In 1919-1920 werd een houten draaibrug gebouwd
ter hoogte van de dorpsstraat (naast huidige voetbrug, richting Veurne).
Eind mei 1940 werd deze door Engelse
Genietroepen opgeblazen. Reeds in oktober 1940 was ze door de Duitse troepen
vervangen. Op 23 en 24 mei 1947 werden er nog herstellingswerken aan de brug
uitgevoerd. De toenemende verkeersdrukte maakte de noodbrug onveilig. Door zijn
hogere ligging werd het uitzicht voor voetgangers en fietsers belemmerd, ook de
leuning bleek telkens weer in een slechte toestand. In 1949 werden
verkeerslichten geplaatst. Als gevolg van het aanleggen van de nieuwe brug,
buiten de kom van de gemeente, vroeg het gemeentebestuur reeds op 17 mei 1950
en de bevolking in een petitie op 12 juli 1950 om de door de Duitse troepen
aangelegde brug die moest verdwijnen te vervangen door een voetbrug. Het
ingediende ontwerp was een kopie van de betonnen voetbrug over de Yzer te St.
Joris en geraakte niet goedgekeurd. Hierop ging het gemeentebestuur zelf op
zoek. Op 11 juli 1951 melde Bruggen en Wegen dat ze een voetbrug wilde
uitlenen. Het betrof die van de Muide brug te Gent, (20,4 meter lang en 2,4
meter breed waarvan 2 meter bruikbare breedte)
deze werd met een tractor door K.Rathé opgehaald. Door de Adinkerkse
aannemer Vanhullebus werd ze op de plaats van de draaibrug aangelegd en op 7
juni 1952 in gebruik genomen. De landhoofden van de draaibrug werden in 1970
afgebroken.
Twintig jaar later (8 maart 1972)
controleerden twee ingenieurs van het Ministerie van Openbare werken de nog
steeds voorlopige brug en stelden vast dat ze op instorten stond. Op 15 maart
1972 werd ze voor alle verkeer gesloten. Het gemeentebestuur overwoog eerst om
het leger een Baileybrug te laten aanleggen maar doordat dit technisch moeilijk
te realiseren was besloot het Ministerie van Openbare werken (juli 1972) om op
rijkskosten een nieuw brugje te bouwen. In november 1972 lag de brug er al.
|