Er was eens een meisje, wat een geweldig begin. En daar stond een jongen, en ze trapte er in. Samen gingen ze hand in hand verder door het leven. Ze wilde elkaar hun eeuwige liefde geven. Een reisje rond de wereld met de boot. Waarbij de vrouw wat meer water bij de wijn goot. Om alles goed door de vingers te kunnen bekijken. Maakte de man de boot van glas in plaats van eiken. En tot slot om elkaar nog meer de hoogte in te kunnen prijzen. Een slaafje die alleen maar naar boven deed wijzen. Wat waren ze toch gelukkig samen. Niet alleen voor maar ook na het eten ja en amen. En hoe verder ze vaarden, hoe mooier het was. De boot vloog in de fik maar veroorzaakte geen as. Van het water kregen ze ook nog lang geen genoeg. Voor de wijn was elk tijdstip te vroeg. En om er een goed einde van te maken. Het slaafje deed over het glas heen braken. Hij zag de bodem van de oceaan. Vervolgens adviseerde hij het stel om daar heen te gaan. Wat een geweldig idee zij de man. En deden samen het geen wat niet kan.