Februari en bijna kleurrijk carnaval. De kleuren rijten de grijze winter open.
Het lawaai overdondert de ijzige rust. Hoewel, het ijs is intussen weer water
in overvloed geworden. Een mens is nooit tevreden, maar 't is toch waar, zeker.
Vandaag schrijf ik over mijn werkmotivatie en mijn visie op wat er volgens mij
niet zo goed is verlopen in mijn intussen 23 jaar oude carrière.
Die deel ik op in mijn dummy-periode, waar ik gedreven was en werknemer en
mijn periode als zelfstandige, waar ik eerst nog even gedreven was en dan
stilaan ontgoocheld geraakte.
Waar het goed mee gaat of ging, ben ik niet geneigd om veel over te schrijven.
Het therapeutische doel ontgaat me, al zou een terugkeer naar iets wat beter was,
als dat al mogelijk was, uiteraard nog altijd voor een oplossing kunnen zorgen.
Maar daar ga ik hier, in deze blog, niet van uit.
Dus heel kort hoe 't ging.
Ik groeide, als enig kind, op in een gezin waar ik vrij kon opgroeien, met weinig grenzen
en regels, of zo kwam het toch over. Waardoor ik ook nooit de rotpuber werd en ik
toch heel veel respect voor m'n ouders heb gehad, al haal je dat niet uit de inspanningen die ik
vandaag zelf voor ze doe, uit.
Professioneel zijn ma en pa geen supervoorbeelden geweest. Wel in het goed zijn voor anderen.
Pa was arbeider en komt zelf uit een gezin dat ik kansarm durf te noemen en waar ze
het woord studeren nog niet hadden ontdekt of altijd, om de ene of andere en voor mij onbegrijpelijke
reden, vermeden. Alsof je dommer was naarmate je langer naar school ging. En dat je uiteraard
dommer moest zijn als je tot je 22 studeerde, wat je ook tot 14 kon. Maar goed. Verder heb ik geen
verhalen die indruisen tegen mijn menselijkheid.
Als individu is pa een goed mens, eigenzinnig maar altijd goed-doend voor een ander. Hij onderwerpt
zich en staat altijd klaar voor anderen. Zo ver zelfs, dat hij zichzelf onzichtbaar maakt en zich daarbij
ongetwijfeld slecht moet voelen. Nochtans, ik weet het zeker, had pa met z'n leven heel wat anders kunnen
doen. Hij heeft inhoud en inzichten. Een uitgesproken mening ook, die hij niet wegmoffelt. Maar de situatie
thuis en dan het jonge vaderschap, hebben hem in een verdedigende rol geduwd en hoewel hij nooit
één enkele dag niet heeft gewerkt, heeft hij nooit de touwtjes van de carrière zelf in handen genomen.
Ma werkte zich van arbeidster naar bediende, tot een herstructurering haar op een slechte leeftijd
(op de arbeidsmarkt van die periode) weer aan de basis bracht. Ze kwam uit een gezin, dat ik persoonlijk
minder kansarm noem, want er golden andere principes en vooral regels, veel regels. Bompa was iemand
die met ijzeren hand opvoedde. Hoe rijk ik me ook voel hem gekend te mogen hebben, voor ma moet het
niet altijd makkelijk zijn geweest. Wat studeren betreft was het hier niet anders dan bij pa thuis. Het
hoefde niet. In ma haar thuis groeide ik ook op. Ik was er vaak als klein kind en heb me er altijd meer thuis
gevoeld en graag gezien. Wellicht is het feit dat ik tot mijn 18de het enige kleindkind was, de reden
van de grote aandacht. Langs pa's kant heb ik ook tal van neven en nichten en daar moesten mijn
grootouders de aandacht verdelen over een tiental kleinkinderen en ik begrijp nu beter dan vroeger, dat de
mindere aandacht wellicht normaal was.
De waarden van bij mijn moeders'ouders heb ik in grote mate overgenomen. Ik was er het witte en
het zwarte schaap tegelijk. Het zorgenkind en de God in betere tijden.
Mijn grootouders mis ik als ik aan ze denk. Dan zou ik nog wel eens tegen hen vertellen wat ik hier schrijf.
Als ik ze nu alles nog eens kon vertellen dan zou ik me niet bekommeren om de inhoud van alles wat ik
hier neerschrijf. Ik zou dan genieten van het fysische moment en ze op z'n minst een knuffel geven die
reikt van hier tot in de hemel.
Ma en pa zijn goed voor anderen, daar moest ik nog aan toe komen. Zelf vinden ze dat niet, maar ze zijn dan ook
zo bescheiden. Iedereen die wat te doen heeft dat in het kraampje past, weet ma en pa steevast wonen en
zelf vormen we daar geen uitzondering op. Hun plek in de hemel ligt wat dat betreft, zeker al vast.
Dat helpen en bijstaan is er met je ouders altijd ingegroeid en zelf doen we dat ook met de eigen kinderen.
Bewust en educatief inmengen, goede mensen proberen te maken van je kinderen. Het goed zijn,
hoe asociaal we soms ook lijken, zit ons wel in het bloed. En dat speelt toch wel parten. Want bij elke "Neen",
komt het schuldgevoel om de hoek kijken. En het klinkt nu gek, maar ma en pa, die zeggen eigenlijk nooit
"Neen", als we iets vragen. Zelf denk ik, dat ik minder beschikbaar zal zijn voor mijn kinderen. Maar
het magische kleinkind-opa moment kan alles natuurlijk overhoop gooien en dat zal het dan waarschijnlijk
ook doen. Maar ik wil er geen verwachtingen aan hechten.
Voor een dag als vandaag is dit al mooi. Ik heb me verdiept in mijn basis, mijn oorsprong. Niet tot op het bot,
maar toch..... Uit m'n verdere verhalen zullen vast herkenbare karakteristieken terugkeren en zo, zal ik
ooit wel tot mezelf komen en de dingen kunnen plaatsen en regelen zoals ik het zelf wil, denk ik dan bij mezelf.
Ja, naïef zal ik waarschijnlijk altijd wel blijven.