgen. Rolland bleef uit de greep van de favorieten en won. In de slotmeters sprintte Froome zijn kopman nog uit het wiel. Van den Broeck werd knap vierde. Evans kwam samen met zijn ploegmaat Van Garderen anderhalve minuut later over de finish.