De arend heeft in veel culturen een betekenis. Er bestaan daarom veel verschillende spritiuele betekenissen voor de arend. De arend is een roofvogel die het hoogste punt kan bereiken. Maar als roofvogel zorgt hij ook voor het natuurlijk evenwicht op aarde. Hij is een brug tussen twee werelden. Hij leert mij om evenwicht te vinden. Dat betekent dat ik deel uitmaak van de aarde, maar er niet aan gebonden ben. Net als de kangoeroe heeft de arend vier tenen. Die staan voor geaardheid. Een stevig fundament. Ondanks dat de arend hoog kan vliegen blijft hij met de aarde verbonden.
Arenden staan ook voor het opnieuw ontdekken van het kind binnen in me. Ik moet als kind onbevangen naar de wereld kijken. Schatten, kansen en uitdagingen zitten verborgen, maar ze zitten overal, maar vaak zie ik ze niet. De arend leert me dat er altijd kansen zijn. Als een roofvogel moet ik altijd allert zijn, zodat de kansen die zich voordoen niet aan mijn aandacht ontsnappen. Ik moet leren ze te herkennen en te grijpen. Ik moet aandacht schenken aan wat ik toevallig vind of op mijn pad tegen kom. Daar zorgvuldig mee omgaan.
Plotseling kom ik van de grond. Een adelaar heeft me in zijn klauwen gegrepen en van de grond getild. Ik vlieg en zweef door een heldere blauwe lucht. Zo mooi en ik geniet. Er valt een last van me af. Ik zweef en mijn gewichteloosheid maakt me zorgeloos. Vanuit de lucht kijk ik neer op het gladgestreken meer. Langs het meer kronkelt zich een smalle weg die in een oneindig bos verdwijnt. Op een bankje zit een verliefd stelletje te genieten van elkaar en van de zon. Een visser tuurt naar zijn hengel en een meisje laat haar hondje uit. De staart van het beestje kwispelt zo hard dat het er nog eens af zou vliegen. Het panorama is zo vol vrede. Zo vol rust.De adelaar vliegt langs de flanken van een berg en bij de top aangekomen zet hij mij voorzichtig neer. Ik zit op het topje van de berg en kijk naar beneden. Ik zie het dorp waar ik vandaan kom en hoe de weg vanuit het dorp zich tegen de berg opkronkelt. Ik zit te hoog en te ver weg om de mensen die in het dorp wonen te kunnen zien. Ook het geluid van de straat bereikt niet de bergtop. Ik voel me gelukkig en losgekomen van de wereld. Het dorp, haar mensen, haar geluiden en ook haar problemen lijken verweg. Eigenlijk lijkt het net of het er allemaal niet meer toedoet. Er komt een gevoel van berusting en vergeving over mij heen. De wereld is ver weg en op de één of andere manier voelt het alsof ik er geen deel meer van uitmaak. Vrede en stilte maken me gelukkig. De hoogte, de stralende zon, de schone lucht hebben een mediterende werking. Mijn angsten, frustraties en boosheid verdwijnen. Even ben ik alleen, even ben ik vrij....
Ergens diep in mijn hart zit een klein kamertje. Een kamertje met een groot geheim. Het geheim van waarom ik hier op aarde ben. Wat de zin van mijn leven is. De weg naar dat kamertje is als een puzzelrit waarbij ik allerlei vragen en opdrachten moet beantwoorden. Soms geef ik een verkeerd antwoord en volg ik even het verkeerde pad. Toch is er een kompas, een boekje waarin ik alle vragen van de puzzelrit vind. Dat is mijn hart en dat is mijn intuitie. Als mijn gevoel zegt dat iets goed is, dan is het goed. Als mijn verstand zegt dat iets goed is, maar als mijn gevoel zegt dat het misschien niet goed is, dan is het niet goed. De beslissingen die ik in een dergelijke situatie moet nemen zijn het moeilijkst. Waarom zou ik iets niet of juist wel doen als daar een goede rationele reden voor bestaat, maar ergens om een reden die je niet kunt verklaren weet ik dat het niet goed is. Dan moet ik toch leren om mijn gevoel en mijn intuitie te volgen. Ergens ver weg in dat kamertje is een verlangen een zingeving verborgen. Het pad er naar toe vind ik door mijn gevoel te volgen. Daarom komt spirtualiteit van binnenuit. Helaas bestaat er geen kaart die me naar het kamertje leidt. Dat maakt spiritualiteit spannend en soms ongrijpbaar.
Ook al staat een boom eeuwen op dezelfde plek en hebben zijn wortels zich stevig in de aarde geworteld, toch kan er op een dag een windhoos komen die de boom uit zijn evenwicht brengt en doet vallen. Ik kan als mens van alles plannen en van alles willen, toch zijn er momenten in mijn leven dat een windhoos voobij raast en mij uit evenwicht brengt. Op dergelijke momenten word ik op de proef gesteld en moet ik er op vertrouwen dat ik op eigen kracht weer overeind kom. Dat zal niet altijd makkelijk zijn, maar ik moet het geduld kunnen op brengen om te vertrouwen in een goede afloop. Op de weg daar naar toe, moet ik de leermomenten herkennen die mijn spirituele inzicht doen verbreden en verdiepen zodat ik bij een volgende windhoos misschien niet gelijk omval.
Als je de duivel in mij dood, dood je ook de engel in mij. De een kan niet zonder de ander. Zonder zwart is er geen wit. Zonder goed is geen fout. Het kwade in mij moet zich manifesteren zodat het goede in mij uiteindelijk kan overwinnen. Spiritualiteit helpt mij om op het juiste pad te blijven. Spiritualiteit helpt mij het contrast te vinden tussen goed en slecht en zwart en wit. Ik heb altijd een keuze, maar als je naar de waarheid van je hart luister en daarop vertrouwd is het maken van een keuze makkelijk.
Ik zoek het pad dat leidt naar de bron. De bron waar ik het onderscheid vind tussen goed en kwaad, angst en vertrouwen, liefde en haat. Dat is een spiritueel pad, dat ik als een padvinder zoek en zal vinden. Al lopend vind ik het pad, geen guru of schriftgeleede die me daarbij helpt. Het is een avontuur waarbij ik de richting vind via synchroniteit, mijn instinct, mijn intuïtie en mijn hart. Mijn geschiedenis en mijn verlangens zijn gelijk aan die van de mensheid. Daarin verschil ik niet van ieder ander. Maar toch ben ik uniek. Het is dit weten dat me sterk maakt, dat me helpt het pad te vinden. Want ik wil naar die bron van wijsheid. Het is de kennis uit die bron die me helpt een voorbeeld te zijn voor me zelf en voor een ander.
Geloven is zeker weten dat iets wat je niet kunt zien, horen, ruiken of voelen toch bestaat. Je weet dat iets zo is zonder dat je enig bewijs hebt of verlangd. Pas als je dat kunt ben je in staat het mystieke en spirituele te begrijpen. Als je altijd probeert het mystieke en spirituele te verklaren dan kom je geen stap verder. Ik bepaal zelf wat ik geloof en wat ik niet geloof en ik vertrouw erop dat ik daarin de juiste keuzes maak. Ik probeer een balans te vinden tussen het normale en het spirituele waarbij ik het spritiuele integreer in het normale zodat het mij helpt in mijn persoonlijke groei.