Vandaag had ik een zakenlunch. Gezellig op het terras, omgeven door 3 mannen die zichzelf allemaal toch zo belangrijk vonden. De ene had last van de zon, de andere van een spraakwaterval en de laatste van een spraakgebrek. De nodige seksistische opmerkingen lachte ik professioneel weg. Zal het altijd zo blijven als vrouw? Wordt je niet gewaardeerd naar je talenten maar wel naar je cupmaat? Terwijl mijn mannelijke collegas zich verdiepten in de themas als voetbal en alcohol, dwaalde mijn blik af naar het terras. Het viel me op dat er veel mannen waren, druk met elkaar in gesprek, de warme zon trotserend in hun dure kostuums. Hier en daar zat een vrouw te genieten van de zon. Waarschijnlijk maakten de meeste onder hen zich meer zorgen om hun bruine kleur dan om het gesprek dat zich aan hun tafel afspeelde. Terwijl ik mijn blik liet dwalen over de tafels, keek ik recht in jouw ogen. Je was het type dat mysterieus aan het midden van de tafel zit, gewapend met dossierkennis maar evenzeer met een charmante lach. Aan je vinger bespeur ik geen ring hoewel dat geen garantie meer is tegenwoordig. Speels lach ik naar je. Ik doe alsof ik het gesprek aan mijn tafel volg maar eigenlijk zit ik met mijn gedachten en mijn ogen al ergens anders. Mijn zonnebril geeft mij de ideale mogelijkheid om je stiekem te begluren. Ik stel me voor hoe ik rechtsta om naar het toilet te gaan en hoe jij me volgt. Wanneer we aan de toiletten aankomen, voel ik je koele hand op mijn schouder. Ik draai me om en kijk recht in je mysterieuze ogen. Je lach is zo dichtbij dat ik zin heb om te verdrinken in je woorden. Je vraagt me wat ik straks nog doe. Ik lach en antwoord je dat ik niet echt plannen heb. Of ik zin heb om iets te gaan drinken? Ergens rustiger dan hier. Mijn antwoord blijft uit terwijl mijn verstand en mijn hart het gevecht tussen rede en gevoel voeren. Is het de warme zon of de wijn die mijn hart de overhand geven. Ik geef je mijn nummer en vraag je me straks te bellen. Wat later doe je dat ook. Ik kijk naar je terwijl je aan de lijn bent. Of ik nu wil ontsnappen? Graag! Mijn collegas zijn ondertussen aan een derde digestief bezig en ik wil maar wat ergens anders zijn. Met een zwak excuus laat ik mijn gezelschap achter. Ik ga zogezegd te voet maar honderd meter verder stap ik bij jou in de auto. Wanneer we vertrekken, moeten we terug voorbij het restaurant. Één van mn collegas kruist mijn blik. Terwijl ik ondeugend en speels lach, zie ik bij hem de vragen opkomen. Wanneer je de auto stopt voor een hotel, vraag je me of ik zeker ben. Elk deeltje van mijn lichaam schreeuwt om je passie. Ik wil je voelen, ruiken, aanraken. Ik wil je in me voelen en samen met jou genieten en alle zorgen en werk vergeten. En dat doe je meesterlijk. Zonder je naam te weten, zet je me even later terug af bij het restaurant .