Sociale Wetenschappen: Hierin gaat de aandacht naar de mens in al zijn facetten. M.a.w je bestudeert het fysieke, psychische en sociale welzijn van de mens.
Natuurwetenschappen: Hierin leren we ons voorbereiden op zowel een technische-wetenschappelijke maatschappij als op ons beroepsleven. We moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen bij het uitvoeren van experimenten. We werken vaak op een computer, we verzamelen zelf de informatie en ons handboek met demonstratieproeven om allerlei zaken duidelijker te maken. Natuurwetenschappen bevat 3 vakken: fysica, biologie en chemie.
Praktijk voeding: Hierbij leren we de technieken en vaardigheden in de keuken. Deze worden vaak verwerkt in intregrale opdrachten, naarmate het jaar vordert, worden deze opdrachten ook moeilijker. Op het einde van het jaar moeten we 4 compensaties die we over het ganse jaar leren onder de knie hebben.
Expressie: Hierbij gaat het om MO en PO en ook dit vak is sterk verbonden met de intregrale opdrachten.
In STW wordt het sociaal aspect samen met het psychologisch aspect meer in de kijker gezet. We hebben hier geen stages maar wel om de zoveel weken een IO. Ook hebben we voeding, wat ik een zeer leuk vak vind. Na ons 6e jaar STW hebben we ook een bredere keuze qua richtingen die we in het hoger kunnen gaan doen. Bij GWW ligt de kijker meer kleuters, bejaarden, vorzorging,... Bij STW ligt de kijker ook iets breder, op een breder publiek. Wel leren iets van alle verschillende levensfases. Nog een ander verschil tussen STW en GWW is dat bij STW we meer talen doen en bij GWW zijn het de wetenschappen die belangrijker zijn.