Weet je nog dat de bloedcellen zich in het beenmerg delen en langzaam groeien en hun taak leren voordat ze in het bloed komen?
Deze cellen die nog moeten leren en nog niet klaar zijn voor hun taak noemen de dokters blasten of onrijpe cellen.
Als nu deze onrijpe cellen zich niet langzaam en netjes delen maar heel erg snel en raar, dan zijn er erg snel heel veel cellen en zij hebben niet de tijd gehad om hun taak goed te leren. Spoedig zijn die rare cellen met zoveel dat ze de andere, de goede bloedcellen, gaan verdringen. Ze verspreiden zich in het hele beenmerg en als er zoveel zijn dat er niet meer bij kunnen, dringen ze zich in je bloed zonder dat ze iets geleerd hebben. Met het bloed komen ze in je hele lichaam. Daar staan ze dan een beetje te niksen en storen de goede cellen in hun werk. Deze rare cellen, die niets doen en andere van hun werk houden, zijn leukemiecellen. Wanneer je van de onrijpe cellen veel te veel hebt, dat heb je leukemie. Wij noemen ze dan indringers.
De indringers doen zelf niets ergs maar ze staan overal in de weg. Stel je eens voor dat er op een dag een wit konijntje bij je thuis naar binnen huppelt. Één konijntje doet niets in je huis en stoort jou helemaal niet. De volgende dag komen twee witte konijntjes je huis binnen, de dag erna vier, de dag daarna acht totdat er zoveel zijn dat je er telkens over valt. Dan word het moeilijk. De konijntjes doen niets ergs in je huis, maar je kunt niets meer doen, omdat al die konijntjes je overal in de weg zitten. Zo gaat het ook met al die onrijpe cellen in je lichaam.
Waar komt leukemie vandaan?
Dat is nu de belangrijkste vraag. Waarom gaan die onrijpe cellen zich zo heel snel en raar vermeerderen. In vele landen proberen de dokters daar achter te komen, maar nog steeds weet niemand het.
We weten wel waardoor het zeker niet komt en dat is ook er belangrijk.
Leukemie is geen erfelijke ziekte; jouw kinderen hoeven niet bang te zijn dat ze ook leukemie zullen krijgen.
Je kan iemand niet aansteken als je leukemie hebt. Je kan het niet aan iemand anders geven zoals bij griep of als je verkouden bent.
Soms vragen je ouders zich af of ze je wel altijd voldoende en goed te eten hebben gegeven, of dat ze wel op tijd met je naar de dokter zijn gegaan en nog vele andere dingen. Zulke vragen hebben niets met leukemie te maken.
In ieder geval is het voor iedereen belangrijk dat je er niets aan kan doen als je leukemie hebt. Niemand heeft iets vergeten of niet gedaan en niemand had het kunnen verhinderen.
Hoe herken je leukemie?
Waaraan merk je eigenlijk dat je ziek bent? Je voelt je niet prettig of alles doet je zeer. Dat komt omdat ergens in je lichaam iets niet goed is. Dat merken ook andere organen die niets hebben. Als je ziek bent en je wordt maar niet beter, ga je naar de dokter. De dokter wil precies weten wat je voelt; daarom vraagt hij jou en je ouders wat de klachten zijn.
KLACHTEN DIE DOOR LEUKEMIE VEROORZAAKT WORDEN ZIJN ZEER VERSCHILLEND
Je bent altijd moe
Je hebt heftige koortsaanvallen, bent ineens verkouden of hebt ontstekingen
Je krijgt heel vlug blauwe plekken
Je botten doen je zeer
Maar onthoudt dat zulke klachten ook door andere ziekten veroorzaakt kunnen worden. Veel kinderen kunnen ineens koorts hebben, verkouden zijn of blauwe plekken hebben; dat wil niet zeggen dat je leukemie hebben.
Als jij of je moeder alle klachten aan de dokter hebt verteld, dan gaat de dokter je onderzoeken. Naast deze klachten kunnen er ook nog andere kenmerken zijn die op een ziektewijzen (symptomen genaamd) .
Symptomen voor leukemie zijn bijvoorbeeld: koorts, witte huid en bleke lippen, veel blauwe plekken, veel kleine blauwe stippen; net speldenprikken, opgezette lymfeklieren (wegversperringen), een grote lever of een grote milt.
Dit kunnen echter ook allemaal symptomen zijn die op een andere ziekte wijzen en niets met leukemie te maken hebben. Daarom is het voor dokters ook zo moeilijk om leukemie te herkennen. Om geen vergissingen te maken, onderzoekt de dokter je nog verder in het ziekenhuis. Hij onderzoekt je bloed. Hij laat een bloedbeeld maken om te kijken of je misschien te veel of te weinig van je verschillende bloedcellen hebt. En omdat de onrijpe cellen in je beenmerg groeien, laat hij ook je beenmerg onderzoeken.
Daarvoor moet hij een heel klein beetje beenmerg uit het binnenste, het zachte, gedeelte van je bot halen. Dit doet hij met een kleine naald en dit noemt de dokter puncteren. Hoe een beenmergpunctie precies gedaan wordt leg ik verderop in het werkstuk uit. De dokter onderzoekt het beenmerg ook onder een microscoop, net als je bloed. Hij telt de verschillende bloedcellen en kijkt hoeveel onrijpe cellen erin zitten.
Verschillende soorten leukemie
Leukemie kan je erg snel ziek maken en de soort leukemie heet acute leukemie. Leukemie kan ook langzaam beginnen; dan heet het chronische leukemie. Chronische leukemie komt zelden voor bij kinderen. Als kinderen leukemie krijgen, is het bijna altijd acute (snelle) leukemie.
Bij leukemie kan de dokter door de microscoop de verschillende soorten van onrijpe cellen uit elkaar houden. Nu zijn het dus indringers, want je hebt er te veel van deze onrijpe cellen. Meestal zijn de indringers de bloedcellen die eigenlijk bedoeld waren om tot lymfocyten (de commissarissen en de controleurs) op te groeien. Deze vorm van leukemie heet Acute Lymfoblastische Leukemie of kortweg ALL. De indringers kunnen ook bloedcellen zijn die tot granulocyten (de politieagenten) hadden moeten opgroeien, ze heten dan myeloblasten. Zulke myeloblasten veroorzaken een Acute Myeloblastische Leukemie of kortweg AML.
Alle andere vormen behalve dus ALL of AML komen zelden voor bij kinderen.
De behandeling verschilt voor iedere vorm van leukemie. Daarom moet de dokter eerst weten welke vorm van leukemie je hebt. En daarvoor moe je helemaal onderzocht worden.
Germinal Ekeren werd in Ekeren in Antwerpen opgericht in 1920 als FC Germinal Ekeren. De club speelde in geel-rode uitrusting, en had als thuisbasis het stadion Veltwijkpark. Germinal was de zevende maand van de Franse Kalender, toen een symbool van de socialistische beweging. In 1942 werd de club lid van de KBVB met stamnummer 3530. In 1952 kwam de club voor het eerst uit in de nationale vierde klasse, waar het twee seizoen bleef. In 1960 kon de club opnieuw een seizoen in deze reeks aantreden. In 1971 werd kreeg het koninklijke titel, en werd KFC Germinal Ekeren. In de jaren 80 zou de club uiteindelijk promoveren van provinciaal voetbal tot Europees voetbal. Van 1981 tot 1984 speelde de ploeg in Vierde, van 1984 tot 1988 in Derde, in het seizoen 1988/89 in Tweede en vanaf 1989 in de hoogste nationale afdeling, de Eerste Klasse. In 1991 eindigde de ploeg vijfde, en kwalificeerde zich zo voor Europees voetbal in 1991/92 en speelde één ronde tegen Celtic (2-0 in Glasgow, 1-1 thuis). In 1995 kon Ekeren na een zesde plaats zich voor Intertotovoetbal plaatsen, maar kon zich niet voor de tweede ronde plaatsen. In 1996 eindigde Ekeren derde, en verdiende zo weer een ticket voor de UEFA Cup, maar werd daar door Grazer AK uitgeschakeld na een 3-1 thuis en 0-2 nederlaag uit. In 1997 behaalde Ekeren de Beker van België, dit leverde ook deelname aan de Beker voor Bekerwinnaars op het volgende seizoen. Daar verloor Ekeren in de tweede ronde van VfB Stuttgart na een winst tegen Crvena Zvezda. Opnieuw werd Ekeren in de Belgische competitie derde zodat de ploeg in 1998/99 weer Uefa Cup kon spelen. Na een winst in voorronde tegen FK Sarajevo werd het team door Servette FC in de kwalificatieronde uitgeschakeld. In 1999 werd de club Beerschot VAC door een fusie opgenomen, de nieuwe club heette nu Germinal Beerschot Antwerpen.
Zie het artikel Beerschot VAC voor een uitgebreide geschiedenis van Beerschot
Beerschot was een club die in 1900 was aangesloten bij de voetbalbond, later stamnummer 13 kreeg. De club speelde in paars-wit in het Olympisch stadion. De club speelde decennia lang onafgebroken in de hoogste afdeling. Voor de Tweede Wereldoorlog haalde club 7 landstitels, later zouden enkel nog twee Belgische Bekers volgen. Na enkele moeilijke jaren met financiële problemen zou de club in 1999 tenslotte de fusie met Germinal Ekeren aangaan en verdwijnen.
In 1999 werd de club Beerschot VAC door een fusie opgenomen in Germinal Ekeren, de nieuwe club heet nu Germinal Beerschot Antwerpen. De club behield het stamnummer van Germinal Ekeren, om zo in eerste klasse te kunnen blijven aantreden, maar ging in het stadion van Beerschot spelen. Het stamnummer van Beerschot werd geschrapt, en daarmee kon de nieuwe fusieclub geen aanspraken maken op het palmares van Beerschot. De clubkleuren werden paars-wit van Beerschot met geel-rode bandjes die naar Ekeren verwezen.
In 2005 won Germinal Beerschot de Beker van België. Dankzij deze overwinning mocht het in het volgende seizoen Europees spelen, in de UEFA Cup. Het werd meteen overwonnen in de eerste ronde door het grote Olympique Marseille. Datzelfde seizoen daarop werd trainer Marc Brys na 7 speeldagen (met een 4 op 21) ontslagen, het eerste ontslag van een eersteklassetrainer dat seizoen. Zijn opvolger is Jos Daerden.
Zie het artikel Beerschot VAC voor het palmares van Beerschot VAC (stamnummer 13)
Germinal Beerschot draagt het stamnummer 3530 van Germinal Ekeren, en is zo eigenlijk de voortzetting van deze club. De fusieclub kan geen aanspraak maken op de erelijst van Beerschot VAC.