Digoin heeft een mooi plein met kerk, waarop 2 ooievaars huizen. Het is een leuk gezicht, hoe de ooievaar staat te klepperen om aandacht te vragen en de ooiemoer voor de jongeren zorgt, dat ze niet van de kerk lazeren. Om dat te zien, neem je plaats op een terras, bestelt een koude Leffe donker en geniet van het uitzicht. Teruglopen naar het aquaduct is de moeite. De Loire stroomt soms behoorlijk en je hebt een mooi uitzicht over de stad. Als je in het goede seizoen bent, hangen de kersen aan de bomen langs het kanaal, plukken maar. Boodschappen doen kan je op verschillende manieren. De Intermarché ligt aan de overkant van het kanaal, rechts af tot de stoplichten, links af en na 100 mtr naar beneden. Bij stoplichten rechtdoor over het spoor liggen de Aldi en Lidl. Voordat je verder vaart, doe goed boodschappen en zorg dat de dieseltank vol is en eventuele jerrycans ook. Na ca.10 km kom je bij Paray le Monial, oftewel zoals de schippers zeggen: Paranormaal. Een bedevaartsoord met veel aanlegplaatsen, ook voor grote schepen. Aan bakboordzijde is de Basilique de Sacré Coeur met een erg mooi park en riviertje dat door de stad stroomt. Veel witte tenten voor de pelgrimsgangers. Helaas erg druk, veel herrie en goed voor een stop van een paar uur en dan weg wezen. Na 20 km en veel sluizen kom je in Génelard. Dit jaar erg druk en aan stuurboordkant vol met slechts 1 borne met 2 aansluitingen. Nee dus, voor de sluis aan bakboordkant kan je ook liggen en zijn 6 aansluitingen. Moet je maar weten en wij wisten dat. Wel even een pen in de grond slaan en de boot ligt vast. De laatste klap zou een daalder moeten zijn, doch was dit niet. Ik sloeg met de ijzeren hamer naast de pen en op mijn scheenbeen. Heel Génelard stond rechtop, zulke lelijke woorden hadden ze niet veel gehoord. Het vel spatte in het rond en het zag er niet goed uit. "Moeder, ik heb op mijn poot geslagen" Ik klom aan boord en viel in een stoel. Dat was paniek, in dat durp is geen klote! Dus zelf maar weer dokteren. Schoongemaakt, ontsmet en drukverband erom en liggen. Ik barstte van de pijn. Verdoven met een koude whiskey en bier hielp wel even, maar moest worden aangevuld. De volgende morgen om 07.00 lagen er al twee boten voor de sluis en dachten dat voor hen speciale openingstijden waren. Jammer, toch niet. In plaats van aan te leggen, gingen ze dobberen. Was dat even balen. Drie keer dwars, 1x in de kant en 1x tegen elkaar. Toen eindelijk het licht op rood sprong, drukten wij op de zapper en gingen de sluis in. Volgende halte Montceau les Mines. Een grote haven met plek zat. Voor de haven nog twee hefbruggen, gesloten tussen 12.00 - 13.00 uur. Waar moet je aanleggen? Tegen de muur, met onder water een paar forse scherpe stenen. Afgemeerd, stroom gepakt, biertje erbij en vragen wat de kosten waren. De stagière wist van niets en wij lieten het maar zo. Toch een paar dagen gratis gelegen en toch de code van de douche gekregen. Het was de 13de juli en vuurwerk. Wij werden verzocht ergens anders te gaan liggen, maar daar hadden wij geen trek in. Na overleg met de vuurwerkers meenden zij, dat wij geen last zouden hebben van de rommel omdat de wind voor ons de goede kant op stond. De eerste rij moest wel weg. Dat werd ook prettig opgelost. Na in gesprek geraakt te zijn met een Engelsman, kwam het op halen van diesel. Geen probleem, hij had de auto bij zicht en zou wel rijden. Geregeld monsieur? Of ik verder nog wat nodig had? Nou ja, mijn poot deed zeer. Ook op te lossen, zijn vrouw was arts en bekeek het gebeuren en was niet tevreden. Twee verschillende wonden hielden de genezing tegen en zij haalde van haar schip zalf, ontsmettingsmiddel, verband, doucheplakkers en verzorgde Old Willy goed. Op het plein waren allerlei kraampjes en ook koek en zopie. Zopie hadden wij zelf wel, maar een frietje bij het eten ging er best in. Het vuurwerk, met muziek, was fantastisch en na nog een slaapmutsje gingen wij te bedde. Supermarkten zijn aan de overkant, ga wel met de fiets. Ligt Montceau te vol, vaar dan een paar kilometer verder naar Blanzy, ook een leuk plekje.
Bekijk je dan je kaart, zie je op zo'n 4 km wel 10 sluizen, dus werk aan de winkel. Ga niet te vroeg weg en vaar rustig tot pk44 St.Julien, waar in een kom een aanlegplaats is. Geen voorzieningen, wel mooi en je bent het zat na die sluizen. Let op, het is vrij ondiep en met 1.20 mtr kom je net aan de kant.
De omgeving is nog steeds mooi en het is genieten. Alleen nog steeds 36° was met geen enkel bier te koelen. Zelfs de koelkast liet het even afweten, te vol gedaan! Na 12 sluizen kwamen wij in St.Légér sur Dheune, waar wij de vorige keer 14de juli gevierd hebben. Genoeg plek en onder de bomen was het goed toeven. Weer geen havenmeester, dus weer geen liggeld. Ze waren er wel; maar vroegen niets. Wel kregen we de code van de douches. Bij Corrie begon de wond weer te bloeden en kregen wij een GOUDEN tip van een lokale bootbewoner, die al 8 warme halve liters bier achter huig had laten zakken: ga naar de pharmacie, leg uit at het probleem is n ze helpen je zeker. Proberen konden we het altijd en inderdaad, moeders werd naar een kamertje verhuisd, op een stoel gezet en vakkundig onder handen genomen. Goed verbonden en gezegd, dat deze warmte met de bloedverdunners elkaar niet goed hielpen. Wat zijn de kosten? Alleen verband wat wij moesten gebruiken en verder niets. Maar mevrouw, u heeft materiaal gebruikt en tijd besteed aan mijn wederhelft. Handje en een kusje en alles was goed. Toen we terug kwamen zat zattemans nog op de bank, gingen onze duimen omhoog en een dikke MERCI. We zijn nog maar een dagje gebleven.
Dan komt een lang stuk (als je wilt) met maar 4 sluizen tot aan Chagny. Nu voorzien van een mooie nieuwe haven met alle voorzieningen, maar helemaal leeg. Er was zowiezo weinig verkeer op het water. Na Chagny kom je door een smal stuk kanaal, waar allemaal grote boten permanent liggen en weinig of geen ruimte laten om te passeren. Wel grote borden met "langzaam varen" Als je last hebt van de golfslag, moet je daar maar niet gaan liggen, dus "gas er op" We werden diverse keren op de foto gezet. Na Chagny komen er weer 10 sluizen naar beneden en eindig je in Fragnes. De laatste keer dat we er waren, was er geen plaats. Nu waren er nieuwe steigers en kade en kon je met de ogen toe een plek uitzoeken. Zo gezellig als het er de laatste keer uitzag, zo koel kwam het nu over. Het restaurant was duur en alleen de bakker had normale prijzen. Wij kregen bericht, dat door de droogte, er weinig water was en se laatste sluis voor de Saône maar om de twee uur draaide of wanneer er twee of meer boten waren. Op tijd weg, nog wat boodschappen gedaan, net voor de sluis en aangelegd. Er lagen al 2 schepen en een babbel leverde op, dat van de andere kant schepen kwamen en de sluis al aan het vollopen was. Dikke mazzel dus! Het is wel een sluis met een verval van 10.75 mtr maar wel drijvende bolders. Geen probleem dus. Na het uitvaren nog even op het kanaal, dan stuurboord uit de Saône op richting Chalons. Twee bruggen onderdoor, achter het eiland om en dan de haven binnenvaren. Aan de buitenste steiger blijven en zien of er plaats is. Hier was het zo druk, dat meerdere mensen bezig waren schepen te verhalen om plek te maken voor nieuwe gasten. Het was echt proppen. Wij lagen en de huurboten werden doorgestuurd. Waarom? het was absoluut onbeleefd. Er is verder geen haven in de buurt. Hier zouden wij een paar dagen blijven, we hadden even genoeg gevaren. De vorige keren moesten we wel betalen, maar als wij boven kwamen, wist niemand ergens vanaf en bleef het geld in de knip. Deze keer was er een Engelse bitch die ons naar boven schetterde en voor 1 nacht 22,00 durfde vragen. "Of zij gauw rijk wilde worden?" Nee, dat was de prijs, maar de douche zat er bij. Wij betaalden voor 1 nacht en zijn de volgende dag vertrokken. Uitzuigers!