Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Rondvraag / Poll
    wat is je lievelingsdier?
    hond
    kat
    muis
    hamster
    cavia
    konijn
    parkiet
    papegaai
    paard
    leeuw
    wolf
    tijger
    giraf
    olifant
    beer
    koe
    schaap
    kip
    jachtluipaard
    andere...
    Bekijk resultaat

    Rondvraag / Poll
    welk huisdier heb jij?
    en kat(ten)
    een hond(en)
    vissen
    hamster(s)
    cavia(s)
    paard(en)
    kip(pen)
    andere
    Bekijk resultaat

    dieren

    02-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.


    Uiterlijk
    De Duitse Herdershond is middelgroot, licht gestrekt, krachtig en goed gespierd, de knoken zijn droog en de totaalstructuur is vast. Belangrijke verhoudingen in maat: De schofthoogte bedraagt voor reuen 60 tot 65 cm, bij teven 55 tot 60 cm. De romplengte overtreft de maat van de schofthoogte met ongeveer 10 tot 17%


    Aard
    De Duitse herdershond moet in zijn karakter beeld evenwichtig, zenuwvast, zelfverzekerd, absoluut onbevangen en (zonder prikkeltoestand) volkomen goedaardig zijn. Daarbij is hij opmerkzaam en handelbaar. Hij moet moed, strijddrift en hardheid bezitten om als geleide-, waak-, verdedigings-, dienst-, en herdershond geschikt te zijn. Hij kan echter wel dominant overkomen, daarom moet je hem ook goed trainen.


    Training
    De Duitse herder wordt vaak gebruikt als blindengeleidehond, speurhond, waakhond en politiehond. Omdat de Duitse herders zo leergierig en gehoorzaam zijn, zijn ze ook voor de trainer tijdens de training een plezier om mee te werken. De Duitse herder kan, mits hij goed gesocialiseerd is, prima overweg met soortgenoten, andere dieren en kinderen. Hij is trouw en vertoont geen neiging tot weglopen. Het was een Duitse herder die de eerste blindegeleidehond was. Ze heette Buddy en werd door een Zwitserse vrouw opgeleid met een hondentrainer.


    Beweging
    Jonge honden moeten goede voeding krijgen. Net als bijna alle andere door mensen gehouden dieren mogen ze tijdens de groei niet overbelast worden door te zware werkzaamheden.


    Erfelijke ziekten
    In dit hondenras komt vaak de erfelijke ziekte heupdysplasie voor, waardoor de dieren spontaan letsels rond de heupkop (caput femoris) en het heupgewricht (acetabulum) ontwikkelen. Hierdoor gaan deze honden al op jonge leeftijd manken, waardoor dierenartsen ontstekingsremmers moeten voorschrijven. In een poging deze erfelijke ziekte weg te eren, worden röntgenfoto's gemaakt van de heupgewrichten van die dieren die als fokdier ingeschreven worden in een stamboek. De landelijke rasvereniging kent dan ook de fokgeschiktheidkeuring en is het belangrijkste evenement binnen de V.D.H.

    Hier worden de honden, door speciaal opgeleide keurmeesters, beoordeeld op o.m. karakter, exterieur, onbevangenheid etc. Alvorens men met de hond op een fokgeschiktheidskeuring voor kan brengen moet deze aan een aantal toelatingseisen voldoen. Het is de taak van de rasvereniging zorgvuldig te waken voor alle overdrijvingen in de fokkerij, africhting en het omgaan met Duitse Herdershonden als het gaat om het gedrag en de aard en het karakter van deze dieren. Alle keurmeesters die met dit ras te maken hebben, hebben een zeer grote verantwoording;

    a. naar het ras b. naar de vereniging en leden c. naar de maatschappij.

    Dit geldt in nog grotere mate voor de verenigingen zelf. Een speciale verantwoording hebben ook de fokkers! In alle gevallen waarin het beeld dat de Duitse Herdershond een volkomen goedaardige, absoluut onbevangen, handelbare en opmerkzame hond is geweld wordt aangedaan dienen we in te grijpen. Hierbij dienen alle erantwoordelijken -verenigingen, keurmeesters, fokkers, instructeurs en helpers, africhters en eigenaren zich bewust te zijn van de zorgvuldigheid die hen in het maatschappelijke verkeer betaamt.

    Zo moet de hond met goed gevolg geröntgend zijn, een uithoudingsvermogen diploma bezitten, een africhtingkenteken hebben (bijv. VH 1) en in het bezit zijn van minimaal de exterieur kwalificatie goed.

    Voldoet de hond aan deze eisen dan kan de keurmeester de hond in keurklasse l(aanbevolen voor de fok) of keurklasse II (geschikt voor de fok) plaatsen. Ook kan de keurmeester de hond ongeschikt vinden.

    De fokgeschiktheidkeuring is de basis van de fokkerij en daarom is dit het belangrijkste evenement in de V.D.H




    02-02-2009 om 19:24 geschreven door nessie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)

    Archief per week
  • 23/02-01/03 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Laatste commentaren

    Gastenboek
  • hallo
  • hallo

    hallo! wil je iets in mijn gastenboek schrijven?wel druk dan maar op de knop gastenboek!




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs