Inhoud blog
  • laatste dag Entebbe
  • een gedichtje
  • op weg naar Mbarara
  • bwindi en free day with apero time and real european music
  • Queen elisabeth - lake buyoyi
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Oeoeoeoeganda2016

    24-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.niet van mij maar voor de lezers - nice stuff over het dagelijkse leven hier geschreven door een Nederlandse schrijver die een beetje wakko is :-)

    maandag 22 februari 2016

    Chief Waragi

    Loibok Raphaël
    Ilukal Jackson
    Ilukal Jackson, de kok van Buffalo Base, heeft zich gisteren in z’n linkerduim gesneden. In het ziekenhuisje van Karenga heeft een dokter de wond verzorgd en pleisters op z’n duim geplakt. Om te laten zien het menens is met zijn verwonding kwam Jackson nog even langs om het ingepakte lichaamsdeel te laten zien. Daarna vertrok hij in een goed humeur en met een strooien hoedje op z’n hoofd naar z’n dorp drie kilometer verderop. || Vandaag loop ik tijdens mijn ochtendwandeling naar de katholieke kerk in de hoop daar Father Raphaël aan te treffen. Ik wil hem enkele vragen stellen over het bijgeloof in z’n gemeente. De deur van de kerk is dicht en de priester is nergens te bekennen. De dode pofadder op het terrein van de school is ook weg. Enkele stenen en wat plakkerig zand zijn de stille getuigen van de steniging van de slang. Op het pad tussen de kerk en de school kom ik een jongen tegen met een grote doos op z’n hoofd. ‘Ik ben de broer van Jackson’, zegt hij tegen me, ‘ik ben op weg naar huis, mijn broer is daar ook.’Hij vertelt me hij Loibok Raphaël heet en vraagt of ik een stukje met hem op wil lopen. Dat wil ik wel. Op de doos die hij op z’n hoofd draagt staat met grote letters Chief Waragi. - Waragi is Oegandese gin van slechte kwaliteit. - Zodra ik de kans krijg duw ik de doos een stukje omhoog en ben verbaasd over het gewicht ervan. ‘Die doos weegt zeker een kilo of tien’, denk ik bij mezelf. Gezellig kletsend lopen we voort over een recht pad dat lijkt te eindigen waar het gebergte begint. Loibok laat me weten dat hij vijftien jaar is, dat zijn oudere broer samen met z’n vrouw in een hutje woont en dat de koe - aite in het Karamojong - het belangrijkste dier is voor de mensen uit zijn dorp. Op mijn verzoek schrijft hij later van tien dieren de naam op in het Engels en in het Karamojong. Als we in het dorp aankomen klinkt van alle kanten het woord mzungu en even verdenk ik mijn wandelmaatje ervan dat hij daarom heeft gewild dat ik met hem mee zou lopen. Jackson tref ik aan in een barretje waar bier en sterke drank wordt verkocht. De doos op het hoofd van Loibok wordt op de toog gezet en opengemaakt. Verpakt in tien plastic zakken blijken er honderdtwintig zakjes met elk 100 ml. Chief Waragi in te zitten. Jackson laat zich trots met één van de plastic zakken op de foto zetten. Hij toont zich vereerd dat ik hem in z’n dorp op zoek, maar zegt voor de zekerheid dat hij niet met me terug zal lopen naar Buffalo Base. ‘Dat hoeft ook niet’, stel ik hem gerust. Gedurende de vijf à tien minuten dat ik in het barretje ben loopt het vol met nieuwsgierige dorpelingen die zich afvragen wat die mzungu eigenlijk komt doen. Op de terugweg vallen me opeens de lege zakjes Chief Waragi op die overal aan de kant van het pad liggen. Ook van andere drankmerken zie ik lege zakjes liggen, maar het leidt geen twijfel dat Waragi van al die merken veruit het meest gedronken wordt.

    Mt.

    vrijdag 19 februari 2016

    Hardlopen op zondag

    De dansgroep van de Karenga Culture & Drama Group treedt wel eens op in het dorp, maar verder is er weinig georganiseerd vertier. Voor de kinderen is er buiten schooltijd weinig om naar uit te kijken. Daarom komt Ed op het idee om hardloopwedstrijden te organiseren. Zondag in de namiddag, als de ergste warmte voorbij is, lijkt hem wel een goed tijdstip. We overleggen even over de te lopen afstand. ‘Sprintjes over honderd meter’, stel ik voor. ‘Oké’, zegt Ed. Ook over de spullen die we voor de wedstrijdjes nodig zullen hebben zijn we het snel eens: voor het inschrijven pen en papier, een fluitje voor het startsignaal, stokjes voor de eerste drie van elke serie en een metalen staaf om start- en finishlijn te trekken. Kinderen tussen de zes en de vijftien jaar mogen meedoen. We delen ze op in vijf leeftijdsgroepen. Caroline en Hillary van Buffalo Base zullen het inschrijven regelen. Ik benoem mezelf tot chef start, Ed neemt de taak op zich om vast te stellen welke lopers per serie als eerste, tweede en derde over de eindstreep gaan. ‘Op welk pad laten we de kinderen rennen?’, vragen we ons vervolgens af. De toevallig passerende Father Raphaël raadt aan om één van de paden op het terrein van de secundaire school als hardloopbaan te gebruiken. ‘Het is daar veilig, auto’s en bromfietsen mogen er niet komen’, licht hij toe. Hij belooft om de hardloopwedstrijd tijdens de mis van zondagochtend aan te kondigen. ‘Reken er maar op dat er heel veel kinderen met hun ouders op het evenement af zullen komen.’ 

    Sprintserie met 14- en 15 jarigen.                                              Foto Ed Goossens
    Om kwart over drie is het een drukte van belang op de veranda van Buffalo Base. Een horde kinderen wacht ons er vol verwachting op. Ze moeten geduld hebben tot vier uur. Omringd door de uitgelaten kinderen lopen wij - Caroline, Hillary, Ed en ik - dan naar het schoolplein. Onderweg vind ik een staaf waarmee ik start- en finishlijn kan trekken. Terwijl ik de lijnen trek nemen Caroline en Hillary onder het afdak bij de ingang van de school plaats om de deelnemerslijsten samen te stellen. Het blijkt onbegonnen werk, de chaos is te groot. Ter plekke wordt besloten om bij de start de groepen samen te stellen, te beginnen bij de zes- en zeven jarigen. Van de ingang verplaatst de horde zich holderdebolder naar de start waar ik ze opwacht met het fluitje. Tot mijn geluk blijk ik opeens over vrijwillige medewerkers te beschikken die me helpen bij het formeren van de series en daarna met het achter de startlijn plaatsen van de acht kinderen die als eersten van start zullen gaan. Achter het achttal wordt flink gedrongen. Het valt niet mee om enige ruimte te scheppen tussen de starters en de lopertjes die nog op hun beurt moeten wachten. Het valt ook niet mee om de kinderen die klaar staan voor de start duidelijk te maken dat ze met hun voeten achter de lijn moeten blijven. Stilte voor de start wordt naarmate de races elkaar opvolgen steeds meer een illusie. Voor elke start tel ik tot twee en blaas dan op het fluitje. ‘Valse start?’, vraag ik me soms af, ‘dacht het niet!’ Over een recht pad met hier en daar een hobbeltje rennen de kinderen richting Ed die zo’n honderd meter verderop klaar staat om aan de snelste drie een genummerd stokje te geven. Tijdens de races wordt er door de deelnemers geduwd en getrokken. Langs de kant wordt hartstochtelijk meegeleefd. Vooral Ed weet na de eerste series al dat de hardloopwedstrijd een enorm succes is. Om dat vast te stellen ontbreekt mij de tijd en de rust. Het aantal deelnemers dat nog moet starten lijkt eerder te groeien dan af te nemen. Na anderhalf uur vind ik het welletjes en loop ik naar de finish voor overleg met Ed. Het hele spul dat bij de start stond te wachten loopt tijdens die wandeling achter me aan. 

    We gaan over tot de finales. De nummers één en twee van alle series zijn door Caroline en Hillary met vermelding van hun leeftijd op een lijst gezet. Dat het aantal finalisten - vier-en-vijftig in getal - per groep wisselt mag de pret niet drukken. In hooguit twintig minuten jassen we de vijf finales erdoor. Er wordt gestreden alsof de eer van de familie op het spel staat. Langs de kant is het enthousiasme onbegrensd. Op een stenen bankje onder het afdak worden de vijf winnaars gehuldigd. Ze krijgen allemaal een flesje Fanta Orange. Op een bord achter het vijftal worden briefjes met een uitslag geprikt. De winnaars weten niet hoe snel ze hun briefje van het bord moeten halen om het in hun zak te steken. Het onderstreept het succes van het ideetje om iets voor de kinderen van Karenga te organiseren. - Na het evenement vragen we ons af hoeveel deelnemers er aan de wedstrijdjes hebben meegedaan. ‘Meer dan tweehonderd’, denkt Ed. Ik heb werkelijk geen idee. Over het aantal mensen dat voor de sprintende kinderen het terrein van de school bezocht lopen de schattingen uiteen. Ik zeg: ‘Zeshonderd, op z’n minst!’

    Mt.

    dinsdag 16 februari 2016

    Amsterdam is nooit ver weg

    Amsterdam loopt een stukje met me mee
    Vanuit Buffalo Base wandel ik naar de hoek waar de stenenbakkers hun bedrijfje hebben. Ik zie dat ze van de gedroogde stenen een fort bouwen. Morgen zullen ze binnen in het bouwwerk een vuur maken. Eén van hen draagt het overhemd dat hij gisteren van me heeft gekregen. Op de schouder is het uitgescheurd. Voorbij de stenenbakkerij sla ik een pad in dat naar de corridor aan de zuidkant van Kidepo Valley voert. Bij een door kromme stokken omheinde nederzetting in het savanne-achtige landschap waarin ik me inmiddels bevind, word ik opgemerkt door een groepje kinderen. Ze blijven op een afstandje naar me kijken. ‘Mzungu, how are you?’, roepen ze. Eén van de kinderen draagt een vuil t-shirt waarop in dikke letters Amsterdam staat gedrukt. Een licht gevoel van onbehagen neemt bezit van me als ik verder wandel in de richting van de corridor. ‘Wat moet ik doen als ik zo dadelijk een olifant tegen het lijf loop?’, vraag ik me af. Tijdens het uitstapje naar de Ik wees John Loboe me op voetafdrukken en uitwerpselen van olifanten die zich veelvuldig in de corridor ophouden. In de verte zie ik kort na elkaar twee auto’s rijden. ‘De weg naar Kaabong, dat kan haast niet anders’, stel ik vast. Van ver weg hoor ik stemmen, gezang en getoeter. Het getoeter doet me denken aan voetbalsupporters die op weg zijn naar een wedstrijd. Om te zien waar ik vandaan kom draai ik me om. Zo’n vijftig meter achter me loopt Amsterdam. Even later haalt hij me in, loopt een stukje voor me uit en laat zich dan door mij inhalen. Ik zeg een paar woorden tegen hem, maar heb niet de indruk dat hij me begrijpt. Zo’n joch uit een omheind savannedorp verstaat me natuurlijk niet. Bij de kruising met de weg waarover ik de auto’s zag rijden sla ik linksaf. Het gevoel van onbehagen wijkt. Van rechts nadert een kudde koeien, een jongen met een stok in z’n hand zorgt ervoor dat ze niet blijven staan om van het droge gras uit de berm te eten. Ik loop voor de kudde uit en bereik vrij snel de driesprong met de wegen naar Karenga en Kidepo. Op weg naar de Ik nam John hier de afslag naar Kaabong. Vanaf de driesprong is het nog een paar kilometer lopen naar Buffalo Base. Ik weet opeens heel precies waar ik me bevind. Het in volume toegenomen rumoer laat me weten dat ik de oorzaak ervan nader. Niet veel later loop ik mee in de feestelijke verkiezingskaravaan van de regionale kandidaat voor een zetel in het Oegandese parlement. De kandidaat is partijgenoot van de zittende president. Vlak voor Buffalo Base haal ik een grote stilstaande auto in. Een vlezige man in een geel overhemd en met een al even geel petje op z’n hoofd klimt op de motorkap. Zodra hij lekker zit gaat de auto rijden. De man heeft me in de gaten als ik een foto van hem maak. Z’n duimen gaan de lucht in. Het lijdt geen twijfel dat hij de kandidaat is. Op het terras van Buffalo Base kijk ik de stoet tenslotte na. In de achterhoede zie ik Amsterdam lopen. 

    Mt.

    vrijdag 12 februari 2016

    Zij die kwamen toen het regende

    Ene Richard heet eigenlijk John. Zijn achternaam is Loboe. John (32) groeide op in Kidepo Valley National Park, waar zijn vader ranger - bewaker van de wildstand en in die functie bestrijder van olifantenstropers - was. Dat John veel kennis heeft van de wilde dieren in Kidepo wekt dus geen verbazing. ‘Bushbuck’, merkte hij eens op toen we een ritje in de terreinwagen van Buffalo Base maakten en hij een schim door het hoge gras zag schieten. De bosbok is één van de kleinere antilopensoorten die in het gebied voorkomen. Van vogels weet John ook veel. Hij is als assistentin dienst van de basis. Eén van z’n taken is het besturen van de wagen. Hij scheurt daarin alsof hij van de duivel bezeten is, zo hard. Over de onverharde wegen in het noordoosten van Oeganda rijdt hij als het even kan al gauw zo’n 80 km. per uur en soms zelfs ver daarboven. Ik vind dat hij veel te hard rijdt, maar het valt niet mee om dat aan zijn verstand te brengen. 

    Lomonyang Lokwanii
    Op een dag rijdt John mij naar de Ik, een volk dat hoog in het gebergte op de grens tussen Oeganda en Kenia leeft. - Hoogste berg in het gebied is de Morungole, de top ligt op 2750 m. - Palakan Village, het dorp dat we zullen bezoeken, is met de terreinwagen niet te bereiken. Vanaf de plek waar we het voertuig parkeren wacht ons nog een wandeling van bijna twee uur over paden met een behoorlijk stijgingspercentage, in tweeërlei opzicht een adem-benemende klim. Op hun berg worden we welkom geheten door Moit, Hij die geboren is toen de vijand het dorp overviel. Z’n volledige naam is Moit John Bosco. De vijand die even langskwam om te moorden en vee te stelen was de Turkana. Samen met Jeremy Lodukio, Zoon van de man die de omheining bouwde, staat Moit ons te woord. Met John als tolk ik probeer ik een gesprekje met de mannen te voeren. Ze vertellen dat de Ik tegenwoordig een volk van akkerbouwers is. Mais, bonen, aardappelen, uien en kool zijn de producten die ze telen. Het enige gereedschap dat ze voor het werk op hun hellende akkers gebruiken is de hak. Voor eieren en vlees houden ze kippen. Tot mijn verbazing verneem ik dat het volk katholiek is en dat Palakan één van de in totaal elf Ik-parochies is. Hun doden begraven ze tussen de hutjes die ze bewonen. Het graf dat ze me tonen heeft veel weg van een slordig onderhouden composthoop. Door te veel zon en te weinig regen is de laatste oogst mislukt. Met overheidssteun lukte het de Ik deze moeilijke periode door te komen. - In november vereerde een afvaardiging van Buffalo Base het volk met een bezoek. Het regende pijpenstelen. Tijdens de wandeling omhoog gleed het bezoek bij elke stap een beetje uit, op de terugweg glibberde het moeizaam weer naar beneden. Het leverde de afvaardiging een fraaie Ik-naam op: Zij die kwamen toen het regende. Op de oogst had de wolkbreuk geen invloed. - Tot 1959 leefde de Ik in Kidepo Valley. Met de drijfjacht op klein wild en met het verzamelen van plantaardig voedsel wist het volk zich in leven te houden. Witte mieren en honing behoorden ook tot het menu van het jagersvolk dat de Ik toen was. Het wapen waarmee gejaagd werd was de speer. De opwaardering van Kidepo Valley tot nationaal park maakte een eind aan het leven van het volk op de savanne. De overheid was van mening dat er in een wildpark geen mensen mogen leven. De Ik werd de vrije hand gegeven bij het zoeken naar een nieuwe plek. Op de berg vond het volk die. Na het gesprek volgt een rondleiding door het dorp. Lomonyang Lokwanii, Hij die geboren is toen de bruine stier in de witte kraal stond, werpt zich op als mijn begeleider. Hij volgt me op de voet en telkens als ik blijf staan om iets te bekijken biedt hij me het krukje aan dat hij bij zich heeft. 

    John stelt voor om op de terugweg eerst naar Kaabong te rijden en vandaar binnendoor naar Karenga. Het landschap rond Kaabong is bezaaid met onwaarschijnlijk gestapelde rotsformaties. Ik waan me op een andere planeet. Het laatste stuk naar Buffalo Base gaat over een smal pad vol bulten en kuilen. John laat zich er niet door afschrikken en drukt het gaspedaal stevig in. De bromfietsers die we tegenkomen toetert hij naar de kant. - In het Oegandese verkeer geldt dat het grotere voertuig voorrang neemt. - Aan het eind van de rit ben ik geradbraakt.

    Mt.

    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs