Als al het blauwe er niet was geweest, met het blauwe bedoelen ze natuurlijk de zee. Dan had Salah zijn reis wel te voet gedaan. Door de bossen, bergen of moerassen. Het zou hem allemaal niets gescheeld hebben. Zelfs de weg zou hij niet gevraagd hebben. Salah keek altijd naar de horizon en zag in de verte zijn 'paradijs' liggen. Hij noemde het Sbania-of Spanje in onze taal. Salah was vast beraden zijn eindbestemming te bereiken. Hij zou er alles aan gedaan hebben om er te geraken. Maar de man die de zee wou verwinnen, is er zelf door gedronken. De moeder van Salah rouwt, wat is de tijd toch snel gegaan. Ze herinnert de dag van de kleine Salah nog als de dag van gisteren. Ze zit met veel vragen. Waarom wou Salah hier weg? Waarom wordt juist mijn zoon geraakt door de kracht van de sluwe zee? En dan het gruwelijke beeld van haar zoon, daar op het strand zijn voeten in de algen, verteerde handen en verwoeste gezicht. Ze kon het niet langer aanzien. Waarom Salah, waarom mijn arme kleine Salah?
|