Tweedaagse reis LENS-AUVERS s/Oise- Givernyxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
We vertrokken om 6.45u stipt met een voltallige groep,
richting Wevelgem. Het weer zag er beloftevol uit, en het verkeer zat nogal
mee.
Onze gids, Lucien Millecamps, die ons al eerder begeleidde op onze
uitstappen, vervoegde zich ginds bij ons
gezelschap, en we gebruikten er omstreeks half negen een smakelijk ontbijt in
een gezellig bruin café, Dan ging het richting LENS. Lucien vertelde ons
onderweg over de interessante plekjes
waar we langs reden, en bereidde ons voor op wat we in Louvre-Lens
mochten verwachten.
We waren iets later dan verwacht, maar konden toch een
behoorlijke periode in het museum doorbrengen, waar we eerst de tijdelijke
tentoonstelling over Rubens en de barok bezochten, en daarna de permanente
collectie. De museumruimte is overweldigend en licht, het daglicht stroomt er
volop binnen, een gegeven dat niet evident is in een museum. In de enorme
ruimte liepen we doorheen de geschiedenis van de Westerse beschaving, startend
5000 jaar vóór Christus tot eind negentiende eeuw. Het gebouw is licht en groot.
Ook eromheen is veel aandacht besteed aan de invulling. Het architecturale
aspect van dit museum is héél interessant.
Bij een stop langs de autosnelweg namen we een kleine
lunchpauze, want we hadden nog enkele uren rijden voor de boeg, alvorens we
Auvers bereikten. Het dorpje ademt het impressionisme, namen van handelszaken,
cafés en restaurants refereren meestal naar Van Gogh en de schilderkunst. In
het kasteel bezochten we de
. Rondleiding, die het brede kader van
het impressionisme en het tijdsgewricht waarin het tot stand kwam uitvoerig
belichtte. Daarna konden we wandelen naar het kerkhof waar Vincent Van Gogh,
naast zijn broer Theo, begraven ligt.
Het graf muntte uit in soberheid: twee arduinen opstaande stenen die hun
naam vermeldden, en ervóór een stuk aarde begroeid met klimop. Treffend dat men
het ook na zijn dood overbodig vond enige luxe aan hem te spenderen!
Nog een behoorlijke rit naar het hotel in Bougival, een groen voorstadje
aan de westkant van Parijs, langs een idyllische Seine. Geliefd oord bij de
impressionisten, die het stadje én zijn rivier meermaals schilderden. De toewijzing van de kamers verliep vlot,
omstreeks 8 u konden we aanschuiven aan het avondbuffet.
Zaterdag stond in het teken van Giverny: onder een stralende
zon reden we er naartoe, en ginds aangekomen bleken we lang niet de enigen te
zijn die de tuin wilden bezoeken! Onze gids ging ons voor op een wandeling
doorheen de diverse kleurrijke tuinen en langs de beroemde vijvers met de
blauwe lelies (die nog niet in volle bloei waren!) Daarna doorliepen we het
huis, met de mooie verzameling Japanse tekeningen, de twee ateliers. De manier
waarop Claude Monet zijn kunst aan de man wist te brengen en zijn zakelijke
aanpak steken schril af met de kopzorgen van Vincent Van Gogh, die bij leven
geen enkel van zijn schilderijen verkocht kreeg! We wandelden tot aan het
museum van de impressionisten in de buurt, en bezochten er de diverse
tuinkamers. Het klaprozenveld stal de harten van ons allen, en er werden heel
wat kiekjes gemaakt!
Zoals we dat van hem gewend zijn, loodste Lucien M. ons naar
een heerlijk plekje om bij het middagmaal te verpozen: Le Moulin de Fourges,
aan de rivier Epte, We zaten verdeeld over 4 ronde tafels voor de
driegangenmaaltijd, een gedroomde kans voor een ontspannen babbel.
Op de terugweg bezochten we Gerberoy, een miniem dorpje dat
vrijwel verlaten sinds enige tijd herontdekt werd door kapitaalkrachtig
Fransen, en in zijn oorspronkelijke weelde wordt gerestaureerd.
Na deze stop zat de reis er
vrijwel op. Restte ons nog de terugreis naar Wommelgem. We namen afscheid van
onze gids en bereikten ongeveer op het vooropgestelde uur ons eindpunt.
Iedereen leek tevreden. We vragen ons intussen alweer af: waar gaan we volgend
jaar heen?
Marijke
|