IK ZIT TE DROMEN EN GENIETEN OP MIJN TERRAS MET DE BLIK OP VER EN IN MIJN HAND EEN GLAS; IK BEWONDER DE BLOEMEN IN OMLIGGENDE HOVEN IN MIJ BRUIST ONGETEMDE ONTROERING NAAR BOVEN.
IK DENK TERUG AAN VELE JAREN GELEDEN AAN EEN KINDERTIJD DIE BOL STOND VAN GEBEDEN; IK ZIT DROMEND TE MIJMEREN VAN VELE PLEZIERTJES VAN HET AAIEN EN KNUFFELEN VAN ZOVELE DIERTJES.
IN GEDACHTEN SPEEL IK WEER MET KONIJN EN HOND VOEL ME SUPER GOED ALSOF LEED NIET BESTOND; NIET ECHT GEÏNTERESSEERD VOLG IK DE KAT BIJ DE BUREN ZIE ZONDER BESEF HOE ZE SLUIPT OVER DE VELE MUREN.
HELAAS ! OOK NU IS ER ALTIJD DIE NAAKTE REALITEIT DROEVIG BESEF VAN EEN WERELD VOL HAAT EN NIJD; OOK WETEN DAT DIE KINDERJAREN VOORBIJ ZIJN GEGAAN VEEL TE VLUG ALSOF ZE EIGENLIJK NIET HEBBEN BESTAAN.
ZE KWAMEN TRAAG DOOR DE ZOMERSE BRAND, ZWIJGENDE VROUWEN VAN ARBEID EN LEED; ZE VEEGDEN BIJWIJLEN MET BRONZEN HAND VAN HUN BLINKENDE KINNE 'NEN DROPPEL ZWEET.
AL HINGEN HUN HOOFDEN ZO SPRAKELOOS-MOE, AL LAG ER GEEN RUST OVER D' AKKEREN ROOD, TOCH ZONG ER BERUSTING IN 'T LOME GEDOE VAN HUN VOETEN EN ARMEN EN HALZEN BLOOT.
EN WIJZENDE NAAR DE GEWASSEN EEN POOS VIEL VAN HUN LIPPEN EEN SCHRAAL GEZEG. TOEN KEKEN ZE WEDER GEDACHTELOOS IN DE SCHAMELE KRUIDEKES LANGS DE WEG.
